Commotie rondom Nederlandse toponymen; een terugblik
F.J. Ormeling sr.
In Elsevier's Weekblad van 22 februari 1992 werd dr. Ad van Holten, hoofd Atlasprodukties bij de uitgeverij Wolters-
Noordhoff te Groningen, geinterviewd door Marijke Hilhorst. Sprekende over het aanpassingstempo van kaarten en
atlassen aan politieke ontwikkelingen werd in dit gesprek de spelling van aardrijkskundige namen aangeroerd, een
onderwerp dat extreem emotionele reacties kan oproepen. Wanneer, zo merkte Van Hotten op, in onze atlassen Oirschot
als Oorschot wordt gespeld krijgt de uitgever Stapels brieven en wanneer de h in Drenthe wordt weggelaten breekt de
pleuris uit! Van Holten wist waarover hij sprak. Het was nog geen 20 jaar geleden dat de uitgeverij, bezield door de beste
bedoelingen, in een spellingaffaire werd gewikkeld die landelijk commotie teweeg bracht. Daar de schrijver van dit
artikel als toenmalig atlasredacteur bij Wolters-Noordhoff voor deze beroering mede aansprakelijk was, lijkt het
verantwoord 'tot lering ende vermaak' van een volgende generatie kartografen deze episode in de herinnering terug te
roepen.
Achtergrond
Zoals bekend heeft de minister van Onderwijs Marchant
in 1934 de aardrijkskundige namen in Nederland en zijn
overzeese bezittingen buiten zijn spellingvernieuwing
gehouden. Hierdoor werd een scheiding aangebracht
tussen deze namen en de algemene spelling van de
Nederlandse taal. Deze dichotomie was aanleiding tot
veel verwarring, te meer daar het verschil niet altijd
duidelijk is tussen aardrijkskundige eigennamen
(Sneeker meer, Hollandsch Diep), die nlet, en aardrijks
kundige aanduidingen (Friese meren en Limburgs heu-
velland), die wel onder de vernieuwing vielen. Bij de
spellingwet van 1947 werd bepaald dat de aanpassing
van de namen van aardrijkskundige objecten in Neder
land aan de gangbare spelling bij Algemene Maatregel
van Bestuur geregeld zou worden. Hiertoe werd in 1948
een commissie ingesteld met de opdracht deze aanpas
sing voor te bereiden en voorstellen dienaangaande aan
de minister van Onderwijs Wetenschappen voor te
leggen. Na een längere periode van stilzwijgen begon
deze commissie, na op initiatief van de Kartografische
Sectie van het KNAG geactiveerd te zijn, in 1961 met
haar werk. In 1966 bracht zij sedert 1965 onder voor-
zitterschap van prof. dr. B.C. Damsteegt, Leids neer-
landicus een preadvies uit aan de minister waarin de
te volgen lijn uiteen werd gezet. Verwacht werd dat het
definitieve advies bestaande uit een lijst van circa 40.000
namen, dat wil zeggen vrijwel alle namen van de topo-
grafische kaart van Nederland 1:50.000, in 1974 gereed
zou komen. Het werd 1976. Volledigheidshalve zij ver
meld dat de minister voor de spelling van de buiten-
landse aardrijkskundige namen, die een eigen plaats
binnen de Nederlandse woordenschat innemen, een
afzonderlijke commissie, de CBAN, in het leven riep,
die in 1971 onder voorzitterschap van schrijver dezes
met haar werkzaamheden aanving. Daar de lidmaat-
schappen van beide commissies elkaar overlapten kende
men elkaars Problemen en verwachtingen.
De 55e Kleine Bos Eerste oplage
Medio december 1973 verscheen bij Wolters-Noordhoff
de 55e druk van de voor de MAVO en de onderbouw van
het VWO en HAVO bestemde Kleine Bosatlas, een atlas
met een gevestigde reputatie. In deze uitgave was de
uitgeverij er toe overgegaan, op advies van haar atlasre
dacteur, de spelling van kaartnamen betrekking heb-
bende op Nederland te vereenvoudigingen. Gevolgd
werd de spelling die verwacht werd overeen te komen
met het aan de minister uit te brengen eindadvies van de
commissie Damsteegt. Dat daarmee werd vooruitge-
lopen op de ministeriele eindbeslissing zal duidelijk zijn.
Op zieh zelf werd dit antieiperen, dit vooruitlopen op
toekomstige ontwikkelingen, bij het redigeren van
atlassen wel eens meer toegepast. Een herziening van een
atlas als de Kleine Bos nam destijds circa twee jaar in
beslag, terwijl een nieuwe druk circa 5-6 jaar in gebruik
bleef. Ten einde te voorkomen dat de atlas in die jaren te
veel aan actualiteit zou inboeten werd incidenteel op de
voltooiing van bepaalde projecten vooruit gelopen. Zo
werden in enkele gevallen in aanleg zijnde autowegen of
havenbekkens als voltooid weergegeven of werden,
zoals in het onderhavige geval, de zieh in een ver Sta
dium van voorbereiding bevindende plannen tot spel-
lingvereenvoudiging van aardrijkskundige namen geho-
noreerd.
De Kleine Bos als spellingvernieuwer
Reeds eerder had de uitgeverij op spellinggebied initia-
tieven ontwikkeld. In de jaren 1960 had men in de Grote
KT 1992.XVIII.3
22