(natuurlijke en niet-natuurlijke personen). Hierbij dienen tevens afspraken te worden gemaakt over de rela- ties tussen kernidentificaties. De voorgestelde kerniden- tificaties vereisen geen nieuwe registraties. Deze identifi- caties maken reeds deel uit van bestaande of in ontwik- keling zijnde registraties van het Kadaster, de gemeenten en de Kamers van Koophandel. Dit past in het uitgangs- punt 'kleine maatregelen, grote effecten'. Het 1:10.000 kernbestand Om in de behoefte aan geometrische informatie voor beleidsdoeleinden te voorzien steh de structuurschets voor om te komen tot de produktie van een landelijk dekkend geometrisch bestand, kernbestand genoemd. In dit bestand zijn geometrische gegevens opgenomen ver- gelijkbaar met de analoge 1:10.000 kaart van de TDN. De TDN is sinds 1990 bezig met de opbouw van een digitaal 1:10.000 basisbestand. De structuurschets steh dan ook voor om dit basisbestand als uitgangspunt te nemen bij de produktie van het kernbestand. Het kern bestand zal naar verwachting een subset van het TDN- bestand zijn. Voor een structurerende en standaardiserende werking van dit bestand is snelle produktie en een relatief läge prijs noodzakelijk. Dit betekent dat het huidige produk- tietempo van de TDN omhoog moet. Voor de vraag op welke wijze dit te realiseren is, verwijs ik naar de bij- drage van de heer Geudeke, directeur van de TDN, in dit nummer. In dit kader worden door de structuurschets een produktieperiode van 3 jaar en distributie op een modern gebruiksvriendelijk medium (bijvoorbeeld CD- ROM) tegen een laagdrempelige prijs voorgesteld. Naar de opvatting van de RAVI behoort de beschikbaarstel- üng van het digitale kernbestand tot de minimale staats- zorg. Vrij vertaald: het is een onderwerp van overheids- aandacht dat het kernbestand tot stand komt. Dit zal niet anders kunnen dan door samenwerking van meer- dere overheidsinstanties. Koppeling tussen administratie en geometrie De structuurschets steh voor om een koppeling tot stand te brengen tussen de voorgestelde kernidentificaties en het 1:10.000 kernbestand. Met de drieslag kernidentifi caties - koppeling - kernbestand wordt een basis gelegd voor de structuur van de vastgoedinformatie in Neder- land. De koppeling maakt het mogelijk om administra- tieve vastgoedinformatie en daaraan gerelateerde infor matie thematisch af te beeiden en te betrekken in mimte- lijke analyses. Voorgesteld wordt om als koppeling op nationaal niveau te realiseren: postcode (met eventueel het huisnummer), adres en perceelscoördinaat. In figuur 1 is de koppeling administratief - geometrisch geillustreerd. Klanten van het kernbestand Wie zijn nu de toekomstige klanten van het kernbe stand? Is er wel een koopkrachtige vraag naar een derge- Iijk bestand? Indien dit het geval is, waarom heeft de markt dan niet in het kernbestand voorzien? In de eerste plaats kunnen we constateren dat er in Nederland bestanden bestaan die dementen van een kernbestand bevatten of hierop een 'thematische laag' bieden. Er zijn particuliere bedrijven in Nederland, die de expertise hebben het kernbestand mede te produ- ceren. Alleen, ook deze bedrijven hebben opdrachtge- vers nodig. Een inventarisatie leert dat de volgende instanties zieh hebben beraden op digitale bestanden in het schaalbe- reik van het kernbestand: ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (Aanpak Ruimtelijke Informatievoorziening); ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde- ning en Milieubeheer (het 'Georef'-project); ministerie van Verkeer en Waterstaat (digitale hoog- tekaart en Topografische Informatie); ministerie van Defensie (het 110.000 basisbestand van de TDN); Provincies (bijvoorbeeld Utrecht en Noord-Hol- land); Waterschappen (rapport: De Kaarten van Tafel); grote gemeenten (bijvoorbeeld het Grote Steden Overleg). subjecten objecten administratief koppeling geometrisch Figuur 1. Gewenste koppeling administratief - geometrisch. (Bron: structuurschets vastgoedinformatie) KT 1993.XIX.2 21

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1993 | | pagina 23