waarden van de verontreinigende stof te maken mag
krijgen.
Een daaropvolgende stap kan het gebied verder naar
prioriteit indelen met kennis omtrent bodemgevoelig-
heid. Wanneer het saneren van zandbodems met
waarden onder de norm belangrijker is dan het saneren
van kleibodems boven de norm, dan levert de daarop
volgende filteroperatie een totaal ander resultaat (in ver-
gelijking met het eerste resultaat):
Wanneer [bodem zand] dan [prioriteit 1 anders
[prioriteit 0]
waarbij ook hier geldt: bodemgrenzen zijn niet exact,
maar verlopen geleidelijk. Beschikbare kennis (zoals het
verloop van het kleipercentage) leidt mogelijk weer tot
een heel ander eindresultaat.
Met andere woorden: een, 'goed' antwoord op de vraag
'welk deel van het gebied kan of moet er gesaneerd
worden?' bestaat niet! Afhankelijk van nadere toelich-
ting betreffende het gestelde gebruiksdoel kunnen prio-
riteiten bijgesteld worden, met name ten aanzien van
beschikbare tijd, geld, kennis. Evenzo kan gesteld
worden dat er ook geen 'fout' resultaat bestaat. Fouten
moeten gezocht worden in de definitie van het gebruiks
doel, computeromgeving, verwerkingsmodel en gehan-
teerde gegevens (zie figuur 4), wat via produktieregels
duidelijk herkenbaar moet worden gemaakt voor het
systeem. Het resultaat betreft een op het gebruiksdoel
afgestemd eindprodukt. Het voorbeeld laat zien dat er
via talloze beslissingsfasen legio 'antwoorden' op de
gestelde vraag mogelijk zijn (muehrcke, 1990, p. 9).
Kennis herkenbaar voor gebruiker
Tijdens en na het gegevensverwerkingsproces moet de
gebruiker ondersteund worden door advisering bij
beslissingen in het proces of toelichting over het effect
van een bewerking op de kwaliteit van het af te leiden
gegeven. De meta-informatie moet dus op een efficiente
wijze gevisualiseerd worden, in tekst, tabel, diagram of
kaart. beard (1991) steh dat visualisatie meer noodzake-
lijk wordt bij toenemende complexiteit van het probleem
of bij toenemend aantal te beschouwen kwaliteitscom-
ponenten. Goede voorbeelden zijn de diagrammen bij
satellietbeeldkaarten die aangeven welke beeiden (tijd-
stip!) voor welk deel van het gebied gebruikt zijn. Of
diagrammen die aangeven welk deel van de kaart op
basis van veldwerk of alleen op basis van luchtfoto's
gebaseerd is. chrisman (1984) noemt dit 'reliability dia-
grams' (figuur 7b). De resultaten van integratiebewer-
kingen kunnen de gebruiker ook duidelijk worden wan
neer de eerder genoemde 'zekerheidsfaktoren' in kaart
worden gebracht, bregt (1991) illustreert het gebruik
van betrouwbaarheidsintervallen binnen een kaart met
continue informatie (figuur 7c). burrough heuvelink
(1992) demonstreren dat de voor het systeem herkenbare
zekerheidsfaktoren met bestaande technieken in kaart te
brengen zijn, zowel voor continue als discrete infor
matie (figuur 7d). Het National Center for Geographie
Information and Analysis (NCGIA) in de VS bezit zelfs
een aparte werkgroep belast met de visualisatie van kwa-
liteitsinformatie. Het mag duidelijk zijn dat hierin op dit
moment nog vrijwel geen standaardisatie is, iets wat
voor een eenduidige weergave van kwaliteit juist vereist
is.
Discussie
Wanneer men de ontwikkelingen op het gebied van kar-
tografische kennissystemen gadeslaat, dan kan de
indruk worden gewekt dat de kartograaf zichzelf een
steeds kleinere rol toekent. Kennis met betrekking tot
generalisatie (muller, 1990), kleurkeuze (wang&brown,
1991), symboolkeuze (köbbenetal., 1991) en nu zelfs
integratie, wordt geformaliseerd.
Als reactie op de vraag waarmee kraak (1988) zijn be-
toog over kartografische kennissystemen afsluit, kan
worden gesteld dat de rol van de kartograaf op het
laatstgenoemde gebied - integratie - alleen maar
belangrijker zal worden. Juist omdat kartografische
inbreng hier nog gering is, betekent de voorgestelde ken-
nisgestuurde benadering een uitdaging voor de karto
graaf van de jaren negentig.
Binnen het multidiseiplinaire proces van geografische
gegevensverwerking, zal meta-informatie een steeds
voornamere plaats innemen. De trend naar een 'custo-
mized cartography' (muller, 1991) kan worden gezien
als een ontwikkeling richting een optimale informatie-
extractie ('produktgestuurde benadering'), waarbij de
niet-deskundige gebruiker aan de hand van kwaliteitsin-
formatie de 'beste' gegevens op de 'juiste' wijze kan
integreren. Doordat het produkt zieh al aan het begin
van het proces laat definieren, is de inbreng van de
kartograaf onontbeerlijk.
Figuur 7. Voorbeelden van de visualisatie van meta-infor
matie: a. de originele kaart, b. een 'reliability' diagram (naar
chrisman, 1984), c. een 'probability' kaart (naar bregt, 1991),
d. een 'certainty factor' kaart (naar burrough heuvelink,
1992).
54
KT 1992.XVIII.2
50
22 1988
23 1988
0 9 1.0
0.8-0.9
0.5 0.8
W- 0.5