Digitale kartografie De wezenlijke inhoud van de drie ses- sies over de computerkartografie bestond uit vier onderwerpen: een theoretische discussie over kar- tografische communicatie; praktische Problemen met betrek- king tot kartografische communi catie; algoritmen en transformaties; en digitale produktielijnen. Deze onderwerpen worden hier kort besproken. De theoretische discussie werd opge- start door Jean-Phillippe Grelot van het IGN in Frankrijk. Hij beschreef de evolutie van de Franse kartografie van de kaart van Cassini (18e eeuw), via de 'Carte d'Etat Major' (19e eeuw), tot de 'Carte de France' op schaal 125.000 (20e eeuw). De eerste was een administratieve kaart om het centrale gezag te dienen, de tweede was een militaire kaart en de derde een net- werk-communicatiekaart ter stimule- ring van de economische ontwikke- ling. In al deze kaarten zien we de vol- gende constanten: geometrische, topologische en grafische aandui- dingen, die dienen ter beantwoording van vragen die steeds ingewikkelder worden naarmate kaarten onderdeel gaan vormen van geografische infor- matiesystemen. Er werden twee papers gepresenteerd over de praktische Problemen met betrekking tot kartografische commu nicatie: de ene behandelde de commu nicatie in de context van de computer kartografie en de andere was een demonstratie van filmkartografie ten behoeve van visualisatie (visualisatie, een term afkomstig uit de GIS-wereld en voor kartografen niet bepaald nieuw, was op de conferentie in Bour- nemouth overigens misschien wel het modewoord). In de eerste lezing stelden de dames Makkonen en Sainio uit Finland dat een 'harde' kaart een passieve kaart is, terwijl een op het scherm weergegeven digitale kaart een kartografisch gegevensbestand is met visualisatie van kartografische gege- vens. Dienovereenkomstig defi- nieerden zij computergesteunde kar tografische informatie als een combi- natie van kaartgegevens, kaartkennis, Software, hardware en procedures. Vandaar dat de 'zachte' kaart, als tegenhanger van de 'harde' kaart, een nieuwe dimensie heeft verschaff aan de communicatie aangezien de gebruiker nu een actieve partner is in het informatiesysteem (hij kan de kaart naar believen veranderen). De tweede presentatie van Dibiase e.a. (USA) was een overweldigende demonstratie van de visuele kracht van filmkaarten voor het communi- ceren van ruimtelijke informatie. Ani- matie, in dit geval tot stand gebracht met behulp van Macintosh Software, geeft een nieuwe dimensie aan de com municatie, omdat het oog de neiging heeft om zieh te concentreren op dingen die bewegen en niet op stati sche verschijnselen. Aldus kan men visuele prioriteiten leggen door dyna mische en statische dementen in dezelfde kaart tegenover elkaar te plaatsen. Douglas (Canada) presenteerde de voordelen van een goed grenzen-net- werk algoritme ten behoeve van het inkleuren van gebieden, oppervlakte- berekening, 'neighbour analysis' e.d. Omdat het hierbij gaat om een project op lange termijn, ging hij alleen in op de functionaliteiten en niet op de details van zijn algoritme. Er waren drie papers over generali- satie, een vorm van transformatie die vereist is bij schaalverandering. Spre- kers, naast Müller, waren twee Duit- sers, die verslag deden van hun genera- lisatiewerk op grotere schaal (110.000 en 1:25.000). Jäger presenteerde algo ritmen voor de verplaatsing van kaartelementen en Powitz algoritmen voor de generalisatie van gebouwen en stratenpatronen. De resultaten van de laatste waren nogal indrukwekkend: zijn programma's zijn daarom al geimplementeerd in het GIS Phocus systeem van Zeiss. De beide Duitsers hadden strikt procedurele algoritmen, terwijl Müller daarentegen een op regels gebaseerde benadering over- weegt. Floewel ze de conferentie niet konden bijwonen, diende een team van Japanse onderzoekers (Yagi e.a.) toch een interessante paper in over het automatisch digitaliseren van topo- grafische kaarten op schaal 1:25.000. Zij hebben een programma ontwik- keld dat hoogtelijnen kan herkennen in een bestand van gescande gegevens en de door de hoogtecijfers veroor- zaakte gaten in de lijnen kan opvullen. Het proces is echter niet volledig geau- tomatiseerd: zij stellen dat de optimale oplossing een combinatie is van auto- matisering en interactieve bewerking. In haar lezing over de herziening van grootschalige kartografische gege- vensbestanden liet oud ITC-studente Karin Haldrup zien dat er in Dene- marken om economische en prakti sche redenen een trend is in de richting van minder details en meer eenvoudige kaartgegevens, maar tegelijkertijd willen de mensen een jaarlijkse herzie ning. Deze trend Staat echter op gespannen voet met de wens tot een grotere mate van strueturering van de data. Voor hun toepassingen vragen gebruikers nu meer dan alleen maar het tekenen van lijnen op een scherm. De wetenschappelijke zaken die in de pauzes worden gedaan (hier door Sjef van der Steen) zijn vaak even belangrijk als de officiele programma-onderdelen (foto: C.P.J.M. van Elzakker). KT 1992.XVIII.2 32

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 34