Inhoud van het bestand De werkgroep die de inhoud van het bestand moest vast- stellen, heeft alle mogelijke onderwerpen bekeken en gegroepeerd in acht thema's: oppervlaktewater, afwate- ring, watervoorziening, waterkering, waterkwaliteit, grondwater, topografie en diversen. Ieder thema werd onderverdeeld in punt-, lijn- en vlakvormige elementen. Uit alle mogelijke onderwerpen is uiteindelijk slechts een beperkt aantal uitgekozen. De belangrijkste conclusies van de werkgroep Inhoud zijn: het bestand zal alleen ruimtelijke informatie bevatten, met een nauwkeurigheid die overeenkomt met een kaart op schaal 1:50.000; de informatie rieht zieh in hoofdzaak op het kwanti- tatieve beheer van het oppervlaktewater; voor de afwatering wordt uitgegaan van het zoge- heten 'hoofdwater'. Dit omvat meer wateren dan het tot nu toe gebruikte 'buitenwater'. De hierop afwate- rende gebieden worden verdeeld in 'Systemen, groepen en dementen' als vervanging van de huidige 'eenheden, delen en onderdelen'; er mag geen overlap zijn met andere bestanden op het gebied van waterkwaliteit of grondwater, maar er moeten wel mogelijkheden worden geboden voor combinatie met gegevens uit andere bestanden; het bestand geeft minder informatie over de lokale waterhuishouding dan de huidige kaart, voor die details wordt verwezen naar de waterschappen; er is een classificatie naar grootte nodig van kunst- werken (gemalen, sluizen, stuwen e.d.), om een snel overzicht van de belangrijkheid te krijgen; de kunstwerken worden ingedeeld naar funetie (dus niet naar bijvoorbeeld bouwwijze) en de richting wordt ook in het bestand vastgelegd; de herzieningscyclus voor inwinning moet terugge- bracht worden naar vijf jaar. Voor de verdere data-analyse is gewerkt met het concept van entiteiten, attributen en relaties uit de SDM (System Development Methodology). In dit Stadium was het eerste probleem het niveau waarop de entiteiten onder- scheiden moesten worden. Aanvankelijk werd hiervoor het thema-niveau gekozen, maar al spoedig werd duide- lijk dat entiteiten beter op hetzelfde niveau genomen konden worden als legenda-eenheden in een kaart. Een ander symbool in de kaart betekent dus een andere enti- teit in het bestand. In totaal zijn 55 entiteiten en 146 attributen geselecteerd en een beperkt aantal relaties beschreven (damoiseaux, 1991). Gedurende het vaststellen van de inhoud werd de klank- bordgroep meerdere malen geconsulteerd en haar opmerkingen hebben het eindresultaat duidelijk bei'nvloed. Vormgeving van de nieuwe kaart Een andere werkgroep had als taak een geheel nieuwe vormgeving te ontwikkelen voor de körnende editie van de te drukken kaart en kreeg van het projeetteam de volgende richtlijnen mee: de kaart moet eenvoudig uit het bestand kunnen worden gemaakt en de inhoud hiervan vrijwel geheel weergeven; de kaart moet goed leesbaar zijn; de lay-out moet aantrekkelijk zijn en geschikt voor distributie in gevouwen vorm; de classificatie van kunstwerken moet in de vormge ving tot uitdrukking komen, zodat ook visueel hoofd- zaken van bijzaken te onderscheiden zijn. Verder werd geadviseerd om te streven naar omgrenzing van de afwateringsgebieden met enkelvoudige lijnen (in plaats van de huidige biezen), waarin de afwaterings- kunstwerken goed zichtbaar zijn; en om het huidige grote kleurverschil in aangifte tussen 'gewone' en 'belangrijke delen' te verminderen. De werkgroep Vormgeving is begonnen met een basis- ontwerp waarin de hoofdlijnen zijn vastgelegd. Bekeken is welke informatie moet worden weergegeven en wat de belangrijkheid is. Vervolgens is nagegaan welke karto- grafische expressiemiddelen gebruikt moeten worden om deze informatie op de gewenste wijze weer te geven. Belangrijk uitgangspunt hierbij is de keuze voor stan- daard-vierkleurendruk. Dit verlaagt de drukkosten (de huidige kaart kent 10 tot 12 drukgangen) en vergemak- kelijkt de uitvoer in kleur op electrostaten of inkjetprin- ters. Een nadeel is wel dat dit de kleurkeuze voor lijnen en tekst sterk beperkt. De belangrijkste resultaten uit het basisontwerp zijn: de kleur eyaan wordt gereserveerd voor hoofdwater, belangrijke binnenwateren en transportleidingen, waternamen, maar ook voor de systeemcodering; magenta is bestemd voor afwateringsgrenzen (met inbegrip van primaire waterkeringen) en afwaterings- kunstwerken, waarbij de hoofdkunstwerken boven- dien met een gele ondergrond benadrukt worden; zwart is bestemd voor watervoorzieningskunst- werken, maar ook voor administratieve gegevens zoals provinciegrenzen en namen en grenzen van waterschappen; de topografie (inclusief de kleinste binnenwateren) wordt in grijs (gerasterd zwart) weergegeven; voor dubbelfuncties, zoals een schutsluis die tevens voor afwatering en/of watervoorziening wordt ge bruikt, zijn aanvullende regels opgesteld; alle kunstwerken worden op de juiste plaats in de topografie gepositioneerd, zoals ze ook zijn gedigita- liseerd voor het bestand. Alleen indien dit niet moge- lijk is worden ze vertekend of aangepijld; uit de vorm van het symbool moet ook de stroomrich- ting blijken; voor de afwateringssystemen worden mengkleuren gekozen die overeenkomen met de kleuren op de hui dige Waterstaatskaart. Als aanvulling hierop zijn ver- wante kleuren gekozen voor de bijzondere groepen (dit zijn de eerder genoemde 'belangrijke delen') en donkerder tinten voor de boezemgebieden. In dit Stadium is ook een eerste aanzet voor de randin- formatie en de lay-out gegeven. KT 1992.XVIII.2 41

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 43