werken. Deze lijn zou echter doorgetrokken kunnen
worden naar een ondernemend beleid. De namen van
kleine eenheden (veldnamen, plassen, delen van meren,
kleine waterlopen) zouden in feite hersteld moeten
worden in het Fries.
De bewijslast kan omgedraaid worden: alleen indien een
plaatselijke beheerder uitdrukkelijk bepaalt dat een
naam nederlandstalig is, dan zou dat geeerbiedigd
moeten worden. Bij beheerders denk ik dan bijvoor-
beeld niet aan een Rijkswaterstaat die zegt: 'We leven
tenslotte in Nederland' en daaruit laat volgen dat het
Nederlands overal het alleenrecht zou hebben. De uit-
komsten van mijn kleine steekproef onder de water-
schappen leert wel dat daarbij overleg en afstemming
met de beheerders/gebruikers nodig is. Zij volgen
immers de topografische kaarten en moeten dus niet
ineens voor een verrassing komen te staan.
Voor de grotere eenheden moet, wat ruimte betreft,
tweetaligheid verwezenlijkt kunnen worden, in lijn met
de tweetaligheid van de provincie. Ook nu al is de Topo
grafische Dienst erin geslaagd om een aantal plaats-
namen - namelijk diegene die ambtelijk eentalig in het
Fries zijn vastgesteld - tweetalig op de kaart te zetten,
dus waarom zou dat met andere plaatsen en de grote
meren niet kunnen? Op die manier wordt dan een einde
gemaakt aan de vlees-noch-vis-toestand van nu. De Top
ografische Dienst hoeft niet te wachten tot andere
gemeenten de wettelijke stap naar verfriesing aandurven
en de Friezen buiten de gemeenten Tytsjerksteradiel en
Boarnsterhim kunnen dan toch ook eens hun woon-
plaatsen in hun eigen taal op de kaart terugvinden.
Verder kunnen alle nederlandstaligen dan zien dat bij-
voorbeeld Sumar inderdaad dezelfde plaats is als Sua-
meer.
Dit alles zou moeten gelden in het Friese kerngebied.
Daarbuiten lijkt het mij een zaak van de gemeenten om
hun wens kenbaar te maken voor nederlandstalige of
streektaalnamen. Bijvoorbeeld voor een gemeente als
Kollumerland betreft die keuze dus het gebied buiten het
Friese kerngebied, ten oosten van Kollum.
Zeker als overgangsfase - maar nu een die niet zo wan-
ordelijk is als de huidige moet zo'n tweetaligheid voor
iedereen een toestand zijn waarmee men kan leven: hij
komt tegemoet aan de rechten van de Friezen en vormt
tegelijkertijd een niet al te plotselinge breuk met het
verleden. De Friese namen worden meer bekend en ver-
Figuur 6. Voorbeelden van de uitwerking van de voorstellen op een gebied rond Sloten (blad 15F) en rond Zwaagwesteinde (blad
6D). De friestalige namen zijn niet ter plekke nagegaan.
KT 1992.XVIII.3
Koarte Jerdm
Z^iv^rinpsi^st'
Suveringeynst
Beamfinne
.(KampingCx
Wikel
S/oterm e er
Sleattermermar
"wag ei
33