Een kaartje als dit steekt wel heel armelijk af tegen de
mooi gekleurde groeikaarten van Nederlandse Steden in
de vorige atlas.
Het deel Landschap (deel 16) opent met een verrassende
chorochromatische landschapskaart (kaart 4) waarop
167 landschappen tot 19 groepen zijn samengevat, elk
met een eigen kleur. Een uitvoerige tabel geeft van alle
167 landschappen de kenmerkende eigenschappen. Een
dergelijke inventaris is eigenlijk in strijd met het beginsel
van deze atlas ('geen inventariserende kaarten'), maar
deze kaart zal men toch niet graag willen missen!
Elet deel Landschap bevat ook nog een ander kaarttype:
het bij plantenliefhebbers van ouds bekende 'uurhok-
kenkaartje', dat hier niet alleen gebruikt wordt om aan
te geven of een bepaalde soort al dan niet binnen zo'n
hok voorkomt (bijvoorbeeld kaart 23), maar ook voor
vegetatievormen zoals naald- en loofbos, heide en hoog-
veen (bijvoorbeeld kaart 39). Voor een kaart met de
juiste omtrekken van deze bossen en 'natuurterreinen'
moeten we naar het deel Landinrichting (deel 20) gaan
(kaart 27), waar ze slechts bleekjes zijn aangegeven,
samen met huidige en geprojecteerde natuurreservaten.
Administratieve kaarten kunnen nauwelijks tot de cho
rochromatische kaarten worden gerekend: ze geven
immers wel gebieden aan met een kleur of signatuur,
maar deze gebieden zijn niet door bepaalde kenmerken
van elkaar onderscheiden, alleen door hun naam en
beheer. In de atlas zijn er ettelijke op het gebied van de
waterbeheersing (deel 15). Kaart 41 in deel 15 bevat niet
alleen een 200-tal afwateringseenheden in zachte
kleuren, maar bovendien een veel te fijn waterwegennet
en verder zo'n 240 in dun rood en groen aangegeven
sluizen, gemalen e.d. met hun capaciteiten. Dit is weer
een duidelijk voorbeeld van een overmatige inventarise-
ring zonder dat een overzicht wordt verkregen, tegenge-
steld aan de beginselen van de atlas. Maar er zijn er
meer: de kaarten 53, 54 en 55 geven met kleuren en
cijfers beheersgebieden weer waarvan de namen worden
vermeld op lange lijsten met respectievelijk 55, 108 en 29
namen; voor opzoeken zullen zulke inventarisaties zeker
nuttig zijn, maar ze stroken bepaald niet met de begin
selen van de atlas.
Besluit
In het voorafgaande overzichtje van kaarttypen in de
tweede Atlas van Nederland zijn hele groepen van
kaarten niet genoemd. Hiertoe behoren de grote aan-
tallen fragmenten van gedetailleerde topografische, geo-
morfologische en bodemkaarten. Ook niet genoemd is
de hele groep van pianologische kaarten, die geken-
merkt zijn door hun grote verscheidenheid en vinding-
rijkheid bij het weergeven van geprojecteerde stads-
wijken, verkeerswegen, industrie- en natuurterreinen.
Deel 18 toont er een representatieve selectie van.
De bedoeling van dit overzicht was slechts om de aan-
dacht te richten op fraaie voorbeelden van kaarttypen in
de atlas, maar ook op enkele minder geslaagde, waarbij
we ons kunnen afvragen wat daarvan de oorzaak was.
Als geheel vormt deze tweede Atlas van Nederland met
zijn grote rijkdom aan kaarten een onschatbaar studie-
materiaal voor kartografen.
Noten
Emeritus hoogleraar dr. A.J. Pannekoek (Cesar Francklaan
32, 2102 ED Eleemstede) was voorzitter van de Redactiecom-
missie van de eerste editie van de Atlas van Nederland. Hij is
erelid van de Nederlandse Vereniging voor Kartografie.
1Voodracht van prof. dr. M. de Smidt op de studiedag van
de Nederlandse Vereniging voor Kartografie (11 maart
1990), georganiseerd ter gelegenheid van het gereedkomen
van de atlas. Bulletin Vakgroep Kartografie 17, Geogra-
fisch Instituut Utrecht, 1990, pp. 13-18.
2. Bakker, N.J., C.P.J.M. van Elzakker F.J. Ormeling
(1988), Een Nationale Atlas Informatiesysteem. Kartogra
fisch Tijdschrift 1988.XIV.2, p. 48.
3. Kartografisch Woordenboek. Nederlandse Vereniging voor
Kartografie, 1991.
4. Volgens de terminologie van het Kartografisch Woorden
boek 1991: kaarttype betreft wijze van weergave (bijvoor
beeld stippenkaart, choropleet); kaartsoort betreft het
onderwerp (bijvoorbeeld geologische kaart, bevolkings-
kaart).
5. Zie Ormeling, F.J. M.J. Kraak (1990), Kartografie -
Visualisatie van ruimtelijke informatie. Delft: Delftse Uni
versitaire Pers, 2e herziene druk.
6. Gereproduceerd in Ormeling Kraak, Kartografie, tegen-
over p. 246.
7. Bij de dieptelijnen ontbreekt helaas een deel van de diepe
geulen in Zeeland en de Waddenzee; hetzelfde is het geval
bij de dieptekleuren op kaart 2 in deel 11waar het toch om
de toegankelijkheid voor grote schepen gaat.
8. Van het deel Geologie is in 1985 een afzonderlijke bespre-
king versehenen van prof. dr. Aart Brouwer in de NRC.
KT 1992.XVIII.3
49