ren bij de Topografische Dienst. De reden was dat de
kaarten niet in handen mochten vallen van de eventuele
veroveraar. Velen gaven gehoor aan dat verzoek. De op-
mars van de Japanners ging uiteindelijk echter zo snel
dat de Topografische Dienst geen kans meer zag de in-
geleverde atlassen te vernietigen of onvindbaar te ver
bergen. De Japanners, zo gaat het verhaal, troffen ze in
Batavia 'in keurige Stapels' aan en hebben er vermoede-
lijk dankbaar gebruik van gemaakt.
In Nederland was de atlas volgens een opgave van de
firma Nijhoff in 1943 geheel uitverkocht.
Aan het eind van de jaren veertig werd in Indonesie ge-
sproken over een eventuele herdruk. De glasnegatieven
van de kaarten bleken nog in het kaartenmagazijn in
Gang Scott in Batavia bewaard te zijn gebleven. De
toenmalige vertegenwoordiger van het KNAG in Indie,
R. Schräder, de latere beheerder van het Geografisch
Instituut in Utrecht, werd verzocht onderhandelingen te
openen met het hoofd van de Topografische Dienst.
Door de snelle politieke ontwikkelingen hadden deze
pogingen echter geen resultaat en van een heruitgave
kwam niets terecht.
In het begin van de jaren vijftig werd het KNAG bena-
derd door uitgevers die belangstelling hadden en wilden
onderhandelen over de overname van de auteursrechten
op de atlas. Ook deze contacten hadden echter geen re
sultaat.
Wel gaf het Genootschap toestemming aan de uitgeverij
De Brug-Djambatan, onder directeurschap van H.M.
van Randwijk, om enkele kaarten over te nemen in hun
Atlas Semesta Dunia.
Er bleef echter vraag naar de Atlas van Tropisch Ne
derland, zowel in Nederland als in het buitenland. De
antiquarische prijzen Stegen naar het vijftigvoudige van
de oorspronkelijke prijs en de atlas werd een zeld-
zaamheid.
Eindelijk een heruitgave
Het was de bibliothecaris/kaartbeheerder van de Topo
grafische Dienst in Emmen, R. Braam, die de uitgevers-
wereld attent maakte op de Atlas van Tropisch Neder
land. Gezien de grote vraag naar de atlas leek een
heruitgave hem een interessant project.
Van het exemplaar van de Topografische Dienst werd
een aantal kaarten gescand, waarna er proefdrukken
werden gemaakt. Daarbij stuitte men op onverwachte
Problemen. Het bleek dat de teksten op de achterkant
van de bladen zichtbaar waren in het kaartbeeld. De
tekst was 'doorgedrukt'. Nader onderzoek leerde dat
dit ook bij andere exemplaren in mindere of meerdere
mate het geval was. Het wegwerken van de doorgedruk-
te tekst met speciale apparatuur was in principe in Ne
derland mogelijk, maar zou de prijs van de facsimile
atlas sterk verhogen. Daarom werd uiteindelijk van een
heruitgave afgezien.
Toch bleef er belangstelling voor dit project en kort
daarop besloot de heer Y. Heller van het antiquariaat
Gemilang uit Landsmeer de stap te wagen om een her
druk te laten vervaardigen. Hij gaf de uitgeverij Hill
House Publishers in Melbourne in Australie de op-
dracht 1000 exemplaren van de Atlas van Tropisch Ne
derland te laten drukken, hetgeen in Singapore gebeur-
de. Daar kon ook het probleem van de doorgedrukte
tekst op een betaalbare wijze worden opgelost.
In Oktober 1990 werden de eerste exemplaren van de
herdruk naar Nederland gestuurd en kon het resultaat
worden bekeken.
De fraaie facsimile atlas blijkt nauwelijks van de origi-
nele uitgave uit 1938 te onderscheiden, zowel wat be
treff de band als de kaarten. Niet alleen is deze uitgave,
net als die uit 1938, gebonden in groen, goudgestem-
peld linnen, maar ook de kaarten wijken qua kleuren
nauwelijks af. Zelfs het papier dat is gebruikt heeft de-
zelfde licht creme tint die ook de oorspronkelijke editie
kenmerkt.
Ook in deze uitgave zijn de kaarten, zoals dat in vak-
jargon heet, 'op steeltjes gebonden', zodat de kaarten
die twee tegenover elkaar liggende pagina's beslaan, ge
heel vlak kunnen worden gelegd.
Het enige dat afwijkt is de extra titelpagina, die aan de
atlas is toegevoegd, waarop de gegevens van deze her
druk staan vermeld.
De belangstelling voor de facsimile atlas blijkt groot,
vooral in het buitenland. Hoewel de inhoud van met
name een aantal thematische kaarten uiteraard sterk
verouderd is, en ook de spelling van veel namen inmid-
dels is veranderd, blijven vooral de gedetailleerde topo
grafische overzichtskaarten een belangrijke bron van
geografische informatie over de Indonesische archipel.
Een analyse van de atlas
De atlas bevat 31 dubbele kaartbladen met in totaal 165
kaarteenheden, waarvan er 144 aan Nederlands-Oost-
Indie zijn gewijd en 21 aan West-Indie. Veertien dubbe
le pagina's worden ingenomen door topografische over
zichtskaarten van eilanden en eilandengroepen en die
nen voor de beoogde algemene orientatie. De rest - dus
meer dan 50% - dient door middel van thematische
kaarten voor de realisering van de door het KNAG aan-
gegeven tweede doelstelling: het geven van een overzicht
van de stand van het wetenschappelijk onderzoek in de
kolonien. In de hierna volgende beschouwing zal de na-
druk worden gelegd op de kaarten van Nederlands-
Oost-Indie.
De topografische overzichtskaarten
De overzichtskaarten zijn getekend op schalen, die om-
gekeerd varieren met de grootte (hoe groter het eiland,
hoe kleiner de schaal), en met de betekenis van het af-
gebeelde gebied. Nieuw-Guinea is op de kleinste schaal
(1:3.000.000) getekend; Java in drie bladen op de groot-
ste (1:750.000); Sumatra eveneens in drie bladen op
1:1.500.000. Hoewel van relatief geringe betekenis, zijn
de zes Nederlandse Antillen vanwege hun minimale af-
KT 1992.XVIII.1
30