De omzetting van DLM in DKM
Het digitale landschapsmodel (DLM) beschrijft het ter-
rein (landschap, milieu) in termen van tijd, terreingeo-
metrie en thematische attributen; het digitale kartogra-
fische model (DKM) beschrijft de kaart, het beeldvlak,
in termen van stippen, strepen, vlekken, kleuren. De
centrale kartografische vraagstelling moet dan zijn: hoe
zetten we DLM om in DKM, welk proces is daarvoor
nodig?
Het proces heeft minstens twee aspecten: een be-
gripsmatig (betekenis, modaliteit, functie) en een tech
nisch (vorm, drager). Het technische aspect zal ik hier
niet verder behandelen. Een nadere analyse hiervan zou
leren, dat DKM soms nog verder moet worden op-
gesplitst in bestanden die de kaart of pagina beschrij-
ven in een vectorformaat en daaruit afgeleide, vaak heel
vluchtige, bestanden die hetzelfde doen in een rasterfor-
maat. Ook zal een definitieve kleurtoekenning bij weer-
gave op een beeldscherm vaak plaatsvinden door mid-
del van zeer snel te wijzigen Look Up Tables (LUT),
waarbij de geometrische vorm van de weer te geven pa-
tronen hetzelfde blijft. Maar ik zal me nu beperken tot
een aantal meer begripsmatige zaken.
Het citaat van Paul Klee, afgebeeld in figuur 8, geeft
aan waar het om gaat. Onze meest nauwkeurige weten-
schappelijke kennis (inhoud!), onze meest intelligente
interpretatie (inhoud!), ons diepste gemoed (modali
teit!) moet worden omgezet in grafische vormen op ma-
teriele dragers, en wel zodanig dat de zo verkregen
voorstellingen de lezer in beweging brengen (functie!).
Aan het DLM wordt de eis gesteld, dat het een correcte
beschrijving geeft van de wereld, in al haar dimensies.
Van DKM en de daarmee te maken kaart mag worden
verwacht dat ze, via het oog, een juiste mentale voor-
stelling (betekenis, modaliteit) en instelling veroorzaken.
Het omzettingsproces van DLM is, heel schematisch,
weergegeven in figuur 9. De inhoudelijke gegevens tijd,
terreingeometrie en thematische attributen waarin de
Figuur 9. De omzetting van DLM in DKM. Daarbij zijn ook
minder voor de hand liggende afbeeldingen mogelijk.
wereld beschreven is worden omgezet in vormgegevens
over opeenvolging (op papier of scherm), kaartgeome-
trie en de drie componenten van het verschijnsel kleur:
kleurtoon, helderheid en verzadiging. Hoe de omzetting
precies zal moeten plaatsvinden hangt af van de aard
van de attributen (gaat het om nominale, ordinale of
kwantitatieve grootheden?; zie de theorieen van Bertin),
van de modaliteit van de inhoudelijke gegevens (hoe ze-
ker is wat we willen uitdrukken?), van de schaal (ook
een kwestie van modaliteit) en van de functie van de
kaart (waar wordt hij voor gebruikt?).
De omzetting kan vaak eenvoudig zijn (wat tot theo
retische misvattingen kan leiden): tijd wordt dan afge
beeld in opeenvolging, terreingeometrie in kaartgeome-
trie en thematische attributen in kleuren. Zo is het bij
de meeste technische kaarten. Maar er zijn meestal ook
dwarsverbindingen mogelijk en nodig, in wat meer ge-
compliceerde thematische kaarten: een verandering in
terreingeometrie is zichtbaar te maken door objecten
meerdere keren over elkaar heen af te beeiden, waarbij
ook de kleur een rol kan speien; de kaartgeometrie kan
afhankelijk worden gesteld van de waarde van een the
matisch attribuut, zoals bij een anamorfose het geval
is; een straatnaam (dat is een thematisch attribuut van
een terreinobject!) moet worden omgezet in de geome-
trie (vorm en plaats) van lettertekens in de kaart. Een
terreinobject met meer dan een attribuut is af te beei
den in meerdere grafische dementen met verschillende
geometrie (bijvoorbeeld een vlaksymbool met daarin
een puntsymbool; het weergegeven attribuut heeft dan
beslist niet betrekking op het zwaartepunt van het ter
reinobject, zoals in ormeling kraak, 1990, p. 123
wordt beweerd). Een attribuut kan ook worden weerge
geven buiten, zelfs ver naast, de afbeelding van de geo
metrie van het object waar het bij hoort: ons brein
knoopt alles wel weer aan elkaar (figuur 10). De grafi
sche voorstelling heeft, in samenspei met ogen en herse-
nen, zo zijn eigen wetmatigheden. Kunstenaars beseffen
KT 1992.X VI I LI
Maar nog meer moet ik anderzijds hier
benadrukken, dat de meest nauwkeurige
wetenschappelijke kennis van de natuur,
van de planten, van de dieren,
van de aarde en haar geschiedenis,
van de sterren ons niet vooruithelpt,
wanneer we niet van alle gereedschappen
voor haar weergave zijn voorzien.
Dat ons de meest intelligente interpretatie
van het samenspei van deze dingen
in het wereldgeheel niets helpt,
wanneer we niet ook in deze richting
met vormen zijn uitgerust.
Dat ons ook het diepste gemoed,
de schoonste ziel niets helpt,
wanneer we de bijbehorende vormen
niet bij de hand hebben.
Paul Klee, Das bildnerische Denken
College-aantekeningen van 14 november 1921
Figuur 8. tVat brengt ons in beweging?
D1G1TAAL
LANDSCHAPS- 1
MODEL 1/
(3D/ZD)
DIG1TAAL
KARTOGRAFISCH
MODEL
(2.D)
TIJD
OPEENVOLGING
TERREIN-
KAART-
GEOMETRIE
xT GEOMETRIE
THEMATISCHE
KLEURTOON,
ATTRIBUTEN
HELDERHEID,
VERZADIGING
INHOUD, VORM,
MODALITEIT SCHAAL,
FUNCTIE
40