programma's
Illustratiesoftware voor MS-DOS Computers:
toepasbaarheid in de kartografie
i
H. Kramer en G.J. van der Weijden j q<f|0
De Apple Macintosh Staat bekend als een Computer die de kartograaf veel mogelijkheden biedt. De grafische Interface
en met name het pakket FreeHand hebben er toe geleid dat de Mac in de kartografische praktijk al veel wordt toegepast.
Dat er inmiddels onder MS-DOS ook veel mogelijkheden zijn is minder bekend. Met de opkomst van de grafische
interface MS Windows is er diverse illustratiesoftware beschikbaar gekomen. In dit artikel willen we de pakketten Arts
Letters, Corel Draw! en Designer nader belichten.
Illustratiesoftware
Een van de kenmerkende aspecten van illustratiesoft
ware is het gebruiksgemak. Zoals alle programma's
onder MS Windows is deze Software volledig menuge-
stuurd en wordt er in een grafische omgeving gewerkt.
Het scherm kent verschillende onderdelen. Het grootste
gedeelte wordt door het tekengebied in beslag genomen,
met daarboven een menubalk waaruit de commando's
kunnen worden gekozen. De diverse tekengereed-
schappen zijn ondergebracht in de gereedschapskist aan
de linkerkant. Als laatste is er een statusbalk waarin
informatie over geselecteerde objecten en de cursorpo-
sitie wordt weergegeven.
Het is mogelijk om in WYSIWYG ('What You See Is
What You Get') te werken: alle grafische attributen van
de (kaart-)elementen worden hierbij op het scherm weer
gegeven. Nadeel hiervan is dat de schermopbouw traag
kan worden. Om dit te voorkomen is het mogelijk ele-
menten vereenvoudigd (als draadmodel) weer te geven.
Alle kaartelementen komen als afzonderlijke objecten in
het document. De grafische kenmerken worden dus per
object ingesteld, dit in tegenstelling tot CAD-pakketten
waar kenmerken per laag worden ingesteld.
We beginnen met een beschrijving van de mogelijkheden
zoals die in alle drie de pakketten voorkomen. Daarna
gaan we in op de extra functionaliteit per pakket.
Algemene eigenschappen
Bewerken
Voor het bewerken van objecten zijn diverse gereed-
schappen aanwezig. Hierbij zijn twee soorten te onder-
scheiden. Enerzijds is dat het bewerken van een object
als geheel, zoals verplaatsen, roteren, verschalen; ander-
zijds gaat het om het aanpassen van de onderdelen
waaruit een object is opgebouwd, zoals het verplaatsen,
verwijderen of toevoegen van punten binnen een poly-
goon. Een object moet eerst, met behulp van de muis,
geselecteerd worden waarna de bewerking wordt uitge-
voerd.
AI deze commando's zijn in menu's ondergebracht; de
meest gebruikte zijn bovendien door combinatie van de
Shift-, Control- of Alt-toets met een andere toets
('shortcut keys') aan te roepen.
Kleurgebruik
Kleuren kunnen worden ingesteld aan de hand van de
modellen HLS, RGB (rood, groen, blauw) en CYMK
(cyaan, geel, magenta, zwart). De kleurmodellen
kunnen door elkaar gebruikt worden; van een in RGB
gedefinieerde kleur zijn ook de HLS- en CYMK-defini-
ties bekend. De gedefinieerde kleuren worden in een
Palette opgeslagen (figuur 1).
Lijnen
Lijnen kunnen zowel rechten als krommen (Bezier-
krommen) zijn en hebben de attributen kleur, dikte en
Twi
*1
'Ten Mens
Figuur 1. Modellen voor kleurmengen.
56
KT 1992.XVII1.2
Kleuren Mengen
[J2^DE1 Modellen
vTint
Benoemq
RGB
CMGZ
MAGENTA
BLAUW
CYAAN
GROEN
GEEL
ROOD
Tint
V
192
Wit
20
Zwart
59
Attribuut
Interieur Lijn
Printer Schern
Annuleer