meer serieuze aandacht van de federale overheid. Toch duurde het nog tot 1926 voordat het federale systeem van genummerde autowegen formeel zou worden aange- nomen, en tot 1928 voordat de bouwnormen daarvoor werden vastgesteld9. Het was in deze periode dat Rand McNally zieh op het nationale wegenkaartenprogramma wierp, het eerste door een zuiver commerciele firma uitgedachte en uitge- voerde programma van dat soort10. De Auto Trails wegenkaartenserie en het bijbehorende Blazed Trails routeselectie- en routemarkeringsprogramma waren beide bedacht door John Garrett Brink, een zelfstandig gevestigd ontwerper en technisch tekenaar, die vanaf 1908 op contractbasis voor Rand McNally kaarten samenstelde en ontwierp11. Brink was een enthousiast automobilist, en op verzoek van de firma begon hij in 1916 met het ontwikkelen van ideeen voor een stan- daardserie van gemakkelijk te gebruiken wegenkaarten voor automobilisten. Zijn ontwerpen waren vooral een reactie op de onvolkomenheden in het aangeven van de routes, zowel in het terrein als op de kaarten. Zoals hierboven al aangegeven, waren een aantal transconti- nentale routes en een paar locale routes al als zodanig aangewezen en gedeeltelijk van borden voorzien. Maar de vaak lange namen van deze wegen waren moeilijk af te körten en ze namen in hun onafgekorte vorm teveel ruimte in op de kaart. Brink Steide daarom voor dat elke route een nummer zou krijgen, dat in de legenda naast de routenaam zou komen te staan en dat ook in het routeschildje zou komen. De kaarten met een dergelijke legenda zouden veel makkelijker te lezen zijn, en zouden ook veel meer detail kunnen geven dan voorgaande rou- tekaarten. Het essentiele element van het voorstel was echter niet het ontwerp zelf, maar het feit dat de op de kaart aangegeven routes in het terrein gemarkeerd zouden worden door borden, vastgespijkerd op palen en hekken längs de gekarteerde route. In de boekjes die elke kaart vergezelden werd expliciet beloofd dat "weg- markeringen zullen worden aangebracht en geschilderd längs elke route die op de kaart als zodanig is aange geven, met de daarop gebruikte nummers'"2. Het idee werd door de firma overgenomen, en de eerste experi- mentele 'Auto Trails' kaarten werden in 1917 uitge- geven. In 1918 kwam een serie van 7 districtskaarten uit die samen het hele noordoostelijke deel van het land bedekten, en in 1922 was het hele land gekarteerd in 21 districten. Door het ontwerp van zijn kaarten met dit idee van Brink te verbinden, committeerde Rand McNally zieh tot het aanwijzen van routes en het mar- keren van zowel oude als nieuwe routes in het hele land. Deze bijzondere onderneming werd het 'Blazed Trails' programma gedoopt; ze kwam onder leiding te staan van Brink, die in vaste dienst kwam van Rand McNally. Behalve het verbeteren van de markering van bestaande routes, bestond het programma ook uit het opvallend in het terrein aangeven van nieuwe routes in districten die in het verleden verwaarloosd waren. Alleen in het jaar 1918 bedacht en markeerde de firma 40 nieuwe routes in de noordoostelijke staten. Evenals de oudere routes kregen de nieuwe de namen van de plaatsen die met elkaar werden verbonden, of namen van belangrijke toe- ristische bestemmingen zoals nationale parken en natio nale monumenten. Brink zelf ontwierp de emblemen waarmee ze in het terrein werden gemarkeerd, en zijn enthousiasme ging zelfs zo ver dat hij zijn vakantie in augustus 1918 gebruikte voor het markeren van de 'O.I.M. Way' (Ohio-Indiana-Michigan Way), de route van Kalamazoo in de Staat Michigan naar Richmond in Indiana. Met duidelijke trots merkt hij op: "Ik had een route van 290 km gemarkeerd, en 355 routeborden aan gebracht, waar 10 kg spijkers mee gemoeid was. Natuur- lijk ging ik terug naar Kalamazoo längs dezelfde route, nu een tocht waar ik een gevoel van trots en voldoening aan ontleende."13 Het grootste deel van de markeringen werd echter aan gebracht door bereidwillige partners die Rand McNally vond in de locale op autowegen gerichte belangen: auto- mobilistenclubs, autoweg-verenigingen, en pas op het toneel versehenen instanties zoals de 'state highway departments' (voor de autowegen verantwoordelijke staatsinstellingen) en de nutsbedrijven. In sommige gevallen ontwierp en produeeerde Rand McNally alleen de markeringen of de mallen en verkocht ze aan plaatse- lijke instellingen om längs de route aan te brengen op de manier die hen goed dunkte. Zo werd bijvoorbeeld in 1919 een aantal van 50.000 markeringen aan het 'New York State Highway Department' verkocht, voor het pas ingestelde genummerde wegenstelsel14. In andere gevallen zorgde Rand McNally voor de markerings- ploegen, of betaalde ze, maar liet ze werken onder lei ding van plaatselijke groepen. Op een dergelijke manier had de Philadelphia Automobile Club bijvoorbeeld de leiding over het markeren van 608 palen längs 13 routes in het gebied van de agglomeratie Philadelphia in 1918 en 1919. De Club droeg 138 dollar bij voor het schil deren van zijn logo op de routeschilden15. Brink schatte het totale aantal Schilden dat door het 'Blazed Trails' programma van de firma was opgehangen of opgericht in 1926 op 1 miljoen; daarmee waren 80.000 km auto- route aangegeven16. Natuurlijk werden de zakelijke belangen niet uit het oog verloren. Terwijl het de gemeenschap een dienst bewees, garandeerde het bedrijf dat zijn kaartseries de beste waren op de markt voor de lange-afstands-automobilist. Figuur 2. Het aanbrengen van de routeborden door een 'mar- king crew' van de Hoosier Motor Club längs de 'Dandy Trail' in Indiana, ca. 1921. KT 1992.XVIII.3 18

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 20