kleur en ruim 100 diagrammen en gra- fieken. Kopenhagen: G.E.C. Gads Forlag, 1988. Prijs 750 Deense Kro nen. ISBN 87-12-33012-4. Het is merkwaardig te constateren dat een hoogwaardig kartografisch Pro dukt van een onzer buurlanden zo lang onopgemerkt kan blijven. Het betreft hier de fraaie, zorgvuldig geconci- pieerde, in 1988 versehenen Histori sche Atlas van Denemarken. Het plan voor een dergelijk kaartwerk werd gelanceerd in 1967 tijdens een semi- naar in Odense. Zoals het gaat met dit soort projecten duurde het jaren voordat het plan was gerijpt, een team van deskundigen was gevormd om het te begeleiden en niet te vergeten, de middelen waren gevonden om het te verwezenlijken. In 1979 werd tot uit- voering besloten. Een stuurgroep van 6 leden, onder wie de 'StatskartograP Werner Gertsen, die zo vriendelijk was het voorwoord van de atlas voor mij in het Engels te vertalen, Steide vervolgens globaal opbouw en inhoud van de atlas vast alsmede de kartografische spelregels. Vervolgens werd de leiding overge- dragen aan de twee redacteuren Hel- lesen en Tuxen, die op hun beurt voor bepaalde onderwerpen en perioden de assistentie van externe deskundigen inriepen. Tenslotte werden produktie en vormgeving van de atlaskaarten toevertrouwd aan de Kartografische Afdeling van het (voormalige) Geode- tisk Institut te Kopenhagen, waar het werk onder leiding van Marianne E. Henriksen in ruim 4 jaren kon worden afgerond. Alle medewerkers, in- en externe, totaal ruim 50 in getal, inclusief de kartografen, worden netjes in het voorwoord genoemd. Zo hoort het ook! De atlas is bedoeld voor het onderwijs en voor een ieder die zieh voor de geschiedenis van Denemarken interes- seert. Het werk is chronologisch opge- bouwd en voert de gebruiker mee van de laatste ijstijd en de nederzettingen in het palaeolithicum tot de spreiding van vacantiewoningen en voetbalclubs anno 1980. Globaal vallen in de inhoud drie perioden te onder- scheiden: 1van Palaeolithicum tot de Vikingtijd; 2. van circa 1050 tot 1800 en 3. van 1800 tot op heden. Waar nodig wordt van deze volgorde afge- weken zoals bij de aparte behandeling van Sleeswijk-Holstein en van de gebieden die in het verleden onder Deens gezag hebben gestaan. Alle kaarten die op deze onderwerpen betrekking hebben zijn in een apart katern achterin de atlas onderge- bracht. Tot laatstgenoemde gebieden behoren de voormalige landen van de Deense kroon in Zuid-Zweden (waarvan Skane als laatste in 1660 door Zweden werd veroverd); de nederzettingen in Voor-Indie (1620- 1845), de kolonien in West-Afrika, centra van slavenhandel (1658-1850); de Deense Maagdeneilanden (ver kocht aan de V.S. in 1917); Noor- wegen (in 1814 afgestaan aan Zweden); IJsland (zelfstandig sedert 1944) en Groenland (zelfbestuur sedert 1953). Daar het atlasbudget geen eigen onderzoek toestond is de atlas geba- seerd op bestaande bronnen waarvan in een appendix kaartgewijze verant- woording wordt afgelegd. Nochtans waarschuwt de redactie er in het voor woord voor dat de kaarten verschil- lende niveau's van perfectie bezitten. Ter verduidelijking van bepaalde ont- wikkelingen zijn op royale wijze dia grammen en grafieken toegevoegd. Kaarten en figuren zijn voorzien van soms uitvoerige toelichtingen in het Deens. Voor gebruikers die deze taal niet machtig zijn biedt de 11 blad- zijden teilende inhoudsopgave in het Engels een nuttige handreiking, doch raadpleging daarvan vereist omslachtig heen en weer bladeren. Spijtig genoeg zijn lang niet alle kaart- legenda's van een Engelse vertaling voorzien. Volgens het Voorwoord Steide de redactie zieh ten doel een zo breed mogelijk scala van de Deense samenle- ving thematisch in kaart te brengen. Zij is daarin goed geslaagd. Behalve de in geschiedenisatlassen gebruikelijke aandacht voor militaire en staatkun dige thema's is een ruime plaats inge- ruimd niet alleen voor economische doch, conform moderne trends in de geschiedenisbeoefening, tevens voor sociale onderwerpen. Gezien de veel- bewogen Deense geschiedenis was er in de eerstgenoemde categorie bepaald geen gebrek aan thema's. Zo kan de gebruiker o.a. kennis nemen van de locatie van de onderwaterversper- ringen van Deense havens in de Vikingtijd, de schade in Kopenhagen aangericht door het Engels bombarde- ment in 1807, de Duitse troepenbewe- gingen tijdens de invasie van april 1940 en de spreiding van de sabotage- daden tijdens de daarop volgende bezetting. In de sociale sector komen onder werpen aan de beurt als werkloosheid, arbeidsconflicten, gezondheidszorg, kinderarbeid, abortus en onwettige geboorten, huisvesting en zelfs de ver- kooppunten per district van alcoholi- sche dranken. Het begrip Sociale Topografie wordt overigens weinig overtuigend - aan de hand van de stad Ribe gei'llustreerd. Tevergeefs zoekt men naar kaarten waarop de spreiding van de criminaliteit, de woonwijken van allochtonen of de locatie van gevangenissen zijn ingete- kend doch blijkbaar gaat men ook in Denemarken voorzichtig om met deze onderwerpen. Voor zover de bronnen dit toelieten is steeds gebruik gemaakt van kwantita- tief materiaal, dat voor zover mogelijk per administratieve eenheid - district of Amt in het Deens is weerge- geven. Het is duidelijk dat dit mate riaal voornamelijk betrekking heeft op recente ontwikkelingen. Voor zover cijfers uit vroeger tijden werden gevonden, is daarvan gretig gebruik gemaakt, zoals onder meer möge blijken uit kaarten van de frequentie in Jutland per district van heksenpro- cessen in de 17e eeuw, van de slaven- transporten in de 18e eeuw met Deense schepen van West-Afrika naar Ame rika en van de adressen in Kopenhagen van de 236 geregistreerde prostituees in het midden van de 19e eeuw. Vergelijking van kaarten uit verschil- lende perioden wordt onder meer bemoeilijkt door de radicale reorgani- satie van de administratieve indeling van Denemarken in 1970. Vervolgens draagt daartoe bij de wisselvallige politieke geschiedenis van Sleeswijk- Holstein, eeuwenlange twistappel tussen Deense en Duitse landheren. Van 1864-1920 was geheel Sleeswijk- Holstein in Duitse handen zodat in die Periode gegevens vergelijkbaar met de Deense ontbreken. Na de eerste wereldoorlog koos Noord-Sleeswijk bij referendum weer voor aansluiting bij Denemarken. Vervolgens is daar het probleem van de historische topografie, een vraag- stuk waarmee elke redactie van geschiedenisatlassen te maken krijgt. Met name de kustlijn van Jutland heeft door stormvloeden en inpolde- ringen in de loop der tijden vele veran- deringen ondergaan. Daar deze wijzi- KT 1993.XIX.2 51

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1993 | | pagina 53