was verantwoordelijk voor de reproduktie en de druk
van de kaarten.
Dit systeem werd niet door iedereen als het beste erva-
ren. Op de Topografische Dienst in Batavia waren som-
migen van mening dat het beter was geweest als een
groter deel van de produktie van de atlas in Indie zou
hebben plaatsgevonden. Men had graag meer over de
inhoud te zeggen gehad, omdat daar voldoende kennis
voor aanwezig was. Men voelde zieh enigszins 'gepas-
seerd'. Het grootste nadeel van deze werkverdeling was
echter dat het vertragingen in de hand werkte.
Het KNAG beschikte bij de vervaardiging van de nette-
keningen niet altijd over de meest recente bronnen.
Maar ook wanneer dit wel het geval was, waren deze,
als gevolg van het langzame karterings- en herzie-
ningstempo in Indie, niet zelden van oudere datum.
Vandaar dat dr. A.J. Pannekoek, die als hoofd van de
Kartografische Afdeling vanaf eind 1936 tot taak kreeg
het atlasproject tot een goed einde te brengen, dikwijls
ingrijpende correcties van de proefdrukken moest laten
aanbrengen om de kaartinhoud volgens nieuwe, inmid-
dels beschikbaar gekomen gegevens te actualiseren. En-
kele uit Nederland ontvangen kaarttekeningen (de eerste
arriveerden in 1930, de laatste in 1936) moesten zelfs
geheel opnieuw vervaardigd worden.
Het aanbrengen van correcties werd in die periode ge-
lukkig vergemakkelijkt door de toepassing van een
nieuwe reproduktietechniek, waarbij de correcties niet
meer op de nettekening hoefden te worden aangebracht.
Voor de reproduktie werd van de nettekening op wäre
grootte een aantal fotografische opnamen gemaakt op
natte collodiumplaten. Na droging werden de negatie-
ven begoten met een asfaltoplossing, daarna in een slin-
gerapparaat van de overtollige oplossing ontdaan en
vervolgens stofvrij gedroogd.
De kaarttekening was nu bij doorlichting duidelijk
zichtbaar in lichtbruine lijnen tegen een donkere achter-
grond. Op elk negatief werd nu een hoofdkleur met een
stalen naald opengetrokken, waarna van elk negatief di-
rect een drukplaat kon worden vervaardigd.
Indien correcties nodig waren, werd het te corrigeren
deel van het negatief eenvoudig met lakoplossing afge-
Dr. A.J. Pannekoek, eindredacteur van de Atlas van Tropisch
Nederland, in zijn werkkamer op de Topografische Dienst in
Batavia.
dekt, waarna de veranderingen met de naald konden
worden gegraveerd.
De Atlas van Tropisch Nederland werd geheel volgens
deze nieuwe methode vervaardigd. De zeer vele, ingrij
pende correcties, die veelal na de proefdrukken van de
bladen noodzakelijk werden geacht, konden op die ma-
nier zonder moeite worden aangebracht. Zonder toepas
sing van deze nieuwe methode zou de produktie van de
atlas sterk zijn vertraagd.
Een ander probleem vormde het personeelstekort bij de
Topografische Dienst door bezuinigingen als gevolg van
de economische crisis in de jaren dertig. Daardoor kon
maar een beperkt aantal bladen tegelijk onder handen
worden genomen, zodat ook hierbij stagnatie optrad.
Van een synchrone afsluiting van de correcties kon hier-
door geen sprake zijn; in de atlaskartografie overigens
geen onbekend verschijnsel. Als handreiking aan de at-
lasgebruiker werden daarom in de inhoudsopgave - als
een ongewone dienstverlening - voor elk kaartblad de
jaren van respectievelijk voltooiing van de nettekening
en afsluiting van de correcties vermeld, zoals bij het
kaartblad Kleine Soenda Eilanden (behalve Bali en
Lombok) respectievelijk de jaren 1932 en 1936. Boven-
dien werden bij de overzichtskaarten van de grote eilan-
den en eilandengroepen de jaren van verschijning van
de geraadpleegde kaartbronnen vermeld; het belangrijk-
ste deel van deze bronnen was afkomstig uit de jaren
twintig.
Door de nogal omslachtige produktiewijze leek het
erop dat de atlas niet op tijd klaar zou zijn voor het
congres van de Internationale Geografische Vereniging
(IGU), dat in juli 1938 in Amsterdam zou worden ge-
houden. Om de produktie te bespoedigen werd op ver-
zoek van het KNAG het werk aan de atlas op de Topo
grafische Dienst verder uitgevoerd in overwerk. Het
KNAG Steide daarvoor in 1937 extra geld beschikbaar.
Deze beslissing leidde ertoe dat de atlas inderdaad op
tijd gereed kwam om op het IGU-congres te worden ge-
presenteerd.
Van succesvolle atlas tot zeldzaam object
De atlas werd een succes en de recensies in kranten en
tijdschriften in binnen- en buitenland waren zonder uit-
zondering lovend. Ook de prijs was alleszins redelijk:
16,— (indien de atlas moest worden opgestuurd kwam
daar 60 cent bij).
Het is niet duidelijk hoe groot de oplaag was. Volgens
het Jaarverslag van de Topografische Dienst in
Nederlands-Indie uit 1929 was het plan om er 5000
exemplaren van te vervaardigen, maar het is de vraag of
dit aantal ook inderdaad gedrukt is.
In Nederland zorgde, namens het KNAG, de uitgeverij
Martinus Nijhoff in Den Haag voor de distributie; in
Nederlands-Indie was dat de Topografische Dienst.
Heiaas hadden in Indie veel bezitters van deze atlas
maar kort plezier van hun bezit. Toen in 1941 een Ja-
panse inval dreigde kregen de atlasbezitters van het De
partement van Oorlog het verzoek hun atlas in te leve-
Kf 1992.XVIII.1
29