geklikt; de scan wordt dan niet afgedrukt en verschijnt ook niet in het 'preview'-venster. De geimporteerde TIFF-file wordt (met een redelijke snelheid) in grijs op het beeldscherm gezet. Met het bijgeleverde programma Corel Trace! kan de gebruiker het vectorisatieproces beinvloeden. Zo kan er worden opgegeven of er randen van lijnen dan wel hart- Iijnen opgezocht moeten worden. Ook is het mogelijk een ruisniveau in de scan op te geven. Voor het digitaliseren van een scan zijn er verschillende tekengereedschappen. Er is een gereedschap om uit de losse hand lijnen te tekenen, maar om dit met een muis of een Cursor te doen is geen sinecure. Met hetzelfde gereedschap kunnen polygonen en Bezierkrommen gete- kend worden. Voor polygonen moet er op ieder tussen- punt een dubbelklik gegeven worden, wat vermoeiend werkt. Bewerken Wat Corel Draw! mist is de optie om een enkel punt of een object in z'n geheel een op te geven aantal millime- ters in x- en y-richting te verplaatsen. Flet verschuiven moet altijd met de muis gebeuren. Ook verplaatsen door middel van de pijltjestoetsen is niet mogelijk. Thematische kartografie en speciale effecten In het programma is een groot aantal PostScript-vul- lingen opgenomen. Op het beeldscherm zijn deze niet zichtbaar, maar met een PostScript-printer kunnen ze wel op papier worden gezet. Bovendien zijn in de hand- leiding alle vullingen afgebeeld. Hiervan kunnen per vulling varierende instellingen worden aangepast. Uitvoer Men kan bij het printen naar keuze bestandsinformatie opnemen. Dit kan handig zijn bij de archivering. Up to date Corel Draw! versie 2.0 heeft wel de mogelijkheid om een object met de pijltjestoetsen te verschuiven. Hierbij is de gevoeligheid van de toetsen instelbaar. Ook kunnen eigen rastervlakvullingen worden gedefi- nieerd. Designer Designer is een produkt van de Amerikaanse firma Micrografx. Het is het eerste professionele illustratie- pakket voor Windows dat op de markt kwam (1987). De geteste versie is 2.0 uit mei 1989. Opmerkelijk zijn de vele functies die men eerder bij een CAD-pakket zou ver- wachten (o.a. automatische maatinschrijving en het tekenen in lagen). Default instellingen De gebruiker kan zelf de tekenfuncties selecteren waarvan hij/zij vindt dat deze in de gereedschapskist moeten komen. Ook kunnen alle instellingen (pagina- formaat, eenheden, directories) worden opgeslagen. Verder kan aan de tweede knop van de muis een com- mando worden toegekend. Paginaformaten en eenheden Er kan met vrijwel ongelimiteerde formaten gewerkt worden. Het uitvoerapparaat legt echter wel beper- kingen op. Om dit te omzeilen kan een document in meerdere pagina's opgemaakt worden. Bij het afdrukken wordt opgegeven welke pagina's moeten worden afgedrukt. Het programma zorgt er dan voor dat de verschillende pagina's op elkaar aansluiten of elkaar op verzoek overlappen. De kartograaf moet de verschillende pagina's dan uiteraard nog wel met de hand (laten) monteren. Grotere paginaformaten toe- passen betekent wel dat de nauwkeurigheid afneemt, de maximaal bereikbare nauwkeurigheid is 1100 punten/ cm. Het betekenbare oppervlak is dan gereduceerd tot ongeveer A4. Als maateenheden kan gekozen worden uit centimeters of inches. Deze worden gebruikt om het formaat van het papier en de marges aan te geven. Daarnaast kunnen nog de dimensies waarin men werkt worden ingesteld. Dit kunnen diverse eenheden zijn: mm, cm, m, km, punten, picapunten, inches, feet, yards, miles. Door deze scheiding tussen formaateenheden en dimensies is het mogelijk een bladspiegel in cm op te geven terwijl men in de kaart met bijvoorbeeld km werkt. Helpfunctie Door een optie in de gereedschapskist of in een menu aan te klikken en op de Fl-toets te drukken verschijnt er een scherm met uitleg over de geselecteerde functie. Ook algemene helpschermen zijn aanwezig; hier kan met behulp van een index doorheen worden gebladerd. Kleurgebruik Naast het groeperen van kleuren in paletten is het moge lijk de kleuren een eigen naam (hoofdwater, stadspark enz.) te geven. Deze naam verschijnt zodra de kleur wordt geselecteerd in de Statusregel van de kleurendia- loogbox. Het is helaas niet mogelijk om in een keer een overzicht van de kleuren op basis van de namen te krijgen. Bewerken Designer biedt de mogelijkheid om snel te wisselen tussen de 'edit'stand en het selecteren van objecten, wat prettig werkt. Men kan editen in WYSIWIG of in een (sneller) draadmodel. Lijnsymbolen Naast de volle lijn zijn er vier soorten streeplijnen te kiezen. Streeplijnen kunnen helaas niet in dikte gewij- zigd worden, wat de grootste beperking van Designer is. De volle lijnen kunnen per tiende millimeter in breedte worden gevarieerd. Vlaksymbolen Als vlaksymbolen kunnen ook zelf te definieren raster- patronen gebruikt worden. Er zijn zo'n 20 standaard KT 1992.XVIII.2 59

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 61