ngt qeodesia
NVK en NGL
Sinds enige tijd hebben de Nederlandse Vereniging voor
Kartografie (NVK) en de Stichting Nederlands Genoot-
schap voor Landmeetkunde (NGL) de redacties van de res-
pectievelijke tijdschriften, het Kartografisch Tijdschrift en
het Nederlands Geodetisch Tijdschrift, verzocht om in on-
derling overleg te komen tot een vorm van samenwerking.
Dit verzoek is niet zo vreemd omdat het Kartografisch Tijd
schrift veel voor geödeten interessante artikelen bevat.
De gedachte aan samenwerking komt vooral voort uit de
bestaande gemeenschappelijke belangen en interesses van
de leden van beide organisaties. Ook het tweejaarlijkse
NGL Congres, dat afgelopen jaar voor de 16e maal in
Utrecht is gehouden, geeft daar blijk van omdat het door
veel kartografen is bezocht. Eigenlijk is de spreuk van Ra-
bindranath Tagore (dichter en wijsgeer, 1861-1941) op deze
situatie van toepassing:
Witte en roze Oleanders komen samen
en scheppen samen vreugde in hun onderlinge
verschillen
De aard van het werk van kartografen en geödeten heeft
zoveel gemeen dat we er vreugde in kunnen scheppen om
samen sterk te worden en te zorgen voor een eendrachtige
promotie naar buiten. Dat gaat veel verder dan een samen
werking op het gebied van publikaties die voor beide orga
nisaties vooral intern gericht zijn. (In ieder geval is het zo
dat het Nederlands Geodetisch Tijdschrift Geodesia voor
en door de leden wordt gemaakt.)
De NVK heeft al samenwerking met het NGL gezocht om
een ICA-congres in Nederland te kunnen houden en die
samenwerking wordt nu gestalte gegeven.
De Stichting NGL houdt al enkele jaren, met groot succes,
een campagne om het vakgebied geodesie te promoten en
meer leerlingen naar de geodetische opleidingen te krijgen
om zo te kunnen voldoen aan de grote vraag naar geödeten
op MBO-, HBO- en universitair niveau. Het lijkt mij zowel
voor de NVK als voor de Stichting NGL succesvol wanneer
de NVK aan die actie mee zou doen.
H. Aalders,
hoofdredacteur NGT Geodesia
Körte samenvattingen van artikelen in NGT-Geodesia
1992-4
NGT-Geodesia 1992-4
ir. R. Morrema - GBKN-PPP; op weg naar publiek pri
vate samenwerking
Een Stelling uit het artikel is: 'Indien Provinciale Karte-
ringscommissies niet bestonden, zouden ze alsnog moeten
worden opgericht'.
Een basiskaart is van alle partners, en voor alle partners
ook een gewoon bedrijfsmiddel. De GBKN-vervaardiging
is geen primair bedrijfsproces van het Kadaster meer. De
oprichting van regionale PPP's (Public Private Partner-
ship) kan een belangrijke bijdrage zijn in de totstandko-
ming van de gewenste (digitale) GBKN.
Theo Scheele - De landmeetassistenten en het NLF
In Nederland bestaan geen officiele opleidingen voor de
landmeetassistent. Sinds 1971 heeft het NLF voor diegroep
wel een eigen examen ingesteld (345 diploma's zijn sinds-
dien uitgereikt), maar opleidingen voor dat examen zijn er
nauwelijks. Alleen in Zwolle draait een cursus met vijftien
deelnemers.
De schrijver zat een dag in de klas om de opleidingssfeer te
beleven. Daarna hield hij een interview met de examencom-
missie van het NLF en nam daarvandaan enkele waarde-
volle suggesties mee.
ir. drs. R.V. Schuver en ir. H.J.M.Corstens - GFO: van
woordenboek naar kennisbank
In de afgelopen tijd is een aantal Gemeentelijke Functionele
Ontwerpen (GFO) tot stand gebracht. Ieder GFO bestaat
uit een gegevenswoordenboek, waarin de definities staan
van de voor het GFO-gebied relevante gegevens, waarin de
onderlinge relaties tussen de gegevens staan aangegeven. In
dit artikel wordt betoogd dat een wezenlijk kenmerk van
een gegevensmodel, namelijk het aangeven van geldende
beperkingsregels, zou moeten worden toegevoegd, opdat
een solide basis voor implementatie ontstaat. Tevens wordt
een mogelijke oplossingsrichting geschetst, waarbij gebruik
wordt gemaakt van kennistechnologie.
6
KT 1992.XVIII.3