zenden pagina's geschreven tekst. De keuze van de meest geschikte gegevens (en bewerkingen) voor de afleiding van bepaalde informatie wordt daardoor aanzienlijk bemoeilijkt (abel, 1989). Het belang van het snel archi- veren, karakteriseren en toegankelijk maken van gege vens valt niet te bagatelliseren en gelukkig wordt deze noodzaak steeds meer onderkend (cromp, 1991; lai& GILLIES, 1991; MCDONALD BLAKE, 1991). Maar naast de theoretische voordelen zijn de praktische beperkingen minstens even belangrijk om te overwegen. Immers, op welk niveau moet meta-informatie worden vastgelegd? Bestands-, objects- of misschien zelfs punts- niveau? Elk van deze mogelijkheden brengt geheel eigen consequenties met zieh mee voor de afleiding, opslag en weergave. Moet de meta-informatie in een of andere gestandaardiseerde vorm worden gegoten zoals nauw- keurigheid, daarbij de vergelijkbaarheid van gegevens aanzienlijk vereenvoudigend, of betekent deze mate van aggregatie juist informatieverlies? Het antwoord op tal van dergelijke vragen is onderwerp van onderzoek, maar duidelijk is al wel dat verschillende praktische omstandigheden dit antwoord telkens anders zullen bei'nvloeden. Organisatorische en financiele factoren speien ongetwijfeld een grote rol in de overwegingen die tot beslissingen betreffende de aard van de meta-infor matie en de wijze van overdracht daarvan moeten leiden. Impliciet stoelen deze beslissingen op een kosten- batenanalyse waarin sprake zal zijn van een bepaald omslagpunt waarna de investering in meer, of meer nauwkeurige meta-informatie niet meer rendeert gezien de resultaten van de integratie. Wanneer kennis beschik- baar is over dit soort overwegingen, dan kan op een efficiente en flexibele wijze worden geantieipeerd op verschillende omstandigheden. Het voorgaande kan gei'llustreerd worden aan de hand van een voorbeeld waarin de rol van nauwkeurigheidsin- formatie centraal Staat. Deze informatie kan zeer gede- tailleerd zijn, door voldoende te investeren in de aflei ding ervan. Echter, op een bepaald moment zal de infor matie niet veel meer toevoegen terwijl de kosten oneven- redig blijven toenemen. De beoogde toepassing zal bepalen of de baten nog steeds tegen de kosten blijven opwegen (figuur 5). Nauwkeurigheidsinformatie voor een gewasclassificatie zou in het geval van een inventari- satiestudie kunnen bestaan uit een 'percentage correct' voor iedere klasse. Verder investeren in bijvoorbeeld additionele informatie om de nauwkeurigheid op per- ceelsniveau af te leiden, is in zo'n situatie overbodig. Wanneer daarentegen de concentratie van bepaalde bodemverontreinigende Stoffen wordt onderzocht, dienen de waarden niet alleen zelf een zo hoge mogelijke nauwkeurigheid te bezitten, maar moet tevens de infor matie waarop die nauwkeurigheid is gebaseerd zo vol- ledig en betrouwbaar mogelijk zijn. Extreem hoge kosten (bijvoorbeeld voor bemonstering en laborato- riumonderzoek) kunnen leiden tot beter gefundeerde uitspraken betreffende de nauwkeurigheid van de gege vens (metingen). Op deze weloverwogen wijze kunnen de juiste acties worden ondernomen, waarbij nadelige consequenties tot in het uiterste worden terugge- Figuur 5. De relatie kosten-baten voor drie situaties. Curve A beschrijft een situatie waarin de baten op een gegeven moment vrijwel stagneren, terwijl de kosten blijven toenemen. Met curve B wordt een situatie geschetst waarin, als gevolg van grote investeringen, nog steeds een belangrijke toename van de baten wordt verkregen. Curve C vertoont een gelijkmatige toename van de baten met toenemende kosten. drangen. Bij dit laatste kan men denken aan financieel- economische consequenties, zoals sanering in een te laat Stadium tengevolge van verkeerde beslissingen, geba seerd op onvolledige of zelfs foute nauwkeurigheidsin formatie. Maar ook sociale en juridische consequenties dienen te worden overwogen, bijvoorbeeld onverant- woordelijke beslissingen als woningbouw op gifgrond en de daaruit voorvloeiende gezondheidsrisico's en schade- claims. Een eerste stap in de ontwikkeling van een duidelijk concept betreffende meta-informatie bestaat in het onderscheiden van twee verschillende maar niettemin minstens even belangrijke uitingen van dit soort infor matie. Ze kunnen worden getypeerd als respectievelijk fysieke en inhoudelijke meta-informatie. Fysieke meta-informatie heeft betrekking op feiten die voor een gegevensbestand als zodanig gelden: coördi- naten die de begrenzing aangeven van het beschreven gebied, thema, opnamedatum en -medium, en een over- zicht van de bewerkingen die reeds zijn ondergaan zijn slechts enkele voorbeelden die in dit kader kunnen worden genoemd. De op deze manier vergaarde kennis is beperkt tot de 'lineage' en gaat in feite voorbij aan meer gegevensspeeifieke eigenschappen, die aan de basis staan van de kwaliteitsinformitie. Het is deze 'content- based' meta-informatie (mcdonald blake, 1991) die nochtans in Sterke mate ontbreekt; digitale gegevensbe- standen worden veelal slechts ontsloten aan de hand van een voor dat doel juist toereikende hoeveelheid aan informatie. Gegeven de bovenstaande tweedeling is het duidelijk dat met name de inhoudelijke meta-informatie veel meer aandacht verdient. De Problemen waaraan de eerder gestelde vragen refereren vereisen een gestandaardi seerde benadering waarbij echter rekening wordt gehouden met verschillende praktische omstandig heden. Dit betekent geenszins dat de behandelde proble- matiek zieh alleen in de praktijk laat oplossen. Het moet mogelijk zijn om een raamwerk te ontwikkelen waar- binnen de inderdaad vaak toepassingsafhankelijke kennis moet worden beschouwd. Er zal, met andere woorden, naar een degelijk theoretisch model moeten 52 KT 1992.XVIII.2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 54