en de Kleine Bosatlas, in navolging van het door Rijks-
waterstaat gegeven voorbeeld, afgeleide aardrijkskun-
dige namen aangepast aan de algemene spellingregels:
Hollands Diep, Gelderse Vallei, Snekermeer enz. Geen
gebruiker die zieh destijds daarover had opgewonden!
Ook reacties van het ministerie van O W waren achter-
wege gebleven.
De vereenvoudigingen in de 55e druk gingen veel verder
en strekten zieh uit tot plaatsnamen en wel in de eerste
plaats tot de zogenaamde onberekenbaar gespelde
plaatsnamen zoals Oisterwijk, Eext, Usquert, Texel en
Dinxperlo die werden gewijzigd in resp. Oosterwijk,
Eekst, Uskwerd, Tessel en Dingsperlo. Bovendien
werden de spellingsregels van Marchant inzake de ver-
eenvoudiging van ee en oo in open lettergrepen tot res-
pectievelijk e en o, nu ook op Nederlandse toponymen
toegepast, die tot dusver hiervan waren uitgezonderd.
Hetzelfde gebeurde met de vereenvoudiging van de niet
uitgesproken seh tot s. Dit betekende dus dat bijvoor-
beeld werd geschreven Herenveen, Hogeveen, Leid-
sendam en Den Bos. Het Hogeveense meisje hoefde dus
volgens de Kleine Bos voortaan niet langer längs de
Hoogeveensche vaart te fietsen. Andere tegenstrijdig-
heden zoals Herengracht (Amsterdam) en Heerenveen,
Beierse Alpen en Hondsbossche Zeewering werden
hiermee tevens teniet gedaan.
Tenslotte werden niet-enkelvoudige aardrijkskundige
namen aaneengeschreven zoals in Lagevuurse, Hogeve-
luwe enz.
In totaal werden in deze druk 261 namen vereenvoudigd,
waaronder ruim 200 plaatsnamen, waarvan ruim een
kwart in Noord-Brabant (53) gelegen. Met uitzondering
van een läge score in de provincie Utrecht (7) waren de
overige veranderingen vrij gelijkmatig over het land ver-
deeld.
Heftige reacties
In de loop van januari 1974 bracht de landelijke en
regionale pers de atlas onder de aandacht van het
publiek. Uit door de uitgever bewaarde kranteknipsels
blijkt dat in twee weken tijds niet minder dan 30 dag- en
weekbladen op basis van interviews van tal van funetio-
narissen en atlasgebruikers op het Groningse experiment
reageerden. Het werd spoedig duidelijk dat de atlas
overal in den lande emoties losmaakte en in bepaalde
kringen opschudding, zelfs verontwaardiging teweeg
bracht. In het bijzonder richtte de kritiek, dikwijls in
feile bewoordingen op de voorpagina, zieh tegen de her-
spelling van de ruim 200 plaatsnamen. Met krante-
koppen als: 'Uitgever zaait paniek'; 'Rel over nieuwe
spelling van plaatsnamen', 'Wijziging van plaatsnamen
betekent taalverarming' en 'Uitgever pleegt letterdief-
stal' (De Telegraaf 17-1-1974), wakkerde de pers de
beroering aan, aldus de indruk vestigend alsof er zo kort
na de oliecrisis van 1973 een nieuwe nationale calamiteit
voor de deur stond. De massale kritiek had overigens
ook haar positieve kant. De uitgever immers kon deze
gebundelde protesten moeilijk anders interpreteren dan
als een nationale erkenning van het gezag dat de Kleine
Bosatlas zieh als leermiddel in haar 60-jarig bestaan had
verworven. Over een atlas van minder kwaliteit en pres-
tige zou men zieh niet zo druk gemaakt hebben.
Herkomst der reacties
Onder de argumenten van de tegenstanders streden juri
dische, lokaal-chauvinistische, administratief-techni-
sche, onderwijskundige en wetenschappelijke bezwaren
om de voorrang. De heftigste reacties, veelal van lokaal-
chauvinistische aard, werden gehoord in kringen van
gemeentebesturen. Burgemeesters, wethouders, gemeen-
tesecretarissen, voorlichtingsambtenaren gaven in
diverse toonaarden lucht aan hun afkeuring. Burge
meesters vroegen zieh verwonderd dan wel geirriteerd af
waarom zij in deze belangrijke kwestie niet waren
geraadpleegd. De Vereniging van Nederlandse
Gemeenten, reeds lang ontevreden over het vooruitzicht
van een spellingregeling per Maatregel van Algemeen
Bestuur, wees op de wettelijke bescherming van plaats
namen. Emotioneel waren de reacties uit het door 53
herspellingen 'zwaar getroffen' Noord-Brabant. Het
bijna 800 jaar oude 's-Hertogenbosch liet weten dat het
zieh door de eeuwen heen verbonden had gevoeld met
haar trotse naam en er niet aan dacht genoegen te nemen
met het weinig elitaire Den Bos. Den Bosch - zo meldde
De Telegraaf (17-1-1974) verklaart De Bos dan ook
de oorlog! Evenmin waren nieuwe spellingen als Oor-
schot (ter vervanging van Oirschot), Oosterwijk (Ois
terwijk), Os (Oss) en Kuik (Cuyk) acceptabel, om nog
maar te zwijgen van de vereenvoudiging van Chaam,
bekend door het roemruchte wielercriterium. Een Ronde
van Kaam was onverteerbaar! Ook in Limburg, waar
onder meer werd afgerekend met traditionele spellingen
als Amby (werd Ambie), Thorn (Torn), Wylre (werd
Wielree), veroorzaakte de atlas veel ongenoegen. Voorts
scheen heel Nederland het te betreuren dat de Rijn niet
meer bij Lobith maar voortaan bij Lobit in het land zou
komen.
Administratief-technische bezwaren werden onder meer
verwoord door het dagblad Trouw (16/19-1-1974) dat
wees op de aanzienlijke financiele consequenties van de
spellingvereenvoudiging voor tal van bedrijven en over-
heidsinstanties. Brievehoofden, plaatsnaamborden,
wegwijzers, telefoongidsen, spoorboekjes enz. zouden
immers moeten worden gewijzigd, om nog maar te
zwijgen van topografische kaarten en toeristenkaarten.
Ook in kringen van het onderwijs, waar normaliter de
grootste categorie gebruikers werd gevonden, werd de
atlas niet onverdeeld gunstig ontvangen. Hier overheer-
sten pedagogische argumenten. Men vreesde zo lang
de ministeriele goedkeuring op de 'Groningse spelling'
nog niet was afgekomen - het vooruitzicht van het
naast elkaar voorkomen van twee soorten spellingen, die
in de atlas en de officiele daarbuiten. Daar de Kleine Bos
als 'aardrijkskundige bijbel' van Nederland nu eenmaal
een zeker gezag uitstraalde werd gevreesd dat de toch al
bestaande spellingverwarring - die dus wel werd t'oege-
KT 1992.XVIII.3
23