men gaat na hoe de politieke kaart van Frankrijk eruit zag in de 14e eeuw en waar Domremy lag, wanneer men de biografie van Jeanne d'Arc leest. Naast dit gerichte zoeken of naslaan gebruikt men atlassen om willekeurig in te bladeren, en tijdens een dergelijke handeling wordt de aandacht getrokken door het ongewone, door plotse- linge verschillen in de patronen, anomalieen, in het alge- meen door afwijkingen van wat men verwacht en door wat boeit. Maar het kan voorkomen dat de atlasprodu- cent de lezer te hulp moet komen om dergelijke afwij- kende patronen waar te nemen. In traditionele papieren atlassen is het willekeurig bla deren in zoverre niet willekeurig doordat men zieh niet kan onttrekken aan de volgorde van de bladzijden, voorwaarts of achterwaarts, vanaf het punt waar men de atlas opent. In electronische atlassen kan elke kaart afzonderlijk worden geviseerd, zonder naar een van de andere virtuele kaarten die in het systeem zitten te kijken. Maar men kan de traditionele kaartvolgorde ook simuleren in een digitale omgeving door een default- volgorde vast te stellen bij de presentatie van de kaarten, die steevast aangehouden wordt wanneer er geen sprake is van gericht zoeken, en er met een willekeurige kaart wordt begonnen. Wat zou de reden kunnen zijn voor een atlasgebruiker om zieh aan die vaste volgorde te houden? Men zou dat kunnen doen uit respect voor het feit dat atlassen het eindprodukt zijn van een lange ont- wikkeling en dat hun struetuur een grote ervaring beli- chaamt. Maar het wordt waarschijnlijker dat de atlasge bruiker die vaste volgorde aanhoudt, wanneer: a. hij of zij daar iets van zou leren. Als er op een educatieve struetuur wordt gemikt, zoals het geval was bij de InterAtlas uit Quebec, moet men zieh niet aan de door de atlas uitgestippelde route onttrekken (zie figuur 4). b. het interessant is om die route te volgen. Als het willekeurig bladeren wordt ondervonden als een mee op reis genomen worden, zoals bij het Domesday projekt, waar de lezers als het wäre door een museum van de hedendaagse cultuur lopen en elk deel van de collectie binnen kunnen gaan, dan is het interessant aan zo'n reis deel te nemen. Men kan a. en b. natuurlijk combineren, en voor- beelden van dergelijke combinaties kan men ook in ver bale vertellingen vinden. Een goed voorbeeld daarvan is Niels Holgersson's sonderbare reis van Nobelprijswin- nares Selma lagerlöf (1906), een boek dat een op het oog willekeurige tocht van wilde ganzen van Zuid- Zweden naar Lapland en weer terug beschrijft, maar dat in feite een aardrijkskundeleerboek in vermomming is, vervaardigd in opdracht van de Zweedse opvoedkundige autoriteiten. Alleen op de wereld van Hector malot (1894) is een ander voorbeeld; het beschrijft Frankrijk. Een pendant van deze combinatie van zowel leerzaam en boeiend zijn op filmgebied is de TV-serie The young Indiana Jones, die begin 1992 in de Verenigde Staten werd vertoond, en die geprodueeerd was om lessen in de contemporaine geschiedenis te geven. Dergelijke ideeen zijn overgenomen in het rijk der electronica door ze op computerspelletjes toe te passen, en zo zogenaamde 'adventures' te vervaardigen waarin, afhankelijk van de handigheid en het doorzettingsvermogen van de speler deze tijdens het spei in verschillende scenario's terecht kan komen. Dergelijke adventures lijken elke opvoed kundige bedoeling te ontberen, maar zouden makkelijk in een educatieve context kunnen worden toegepast, bij- voorbeeld bij het overdragen van geografische con- cepten door het verstrekken van een los gestruetureerde, op eigen ontdekking gebaseerde, leeromgeving. Traditionele werktuigen voor het verkrijgen van struetuur in atlassen Om in een atlas een verhalende struetuur of een naslag- werkstruetuur te verkrijgen zijn er gereedschappen nodig: gereedschappen die de afzonderlijke kaarten in een relevante relatie met elkaar verbinden en de gebrui- kers de informatievoorziening door de atlas laten begrijpen. Ze helpen de gebruikers door de atlas te navi- geren, bijvoorbeeld door zijn of haar route vast te leggen, met 'markers' in de kaart, door het aanleveren van een verklärende woordenlijst of van een thesaurus, kleurencodes of icons. De beschikbare gereedschappen maken de gebruikers op bepaalde contrasten opmerk- zaam en ze dienen hun als richtingwijzer en stellen de gebruikers in Staat hun route te veranderen in een rele vante nieuwe richting omdat deze tot nieuwe kennis leidt. Belangrijke Processen of gebeurtenissen die gekar- teerd worden, kunnen worden uitgelegd of benadrukt aan de hand van foto's, tekeningen, of schema's. Voor de meeste kaarten is het van belang een uitleg toe te voegen, al was het alleen maar om de lezer te helpen bij het opmerken van de boodschap van de kaart. In welke mate is de behoefte aan dergelijke strueture- rende werktuigen in de traditionele atlaskartografie bevredigd? In de laatste vier eeuwen zijn de volgende gereedschappen ontwikkeld (en deze lijst is nog maar een voorbeeld): 1. De schaal: voor de atlasgebruikers minder belang- rijk geachte gebieden worden op kleinere schalen afgebeeld. 2. De geografische volgorde: een rangschikking van de kaarten in een bepaalde volgorde, gebaseerd op hun al of niet aan elkaar grenzen. Hier maakt men ook gebruik van het principe dat gebieden of wereld- delen die minder belangrijk geacht worden voor de gebruiker pas later komen in deze geografische rangschikking. 3. De thematische volgorde: een rangschikking van de kaartthema's op basis van een veronderstelde causa- liteit tussen die thema's. Goode's World Atlas heeft steeds eenzelfde set van thematische kaarten (energie natuurrampen jaarlijkse neerslag vegetatie - bevolkingsdichtheid economie en mijnbouw milieu) voor alle werelddelen. 4. De afwisseling van analytische en synthese-kaarten. Hierbij volgt een aantal analytische kaarten een syn- thesekaart waarin ze zijn gecombineerd. De al genoemde Economic Atlas of Ontario is daarvan KT 1992.XVIII.3 39

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1992 | | pagina 41