met de tekenautomaat gegraveerd (gebouwen, water, overige belijning en bouwplannen), die vervolgens 'handmatig' verder worden bewerkt tot een kartogra- fisch produkt (eindfilms naar de drukkerij). Hierover is in Geodesia 1984, nummer 5, gepubliceerd. Een tweede ontwikkeling is nog deels een denkbeeld. Het gaat daarbij om een meer schematisch kartogra- fisch beeld van de stad dat kan ontstaan uit twee de menten. Ten eerste is dat de territoriale indeling van Rotterdam in deelgemeenten, wijken, buurten en sub- buurten. Het tweede dement is een lijnsegmenten- systeem van straatassen van de stad. Het eerste element bestaat uit ongeveer 1300 gebiedjes, de kleinste ca. 20 ha, ook in het havengebied. Het is een stelsel dat is ver- ordend door B en W en dat centraal wordt onderhou- den met minimale wijzigingen en alleen dän, wanneer daarvoor bestuurlijke of pianologische motieven zijn. Het stelsel bestaat reeds 10 jaar en de gemeentelijke takken van dienst zijn verplicht om de gebiedscodering op te nemen in alle relevante informatiesystemen. Het is een stabiel systeem gebleken dat veel als referentie wordt gebruikt. Dit stelsel wordt via beeldschermtech- niek onderhouden. Het lijnsegmentensysteem van de stad is in opbouw. Lijnsegmenten zijn vooral bruikbaar wanneer daar adresranges aan zijn gekoppeld. Deze vormen een brug om allerlei soorten informatie, voorzien van adresgegevens, te localiseren en desge- wenst te clusteren naar een hoger aggregatieniveau, bij- voorbeeld naar wijk of buurtniveau. Op deze wijze hebben we een geautomatiseerd middel om massale in formatie geografisch te ordenen en voor kartografische bewerking geschikt te maken. Afbeelding kan vervol gens geschieden tegen de achtergrond van de bestaande basiskaarten. We zijn bezig hiermee te starten. Ik had het hiervoor over een denkbeeld en wel de ont wikkeling van (schematische) kartografie vanuit de lijn segmenten. Wanneer we de lijnen dubbellijnig maken en koppelen aan de reeds bestaande wegenclassificatie ontstaat een (primitief) beeld van de stad dat bepaalde voordelen biedt boven 'echte' kartografie. Het is ge- makkelijk bij te houden (goedkoop dus), vraagt weinig geheugenruimte in de Computer en het is derhalve rela- tief snel (zolang dit tenminste nog een probleem is). Wellicht kunnen we dit denkbeeld verder uitbouwen tot een bruikbare basiskaart. Uiteraard is het van belang dat gebruikers worden benaderd om te vragen naar hun wensen; kan en wil men er wat mee doen? Voorts is het van groot belang of we erin slagen de voortdurende fi- nanciele druk te weerstaan. Een nieuwe kaartserie toe- voegen kan alleen als daardoor andere kosten (kaarten) kunnen wegvallen of goedkoper worden of wanneer er nieuwe inkomsten mee gegenereerd kunnen worden. Dat brengt mij tot een tweede paragraaf. Zijn er paral- lelle ontwikkelingen waaruit we kunnen leren? Een parallelle ontwikkeling Topografische basiskaarten die veelvuldig bewerkt wor den en gebruikt als ondergrond voor thema's worden tot nu toe veelal door de overheid gefinancierd. Dat geldt voor de kaartseries van de Topografische Dienst in ons land en in vele andere landen. Het geldt ook voor de stedelijke kartografie in Nederland. Wat ons opvalt - en dat zal mede zijn oorzaak vinden in de bezuinigingsronden die met name bij de gemeen telijke overheid al in het begin van de jaren tachtig om zieh heen grepen - is dat de verkoop van gedrukte kaarten duidelijk is afgenomen. Komt dat alleen omdat iedereen zuiniger omgaat met middelen? Vroeger bestel- de men 2, 3 of 5 kaarten; de zelfde klant vraagt nu om 1 2 stuks. Kan men ze gemakkelijker kopieren/scan nen zodat ze minder bij de bron/de auteur worden ge kocht? Of is er tevens een veranderde vraag aan het ontstaan? Alvorens hierop antwoord te geven, vertel ik wat wij in Rotterdam binnen de landmeetkunde en met name bij de grootschalige topografie beleven. De Grootschalige Basiskaart van Rotterdam is reeds een aantal jaren digitaal (1983). Vroeger werd de kaart cen traal gefinancierd (uit de Begroting Gewone Dienst). Gebruikers van de informatie betaalden slechts de re- produktiekosten (enkele rijksdaalders voor een papier- afdruk, enkele tientjes voor een calque). Met de invoe- ring van geautomatiseerde (digitale) grootschalige topografie zijn de kosten gestegen; het produkt is sterk verbeterd (exacter - maatvaster - meer variatie in de in- formatielevering mogelijk - digitale levering - meer ac- tualiteit). Tegelijkertijd zijn de bijdragen uit de Gemeentebegro- ting (relatief) verminderd; daarvoor is compensatie ge- vonden in de vorm van bijdragen van gebruikers. We zijn ook werkzaamheden kwijtgeraakt: door derden betaald werk, montages maken van aangrenzende bla- den en 'uitsnedes', en voorts schaalveranderingen. Een en ander doet de digitale gebruiker nu zelf. Dergelijke verschuivingen in het werkpakket vinden eveneens plaats in de maatvoering. Betrouwbaar matenplans doorrekenen was vroeger een landmetersaangelegen- heid; de stedebouwkundige (met zijn dikke potlood) waagde zieh hier niet aan. Thans heeft die zelfde stede bouwkundige een tekenstation dat feilloos coördinaten berekent. Dit kunnen we hem niet verbieden; we zijn derhalve werk kwijt. Gelukkig heeft de landmeter compensatie gevonden voor werk dat hij is kwijtgeraakt: het beheer van hoog- waardige Systemen vraagt veel deskundige aandacht. Ook de actualiteitsverbetering vraagt extra inzet. Als wij de balans opmaken bij de grootschalige basis kaart kunnen we de volgende conclusies trekken. Het aantal mensen in meetploegen is relatief verminderd (een meetploeg van 2 man die veel meer binnen brengt dan de driemansploeg van vroeger). Het aantal mensen dat op kantoor de zaken draaiende houdt is - eveneens in absolute zin - toegenomen. De kwaliteit/actualiteit van het produkt en het niveau van de mensen is toege nomen. De toegenomen kosten kunnen worden gefinan- cieerd uit bijdragen van gebruikers. In Rotterdam is de overgang van analoge naar digitale grootschalige topografie reeds een aantal jaren achter de rüg, d.w.z. de leverancier Gemeentewerken, afdeling KT 1992.XVIII.1 45

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 47