Op elke ICA-conferentie vindt er een ontmoetingplaats van de leden van de interna tionale ITC-familie. Zo ook in Bournemouth. Geschiedenis van de kartografie De voorzitter van het organisatie- comite en directeur (nog net, want hij is inmiddels opgevolgd door Rhind) van de Ordnance Survey, McMaster, mocht in de plenaire sessies het spits afbijten met een lezing over 200 jaar Britse nationale kartering bij de jubi- lerende topografische dienst. Voor 1814 waren er reeds 30 miljoen kaarten gedrukt, maar ook nu en in de toekomst speelt de Ordnance Survey een belangrijke rol in Groot-Brit- tannie. Lui Jiaxin deed kond van belangrijke nieuwe ontdekkingen van oude kaarten in China, zoals de eerste en längste toeristenkaart uit de Tang dynastie (van Wangchuan); een lange en smalle in steen gegraveerde kaart van de berg Wutai uit de Ming- dynastie; en een zeer gedetailleerde in boomstam en wortel gegraveerde kaart. Mevrouw Pelletier hield een boeiend verhaal over de financiele kant van de kaart van Cassini en als laatste spreek- ster kon sessievoorzitter Ormeling jr. een andere coryfee op het gebied van de historische kartografie aankon- digen en wel Wallis. Zij schetste een beeld van de geschie denis van de Britse thematische karto grafie, die vooral begon in de 17e eeuw met kaarten voor zeevaart met als belangrijkste thema de winden en getijden. Daarnaast gaf zij voor- beelden van kaarten die de versprei- ding van ziekten en misdaad toonden in relatie tot de bevolkingsverdeling. Onderwijs De eerste spreker, Castner (Canada), schetste de perspectieven voor het kar- tografisch onderwijs, gerelateerd aan de traditionele aanpak van symbool- ontwerp met betrekking tot de kaart- gebruiker. Een digitaal beheer van ruimtelijke informatie zal uiteindelijk de basis moeten zijn voor het onder wijs in de kartografie. lkhuoria en mevrouw Onyeka uit Nigeria behandelden de kartografi- sche opleidingen aan universiteiten en hogescholen in hun land en gaven daarbij speciale aandacht aan de deel- name van vrouwen en aan hun posities in kartografische instellingen. Na een presentatie van Ormeling jr. gaven Brimicombe en Garforth ten- slotte een overzicht van de opleidingen op het gebied van GIS/LIS, compu- terkartografie en landmeetkunde en geo-informatica in Hong Kong. De vraag naar dergelijke opleidingen werd vooral gei'nitieerd door het oprichten van een land informatie cen- trum binnen de 'Buildings and Lands Department'. Kaarten voor gehandicapten AI sedert Perth, Australie (1984), vormen kaarten voor gehandicapten een belangrijk thema op de ICA-con- ferenties. Vaak gaat het daarbij uit- sluitend om kaarten voor blinden en slechtzienden, maar O'Brien en McFe- tridge uit Newcastle vroegen ditmaal ook aandacht voor de kartografische informatiebehoeften van andere licha- melijk of geestelijk gehandicapten. In de volgende sessie ('Gebruik en ont- werp') deden Vujakovic en Matthews (UK) dat ook. De drie andere lezingen in deze sessie richtten zieh echter weer op blinden- kaarten. Specialist Tatham uit Groot- Brittannie gaf een beeld van de huidige theoretische en praktische inzichten op het gebied van het ontwerpen van dergelijke kaarten en benadrukte daarbij, net zoals nu in de kartografie als geheel weer het geval isde gebruiks- aspecten. Modern was zeker ook de lezing van Coulson, Rieger en Wheate van de Universiteit van Calgary in Canada, die ingingen op het direct vervaar- digen van kaarten voor blinden en slechtzienden uit een GIS. Kadmon uit Israel behandelde eveneens een com- putergesteunde manier van vervaar - digen van dit type kaarten, met name statistische blindenkaarten, en behan delde daarnaast een onderwerp dat tot dusver ook nog geen of weinig aan dacht had gekregen in dit speeifieke veld van onderzoek: de keuze van een geschikte kaartprojectie. Gebruik en ontwerp Naast de al aangehaalde paper van Vujakovic en Matthews hoorde ook een andere lezing in deze sessie qua onderwerp in de vorige thuis. Het betrof hier een overigens zeer enthou- siast gepresenteerde, en daardoor de aandacht trekkende, lezing van Regina Vasconcellos over het ver- strekken van grafische informatie over het Braziliaanse regenwoud aan visueel gehandicapte kinderen. De presentatie van Lindberg en Wikström had ook beter in een andere sessie gepast. Zij behandelden name- lijk de ontwikkeling van een digitale produktielijn voor de vervaardiging van de kaartseries op de schalen 1:20.000 en 1:50.000 bij de Zweedse topografische dienst. Gelukkig was er hier nog een lezing, die wel binnen het thema van de sessie viel en wel die van vakcoryfee Judy Olson uit de VS. Haar boodschap was dat kartografen zieh tegenwoordig moeten richten op het betekenisvol maken van ruimtelijke informatie voor de gebruiker. En dat hoeft in het tijdperk van GIS en ruimtelijke gege- vensbestanden niet altijd meer met behulp van kaarten. KT 1992.XVIII.2 31

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 33