lustrumcommissie meegenomen kan worden. De heer Smits benadrukte dat de werkgroep geen medewerking wei gert omdat het een lustrum betreft. Over een dergelijke centrale actie is de werkgroep juist positief. Probleem is de onkunde en het gebrek aan tijd. Daarnaast verloopt de communicatie niet altijd zo dat het leidt tot een brui- send verenigingsleven. Hierop bracht de heer E.S. Bos naar voren dat de indruk gewekt wordt dat er zonder GIS niets meer mogelijk is. Het is juist goed een aantal onderwerpen te hebben waar het woord GIS niet in voorkomt. De heer Ormeling rea- geerde hierop door aan te geven dat keynote-spreker J.P. Grelot het zal hebben over de kartografie na GIS. Na deze uitgebreide discussie over het lustrum ging de voorzitter verder met de mededelingen. Van 3 tot 9 mei vindt te Keulen het volgende ICA-congres plaats. De NVK zal zieh sterk maken voor de Nederlandse vertegenwoordigingen in de ICA-commissies en -werkgroepen. Door het bestuur zijn een viertal reis- beurzen /750, - ter beschikking ge- steld. De volgende mededeling betrof de plannen van de stichting Wetenschap- pelijke Atlas van Nederland zichzelf op te heffen omdat er geen activiteiten voor de stichting zijn. Het NVK-be- stuur is van mening dat opheffing geen goede zaak is. Eenmaal opgeheven is het ontzettend moeilijk een dergelijke stichting weer op te richten. De Stich ting is indertijd opgericht door onder- meer de Topografische Dienst, de Rijksplanologische Dienst, de Rijks Geologische Dienst en het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genoot- schap. Aan de ledenvergadering werd gevraagd of zij het hiermee eens was. Toen dit inderdaad het geval was werd besloten aan de oprichters van de stichting steunbetuigingen te vragen om te voorkomen dat de stichting opgeheven zal worden. In reactie hierop merkte de heer Russchen op dat dit een defensieve actie is. Hij vroeg zieh af of er geen lopende activiteiten op dit vlak bestaan. De heer Ormeling antwoordde dat er gewerkt wordt aan een onderzoeksvoorstel voor een interface voor een electronische atlas. De heer Koop merkte op dat de ophef fing te maken heeft met het vertrek van een aantal leden van de Stichting. De heer E.S. Bos - bestuurslid van de Stichting voegde hieraan toe dat meegespeeld heeft dat een aantal bestuursleden al lange tijd niets (meer) met de kartografie te maken heeft. Opheffen is echter veel te gemakke- lijk. De Stichting moet blijven voort- bestaan! De volgende mededeling van de voor zitter betrof de viering van het Merca- torjaar in 1994. De heer Ormeling gaf in zijn toelichting aan dat er in 1994 ter gelegenheid van het 400-jarig ver scheiden van Mercator manifestaties worden georganiseerd in Belgie en Duitsland. Men heeft de Nederlandse kartografen gevraagd daaraan deel te nemen. Het verslag van de laatste ver- gadering is toegezonden aan de werk groep Geschiedenis voor de Karto grafie. Er zal waarschijnlijk een spe- ciaal nummer van Caert-thresoor gewijd worden aan Mercator. De laatste mededeling betrof de moge- lijkheid het volledige Schokkenkamp- fonds aan te wenden voor het ontwik- kelen van lesmateriaal voor de op te zetten MBO-opleiding Kartografie. Bedoeling hiervan is vooral om de betrokkenheid van de vereniging bij het in stand houden van kartografie- opleidingen aan te geven. De totale kosten liggen waarschijnlijk ergens rond de miljoen. De heer Verroen merkte op dat in het verslag van de secretaris het voortbestaan van de PBNA-cursus een positieve ontwikke- ling wordt genoemd. Betekent dit dat het bestuur ook positief Staat tegen- over actualisatie van deze cursus? Voorzitter Hoogendoorn gaf aan dat tevergeefs geprobeerd is reacties van PBNA te krijgen op de plannen de cursus te actualiseren. Ter vergadering bleek nog steeds onzekerheid te bestaan over het voortbestaan van de PBNA-cursus. De heer Ormeling bracht naar voren dat, in het geval de MBO-opleiding bij het VLU niets wordt, de PBNA-cursus alsnog in aan- merking kan komen voor investe- ringen door de NVK. De heer Hame- leers vroeg zieh af of de NVK deze investeringen dan zomaar kwijt is zonder garantie. Als het niet door- gaat, moet de NVK het geld zien terug te krijgen. De voorzitter antwoordde dat een dergelijke voorwaarde zeker gesteld zal worden. De heer Bakker bracht nog naar voren dat het een investering betreft die pas over vele jaren wat op zal leveren. Dit zal moei lijk liggen. Voorzitter mevrouw Hoo gendoorn besloot de discussie door aan te geven dat het onderwerp wel- licht kan worden ingebracht bij de CCLK (Contact Commissie voor Landmeetkundige en Kartografische aangelegenheden (TDN, RWS-MT, Kadaster, LD)). Rondvraag en sluiting Gelet op de tijd en aangezien geen der aanwezigen behoefte had nadere punten aan de orde te stellen, werd de vergadering onder dankzegging voor de aanwezigheid en suggesties door voorzitter W.J.M. Hoogendoorn- Beks om 13.00 uur voor gesloten ver- klaard. J.H.R. van der Schuit NVK-Verenigingsprijzen 1992 Tijdens de Algemene Ledenvergade ring op 26 maart j1werden op gepast feestelijke wijze de NVK-prijzen 1992 uitgereikt aan mevouw N. van Bet- lehem en de heren M.A. Damoiseaux, R.M. Hootsmans en F.J.M. van de Wel. De jury, bestaande uit de heren P. van der Donk, O. Koop, C.A. van Kampen en J. Russchen, hadden hun keuze gemaakt uit totaal 14 nomina- ties. Het feit dat het aantal nominaties dit jaar aanzienlijk hoger lag dan voorgaande jaren, was een recht- streeks gevolg van de meer directe benaderingswijze van de institutionele leden door de jury. De rondgezonden enquete leverde 11 extra nominaties op. Omdat veel nominaties zowel voor de Algemene als voor de Technische Kar- tografieprijs in aanmerking kwamen, had de jury besloten aanvullende cri- teria te formuleren. Bij de beoordeling voor de Algemene Kartografieprijs werd vooral gekeken naar het 'externe' effect van het werkstuk. De vraag hierbij was: 'Op welke wijze draagt het werkstuk bij aan de aeeep- tatie van de kaart als volwaardig com- municatiemiddel voor het algemene publiek?'. De vraag bij de Technische Kartogra fieprijs was sterk 'intern' gericht en luidde: 'Op welke wijze draagt het werkstuk bij aan een verbeterd begrip van de kartografische communicatie- mogelijkheden door kartografen zelf?'. Op basis van deze criteria was de jury er naar haar eigen mening snel in geslaagd een drietal uitstekende prijs- 10 KT 1993.XIX.2

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1993 | | pagina 12