kaartkaders, plaatst de ontdekking van veel nieuwe,
onverwachte ruimtelijke verbanden in het vooruitzicht.
In vertellingen maakt men (uspensky, 1973) wel onder-
scheid tussen ruimtelijk-temporele, psychologische, fra-
seologische (gedifferentieerd naar verschillende wijzen
van uitdrukking) en ideologische gezichtspunten. Deze
verschillende gezichtspunten kan men ook in atlassen
onderscheiden. Het ruimtelijk-temporele vindt men
natuurlijk terug in het ruimtelijke en temporele kader
van de atlas. Een voorbeeld van een ideologisch
gezichtspunt vindt men in Haack's Atlas zur Geschichte,
welke in zijn inleiding stelt dat de kaarten de onafwend-
bare ontwikkeling van de primitieve mens, via feoda-
lisme, kapitalisme en socialisme, naar het communisme
zullen tonen. De New State of War and Peace (kidron
smith, 1991) begint met een dubbele atlaspagina over
het einde van de Koude Oorlog, maar laat in de daarop
volgende kaarten alleen op oorlog betrekking hebbende
gebeurtenissen zien, en geen met vrede te maken heb
bende initiatieven, om zijn beweringen te staven.
Schoolatlassen voor verschillende leeftijdsgroepen (de
zogenaamde Stufenatlanten) zijn een voorbeeld van
atlassen met verschillende fraseologische gezichts
punten, omdat er verschillende, aan de leeftijd der kin-
deren aangepaste uitdrukkingsmethoden worden ge-
bruikt. Er bestaan geen voorbeelden van een atlas die
verschillende psychologische gezichtspunten voor een en
hetzelfde verschijnsel toont (zoals bijvoorbeeld het
tweemaal, maar in verschillende kleurstellingen weer-
geven van hetzelfde verschijnsel). Dat zou de heilzame
werking hebben aan te tonen dat de klassegrenzen en de
symbolisatie het gevolg zijn van vrij willekeurige keuzes,
en dat geen enkele kaart daarom de 'enige wäre' is.
Wanneer in een film (om eens een andere soort gevisuali-
seerde vertelling te noemen) de kijker niet in Staat is tot
het begrip dat nodig is om de individuele opnames aan
elkaar te verbinden, dan valt de film in feite uit elkaar op
de 'joints' of verbindingsstukken (miller, 1990). Films
maken gebruik van zogenaamde 'establishing shots' of
totaalopnames, om de relaties tussen verschillende
close-ups duidelijk te maken. In atlassen wordt (tenzij
de afgebeelde gebieden naast elkaar liggen) het verbin
dende cement gevormd door het opnemen van klein-
schalige inzetkaartjes, zogenaamde 'locator maps',
waarop de locaties van de grootschalig afgebeelde
gebieden zijn aangegeven. Maar voor het welslagen van
een dergelijke presentatie moeten de schalen van deze
grootschaliger afgebeelde gebieden dezelfde zijn, en
bovendien zouden deze gebieden op dezelfde geografi-
sche lengte dan wel breedte moeten liggen wanneer ze
naast dan wel onder elkaar worden afgebeeld. Sommige
schoolatlassen tonen Groot-Brittannie en Zuid-Scandi-
navie op tegenover elkaar liggende atlaspagina's, en dat
leidt tot incorrecte conclusies die worden opgenomen in
de 'mental map' van schoolkinderen, waardoor zowel de
relatieve omvang als de locatie van deze delen van de
wereld geweld wordt aangedaan.
Tot nu toe is het 'verhaal' of de 'vertelling' gelijkgesteld
aan zijn uiterlijke vorm, dat wil zeggen aan de structuur
van de intrige, terwijl binnen het concept van de vertel
ling vorm en inhoud van elkaar hadden moeten worden
gescheiden. Wanneer we die scheiding nu aanbrengen,
zal blijken dat het minder nuttig is om in atlassen de
inhoud, dat wil zeggen het eigenlijke verhaal, te bestu-
deren, omdat de mogelijkheid nog nauwelijks bestaat
om met kaarten verschillende nuances van betekenissen
aan te geven. Wel kunnen, net als in een roman, de in
een atlas beschreven gebeurtenissen bijdragen tot de uit-
eindelijke oplossing van sommige overkoepelende
vragen. Hieronder volgen wat voorbeelden van derge
lijke vragen uit het roman-'format': Zal de held of
heldin in Staat zijn om de wäre liefde te vinden? Of het
kwaad te overwinnen, of het mysterie op te lossen?
(lodge, 1990, p. 143). Een kartografische pendant
daarvan zou kunnen zijn: Is het milieu van dat gebied
onder controle? Hoever Staat dat land af van de ideale
toestand? Hebben al de inwoners gelijke toegang tot de
hulpbronnen van dat gebied? Doen de inwoners van dat
gebied het beter of slechter dan mensen eiders, of dan
hun ouders en als dat al het geval is, tegen welke prijs
dan? De 'subtext' oftewel de dramatische implicaties die
verborgen zijn onder de (zichtbare Symbolen van de)
kaarten in Kidron's oorlogsatlas (kidron smith, 1991)
verschillen volledig van die van harrison's Fortune's
Atlas of World Strategy.
Er bestaan nog andere middelen om individuele kaarten
aan elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door verklärende
teksten op te nemen, of door de onderlinge betrekkingen
tussen opeenvolgende kaartthema's te benadrukken. De
atlas Tropical Africa, Atlas for Rural Development van
davies (1973) is een perfect voorbeeld van een atlas
waarin het ene kaartthema logisch uit het vorige volgt,
doordat dit het als het wäre oproept en uitlegt.
Relevantie van verhalende structuren in het
electronische tijdperk
Met behulp van de nieuwe technologie kan eenieder voor
zichzelf bepalen wat hij of zij in de electronische kranten
lezen, in plaats van dat door een krantenredacteur te
laten doen. Dat heet de 'souvereiniteit van de lezer over
de tekst' (smith, 1980). Het digitale tijdperk heeft het
zelfde effect op atlassen. Men kan nu zelf bepalen tot
welke ruimtelijke informatie men toegang wil hebben, in
welke gevisualiseerde vorm.
muehrcke beschrijft het Ideale Karteringssysteem, en
zijn beschrijving (1990) hiervan past ook op de ideale
atlas: die zou het mogelijk maken om welk kaarttype
dan ook te creeren aan de hand van elke willekeurige
karteringstechniek, elk gebied en elke periode, met
benadrukking van de gewenste combinatie van geografi-
sche kenmerken. De enige zwakke piek van dit ideale
karteringssysteem zou kunnen zijn dat het onvoldoende
in Staat stelt om met de toekomst rekening te houden.
Het plan voor dit Ideale Karteringssysteem is nog niet zo
ambitieus als de Global Geography Machine, geintrodu-
ceerd door Nigel calder (1991). Deze machine zou in
Staat moeten zijn om "elk voor metingen toegankelijk
aspect van de fysische wereld en van het menselijk,
KT 1992 .XV 111.3
37