Leuvenhorst en Leuvenumse Bos, geomorfologische kaart van de Noordwest-Veluwe M.H.M. van Ree en M.W.H. van Elk kddrtQSbrtiik Inleiding Tussen Harderwijk, Nunspeet, Elspeet en Ermelo ligt een belangrijk natuurgebied, waarvan een groot deel toebehoort aan de Vereniging tot Behoud van Natuur- monumenten in Nederland. Het betreft een heuvelachtig stuifzandlandschap, dat bestaat uit het Hulshorster- zand, een niet door begroeiing vastgelegd actief stuif- zandgebied en het Leuvenumse Bos/de Leuvenhorst, waar het stuifzand door vegetatie is vastgelegd. Thans nog actieve stuifzanden zijn niet alleen in Nederland, maar in geheel NW-Europa zeldzaam. Doel van de kaart Van dit stuifzandgebied is met behulp van de Computer een geomorfologische kaart, schaal 1:10.000, in kleu- rendruk gemaakt. Daarnaast is de kaart voorzien van een begeleidend boekje. Door de hoge mate van detail biedt de kaart inzicht in de ontstaansgeschiedenis en de vormontwikkeling van een Nederlands stuifzandgebied. De nadruk ligt op de samenhang welke bestaat tussen substraat, terreinvorm, bodem en vegetatie in het stuifzandlandschap. Kaart en tekst zijn zodanig samengesteld dat deze toe- gankelijk zijn voor een breed publiek. Er worden twee wandelroutes in beschreven, waarin de bezoekers van het terrein worden gewezen op vorm en ontstaan van het landschap. Een dergelijke kaart kan tevens een belang- rijke functie vervullen in het voortgezet onderwijs en in de natuur- en milieu-educatie. Hoewel dergelijke thematische wandelkaarten in de ons omringende landen reeds längere tijd bekend zijn, is deze met behulp van de Computer gemaakte kaart in ons land de eerste in zijn soort. De landschapsontwikkeling van het gebied Het gedeelte van de Veluwe dat op de kaart is weerge- geven, kreeg de meeste van zijn door de wind bepaalde vormen in de late Middeleeuwen. Om begrip te krijgen van de opbouw van de ondergrond moeten we echter verder terug in de tijd. In de voorlaatste ijstijd, de Saale- ijstijd, tussen circa 150.000 en 100.000 jaar geleden, reikte het landijs tot het midden van Nederland, waarbij de stuwwallen van Garderen-Harderwijk en Apeldoorn- Hattum ontstonden (figuur 1). Het ijs stuwde het door voorlopers van Rijn en Maas neergelegde grindrijke en zandige materiaal op tot hoge wallen. Toen aan het eind van de Saale-ijstijd het landijs begon af te smelten, werden door het ijssmeltwater grote hoe- veelheden van dit grind en zand meegenomen en afgezet in de vallei van de huidige Leuvenumse i.e. Hierdense Beek. In de laatste ijstijd, de Weichsel-ijstijd, die van 75.000 tot 10.000 jaar geleden duurde, kwam het landijs niet tot ons land maar reikte het tot halverwege Denemarken en het noorden van Duitsland. Gedurende delen van het Figuur 1. De stuwwallen van de Veluwe. 38 KT 1993.XIX.2 •Hattum j stuwwal met richting van de stuwing smeltwaterafzetting ^y/y/ afvoerrichting vanjietsmeltwater oorspronkelijk verloop vap^fe stuwwal (door erosie verdwenen) Nunspeet iEpe Harderwijk Putt« Garderen] Apeldoorn Kootwijk« iLoenen »Otterlo Ede» Arnhem ^Wageningen 10 km Nijmegen

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1993 | | pagina 40