Structuren voor traditionele en digitale atlassen F.J. Ormeling Om de in atlassen aanwezige structuren te kunnen identificeren, worden atlassen eerst als geografische verholen be- schouwd. Hierdoor komen een aantal concepten naar voren (zoals eenheid, intrige, contrast, dialoog versus beschrijving, gezichtspunt), die eerst worden onderzocht in een traditionele atlascontext. Daarna wordt nagegaan door welke structu ren atlassen tot nuttige werktuigen worden voor ongericht dan wel gericht zoeken naar informatie. Vervolgens wordt nagegaan in hoeverre deze structuren ook werken in een digitale atlasomgeving, en of deze nieuwe omgeving ook andere wijzen van structurering kent die relevant zijn in een atlascontextNa vergelijking worden de voor- en nadelen van het nieuwe medium voor het structureren besproken. Verhalende structuur Men heeft kartografie wel vergeleken met rhetoriek: Remy caron (1980) heeft bijvoorbeeld beschreven hoe men kaarten kan vervaardigen om zijn bewering te bewijzen, net zoals een redenaar woorden gebruikt om een doel te bereiken of een punt te bewijzen. De vergelij king van kaarten met taal kan op een vruchtbare manier worden doorgetrokken door atlassen als geografische of ruimtelijke verhalen te beschouwen. Net zoals losse opnamen of shots in een film pas betekenis krijgen door ze met andere opnamen te combineren in een bewuste volgorde, zo kan men ook individuele kaarten tot een atlas samenvoegen. Alle verhalen moeten tenminste een strekking hebben, en een bepaald soort eenheid (lodge, 1990) en in verbale verhalen wordt in deze eenheid voor- zien door de tijd: de verschillende gebeurtenissen die worden verteld gebeuren op tijdstippen die in een be- paalde relatie tot elkaar staan. In het verhaaltype dat we 'kroniek' noemen, gebeurde bijvoorbeeld eerst A, toen B en tenslotte C. Maar we verwachten van A, B, en C dat ze meer gemeenschappe- lijks hebben, bijvoorbeeld de locatie waar ze plaats- vonden. Of een causaal verband. Oorzakelijkheid (B werd veroorzaakt door A, en C gebeurde onder invloed van B) maakt een vertelling interessanter. Naast een kroniek kennen we het verhalentype van het klassieke epos of heldendicht waarbij ergens in het midden ('in medias res' dus) met B begonnen wordt, vervolgens wordt beschreven wat er aan B voorafging (A dus) Figuur 1. Structuur van een kroniek, klassiek epos en een detective-verhaal. B volgt in de tijd op A, en C op B. voordat de loop der gebeurtenissen wordt vervolgd (C). Hiertegenover Staat het detectiveverhaal, dat met C (ontdekking van de moord) begint, en dan, via B, A probeert te reconstrueren, waarbij aanvankelijk bewust informatie wordt achtergehouden (figuur 1). Verteilingen gaan het gehoor pas boeien wanneer ze voor contrast tussen de hoofdpersonen zorgen, en wan neer ze vragen oproepen over de beschreven hande- lingen. Als die vragen worden beantwoord (liefst niet al te makkelijk, om het gehoor in spanning te houden) worden er meteen nieuwe vragen opgeworpen. Pas als alle vragen beantwoord zijn, eindigt het verhaal. In atlassen worden vragen opgeworpen door de afwij- kingen in de patronen van afzonderlijke kaarten, en vooral door de contrasterende patronen van verschil lende kaarten van hetzelfde gebied. Klimaatatlassen, meestal niet door kartografen vervaardigd, zijn waar- schijnlijk däärom zo weinig inspirerend omdat ze meestal bestaan uit series beeiden met overeenkomstige patronen, die alleen worden gedifferentieerd door de gebruikte kleuren en de aan de isolijnen toegekende waarden. Omdat er een gebrek aan contrast is, is er ook sprake van een tekort aan verhalende structuur. Er zit genoeg verhaal in de volgende atlas: The Eco nomic Atlas of Ontario (dean, 1975). Deze geeft eerst een totaalsynthese van deze Canadese provincie Figuur 2. Structuur van de Economic Atlas of Ontario. KT 1992.XVIII.3 35 kroniek A—B—»-C heldendicht (epos) B—»A—C detectiveverhaal C-B- A deel analystische syntheses kaarten AK AK AK DS AK DS DS DS totaal - Synthese

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 37