Landmeten en Vastgoedinformatie, levert het produkt. Nog niet alle Rotterdamse afnemers gebruiken de infor- matie digitaal. Wanneer dat eenmaal het geval is, zal dat ongetwijfeld nieuwe wensen/eisen ten aanzien van het produkt en de mogelijkheden ervan opleveren (zoals objectgerichte structuren, koppelingen aan administra- tieve gegevens, de derde dimensie). Kijken we naar Ne- derland in zijn geheel dan is deze overgang nog slechts ten dele gerealiseerd; de GBKN Staat juist in deze tijd volop ter discussie. Wat wij t.a.v. de kleinschalige topo- grafische basiskaarten verwachtten (de kartografie) spie gelt zieh wellicht aan hetgeen wij bij de grootschalige kaarten hebben ervaren. Ontwikkeling van de stedelijke kartografie Kenmerkend voor de stedelijke kartografie is dat deze op kosten van de gemeenschap (de stedelijke overheid) zorgdraagt voor de bijhouding van de topografische moederbestanden op diverse schalen. Eindprodukten zijn: 1. gedrukte kaarten; 2. diverse (film)dragers met deelinformatie die bruik- baar zijn voor themakartografie. Wat doen we nu met de mogelijkheden van de automa- tisering? In eerste instantie lijkt het voor de hand te liggen - om via scannen - de bestaande informatie in het computer- geheugen te brengen. Dat brengt een hoeveelheid kosten met zieh mee; de gebruikers verwachten dat de op deze wijze verkregen bestanden 'naadloos' zijn. Dat is thans niet het geval, niet alleen doordat de bladen in hand kracht altijd een zelfstandig leven hebben geleid maar ook door de cyclische bijhouding. Na de bestandsopbouw volgt bijhouding via beeld- sehermtechniek. Als we aannemen dat de vernieuwde werkwijzen sneller zijn (minder manuren) en dat ook het kostenplaatje van de bijhouding goedkoper uitvalt, dan kan de in- vestering in de bestandsopbouw worden terugverdiend. U mag uit mijn redenering afleiden dat we gewend zijn heel bedrijfsmatig om te springen met een en ander. Het eindprodukt is dan weer tweeledig: 1. een gedrukte kaart (wellicht goedkoper); 2. geen filmdragers, maar - laten we zeggen - informa- tielagen in de Computer die kunnen worden benut voor themakartografie. Wanneer we het op deze wijze aanpakken hebben we de oude werkwijze nagebootst met behulp van computer- techniek en gebruiken we de automatisering uitsluitend om versneld en voor minder geld (en vooral met minder manuren) het zelfde eindprodukt (gedrukte kaarten) te maken. Mijns inziens is dit onjuist c.q. onvoldoende. Er zijn namelijk nieuwe Produkten nodig; Produkten die de gebruikers nodig hebben. Ik bedoel dan met name die categorie van gebruikers die zelf met geautomati- seerde middelen (beeldschermen en tekenmachines) wer ken. Die gebruikers zijn in een zeer breed werkterrein actief. Alle soorten toepassingen komen voor. We kun nen een en ander aanduiden door middel van de func- ties van de kaart: voorlichting, representatie, overzicht, statistiek, bestuur, organisatie, ruimtelijke ordening, planning, beheer, ontwerp, uitvoering van werken. We kunnen zelf allerlei nieuwe ontwerpen bedenken, maar we moeten een en ander natuurlijk vooral vragen aan de gebruikers (geen aanbodsystemen, maar een vraagsysteem): Hoe moet die digitale kleinschalige kaart er uit zien? Zijn het gekleurde achtergrondplaatjes? Moet er een bepaalde logische struetuur in zitten? Moeten er koppelingen gemaakt kunnen worden naar administratieve gegevens, naar bestuurlijke in- deling, naar bepaalde - door iedereen gewenste - thema's? Moeten die thema's centraal worden bijgehouden? Zou een en ander een nieuwe funetie kunnen zijn voor de stedelijke kartograaf? Natuurlijk zijn er meer vragen te stellen: Zullen de nieuwe mogelijkheden van de computer- techniek concurrerend werken voor de gedrukte kaart of zullen die goedkopere werkwijzen nu juist een Stimulans zijn voor gedrukte kaartproduktie? Ook rijst de vraag of - ik herinner u aan de stede- bouwkundige die tegenwoordig zonder hulp van de landmeter zijn matenplans maakt - een deel van het werk dat thans door de kartograaf wordt gedaan wellicht wordt overgenomen door andere diseiplines. Algemeen gesteld: wat zal onze taak kunnen zijn in het tijdperk van de beeldschermkartografie, elektrostatische plotters, kleurenkopieerapparatuur enz. Als we niets doen, verliezen we mijns inziens veel terrein, niet alleen als (gemeentelijk) bedrijf maar ook als vakdiseipline. Ik heb u geschetst in welke fase de ontwikkelingen in Rotterdam verkeren. Veel echte nieuwe dingen zijn daarbij niet te vermelden, misschien alleen de overtui- ging dat de overheidskartografie een gepast antwoord moet vinden op de ontwikkeling van de beeldscherm- technologie en de roep om digitale levering van bestan den. Wij zijn voornemens een over-all-studie te doen van de problematiek van de kartografie waarbij niet alleen wordt geprobeerd de automatiseringsmogelijkheden te benutten als een moderne vervaardigingswijze voor het eindprodukt de gedrukte kaart, maar waarbij vooral aandacht zal worden gegeven aan de ontwikkeling van totaal nieuwe digitale Produkten waar de klant vandaag om vraagt (gaat vragen). Als een vernieuwde funetie voor de stedelijke kartogra fie wordt gevonden zal deze - tenminste, in de lijn van de traditie - inhouden dat de overheid geld ter be- schikking blijft stellen om centraal dingen te doen die door niemand anders kunnen worden ondernomen. In dien de overheid een en ander niet alleen wil financie- ren, moeten de gebruikers een deel bijdragen. Proble men worden veroorzaakt als een aantal gebruikers de informatie via de achterdeur bij ons weghaalt, waardoor Lees verder op blz. 33. 46 KT 1992.X V1111

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 48