Patronen aanwezig. Dit zijn eenvoudige rasterbe-
standen, met vakjes van 10 bij 10 hokjes, waarbij elk
hokje zwart dan wel wit is. Om een vlak te vullen wordt
dit patroon herhaald. Door het bij werken van deze
Patronen kan een vlakvulling gedefinieerd worden. Als
het patroon naar wens is kan deze van een kleur worden
voorzien.
Als arcering zijn er patronen voor horizontale, verticale,
twee diagonale en twee kruisarceringen aanwezig. Overi-
gens biedt de vlakvulling op basis van rasterpatronen
een grotere diversiteit aan arceringen, daar de gebruiker
daarbij zelf de fijnheid van de arcering kan bepalen.
Tenslotte kunnen verlooptinten (lineair of radiaal) ge-
bruikt worden. De verlooptinten lopen van een kleur
naar keuze naar wit.
Tekst
Met Designer worden zo'n 10 fonts meegeleverd, waar-
onder de Helvetica (onder de naam Swiss) en de Times
(onder de naam Dutch). De Swiss wordt in een gewone,
een smalle en een magere verschijningsvorm geleverd.
Het opbouwen van tekst op het scherm kost vaak veel
tijd; er kan dan ook aangegeven worden hoe de tekst op
het beeldscherm afgebeeld moet worden:
'Proof': De tekst wordt zo goed mogelijk op het
scherm gezet.
'Draft': De tekst verschijnt wel als tekst, maar grover
en zonder vulling (kleur).
'Grayed': De tekst wordt als een grijze balk op het
beeld gezet zodat men alleen de positionering kan
bekijken. De beeldopbouw is dan het snelst.
Daarnaast is er de optie om de achtergrond van de tekst
(dit is de kleinste rechthoek die rond de tekst te plaatsen
is) van een kleur te voorzien. Dit is een gemakkelijke
manier om tekst vrij te stellen.
Het längs een lijn plaatsen van tekst is niet mogelijk, wat
een van de grootste minpunten in het programma is.
Diagrammen
Diagrammen maken is in Designer goed te doen,
ofschoon er geen speciaal gereedschap voor is. Voor
staafdiagrammen kunnen rechthoeken worden gebruikt.
Cirkelsegmenten kunnen eenvoudig worden aange-
maakt met het 'Pie-tooT. Hiermee wordt eerst een cirkel
getekend, waarna er met de straal van die cirkel Seg
menten gemaakt kunnen worden. Tijdens het tekenen
valt op de statusbalk het percentage dat het huidige
segment vormt af te lezen.
Importeren/exporteren
Mogelijke importeerformaten zijn DXF, CGM, TIFF,
PIC, PCX, Windows Metafile, ANSI text en GEM.
Exporteren kan naar al deze formaten (met uitzondering
van ANSI text) en bovendien naar EPS, PostScript en
HPGL.
Tekenen
Een hulpmiddel bij het tekenen is het automatisch verti-
caal, horizontaal of onder 45 graden tekenen van een
lijn.
Overige kaartontwerpfuncties
Op de statusbalk kan ook de afstand van de Cursor tot
het laatst getekende object afgelezen worden.
Voor het uitlijnen van elementen op het oog is het
handig dat de Cursor als kruisdraad ingesteld kan
worden.
Het gebruik van lagen biedt als voordeel dat de volgorde
van stapeling van overlappende elementen overzichtelijk
georganiseerd kan worden. Lagen kunnen aan- en uit-
gezet worden, zodat in een onderliggende laag getekend
kan worden zonder dat het beeld verstoord wordt door
de bovenliggende laag.
Uitvoer
Voor onder meer PostScript-printers levert Micrografx
speciale eigen aanstuurprogramma's mee die, als ze in
plaats van de standaard MS Windows drivers gebruikt
worden, een betere en snellere afdruk geven. Bovendien
kan een label met bestandsnaam en deelkleur worden
opgenomen.
Up to date
De nieuwe versie van Designer kent de mogelijkheid
objecten van een naam te voorzien, wat het selecteren
gemakkelijker maakt.
Arts Letters
Arts Letters (A&L) is een illustratiepakket van de
firma Computer Support Corporation uit Dallas, Texas.
USA. Het pakket is voor het eerst versehenen in 1988, de
geteste versie (3.01) is van September 1990. De meest
recente versie is van januari 1992.
Default instellingen
De instellingen van een document (papierformaat,
maateenheid enz.) kunnen opgeslagen worden als
default. Bij het opstarten van A&L worden de default-
waarden ingesteld. Instellingen kunnen ook opgeslagen
worden in een zelf op te geven bestand. Deze file kan ten
alle tijde opgeroepen worden, waarbij de opgeslagen
waarden ingesteld worden.
Via het gebruik van stijlen kunnen attribuutinstellingen
voor verschillende onderwerpen opgeslagen worden.
Attribuutinstellingen van tekst, kleuren, lijnen of vlak-
vullingen kunnen onder een bepaalde naam ingesteld
worden (bijv. de tekstattributen: font= modern,
grootte= 10 mm en verschijningsvorm vet kunnen
opgeslagen worden onder de naam hoofdtitel. Door het
selecteren van deze naam worden deze attributen inge
steld.) Een combinatie van deze namen kan opgeslagen
worden als een stijl. Door de naam van een stijl te selec
teren worden alle hieronder opgeslagen attribuut-
waarden ingesteld (figuur 4).
Zodoende kunnen per (soort) document instellingen
bewaard en weer opgeroepen worden (bijv. voor groot-
schalig of kleinschalig of voor bepaalde thema's).
60
KT 1992.XVIII.2