echter niet. Aangezien atlassen een van de meest prominente getuigen van de cultuurgeschiedenis zijn, rust er een zware plicht op de kartografische gemeenschap om de kennis en erva- ring op het gebied van de redactie en produktie van atlassen door te geven aan het nageslacht. De atlaskarto- grafie zal nu en in de toekomst een belangrijke plaats dienen in te nemen in de curricula van de kartografie- opleidingen. De opkomst van nieuwe media waarin de atlas kan worden gegoten steh tevens andere eisen aan de manier waarop met het ruwe mate- riaal moet worden omgegaan. Atlassen zijn niet langer statische momentopnamen, maar dynamische gegevensmodellen die ons in Staat stellen om een constante stroom van ruimtelijke gegevens te structureren, te verwerken en te visualiseren. Het onderwijs zal dan ook in moeten speien op deze ontwikkelingen. Tijdens deze sessie werd in een viertal presentaties gepoogd om het onder wijs in de atlaskartografie te plaatsen tegen het licht van de nieuwe-media- technologie. In de openingslezing pleitte Ferjan Ormeling voor een herbezinning van de atlasconcepten. Daar waar bij de traditionele atlas de redactionele con- cepten min of meer vastliggen kan bij een electronische atlas de wijze waarop de gebruiker de atlas op zieh af laat komen open blijven. Met andere woorden, de gebruiker wordt in zekere zin zelf atlasredacteur. Hij of zij bepaalt zelf gebiedsuitsnedes, thema's, topografisch detail enz. Verder kan een electronische atlas geintegreerd worden met de eigen data en zelfs eventueel de modelten van de gebruiker. Een aspect bij atlasredactie betreft de plaatsnamen. Over dit onderwerp werd een presentatie verzorgd door prof. Naftali Kadmon van de Hebreeuwse Universiteit van Jeru- zalem. Kadmon zette uiteen dat een nauwe koppeling tussen toponiemen en hun locatie in het kaartbeeld essen- tieel is voor een goede atlasredactie. Hij concentreerde zieh vooral op de databaseconcepten van plaatsnamen ten behoeve van de produktie van de traditionele atlas. Jammer genoeg ging hij niet in op de meer interactieve aspecten van het gebruik van plaats namen in electronische atlassen. Het speeifieke onderwijsaspect, wat toch het thema was van deze sessie, kwam nauwelijks uit de verf. De bijdrage van prof. Kei Kanazawa uit Japan leverde een verhandeling op over de beginselen van de produktie van schoolatlassen. Zijn bijdrage leverde helaas weinig nieuwe inzichten op over deze materie. Zo bleef hij steken in de bekende prineipes van atlasproduktie, zonder vooruit te kijken naar de nieuwe media die onge- twijfeld ook op de Japanse Scholen hun ingang vinden of reeds hebben gevonden. Het zou interessant zijn ge- weest de didactische aspecten van de atlaskartografie in relatie tot de nieuwe media wat meer aandacht te geven. Ten slotte werd in een tweede bijdrage uit Utrecht, door Barend Köbben, expliciet ingegaan op de Pro blemen waar docenten mee worden geconfronteerd wanneer van hen wordt verwacht om in een kort tijdsbe- stek de theoretische en praktische aspecten van de multi-media techno- logie over te dragen. Wanneer dit dan ook nog moet worden toegespitst op het produceren van electronische (multi-media) atlassen is het probleem compleet. De boodschap is dan ook dat dit nog vrijwel onontgonnen ter- rein met enige omzichtigheid dient te worden betreden en dat de doelen c.q. eindtermen van dergelijke cursussen niet te ambitieus dienen te worden ge- steld. In de presentatie werd tevens aandacht besteed aan de nieuwe uitda- gingen die multi-media docenten te wachten staan, zoals de voor de karto- grafie toch wat vreemde onderwerpen als het schrijven van scenario's, ani- maties, 'storyboarding' enz. Het werd duidelijk dat het geven van onderwijs in deze materie een gedegen voorberei- ding vraagt en ook de docenten weer terug naar de schoolbanken dwingt om zieh al deze nieuwe zaken eigen te maken. Wanneer we de sessie als geheel beschouwen, dan is het jammer dat de sprekers, met uitzondering van de laatste, niet dieper in zijn gegaan op de uitdagingen die de informatietechno- logie biedt aan het onderwijs in de atlaskartografie. Willen we ook in de toekomst goede atlassen kunnen pro duceren in analoge en digitale vorm dan zullen we toch nu al serieus moeten gaan nadenken over hoe de kartograaf van de toekomst gevormd dient te zijn. Sessie 4 Produktie van electroni sche atlassen In deze sessie werd met name ingegaan op de gereedschappen die gebruikt kunnen worden om electronische atlassen te produceren en werd aan de hand van een aantal voorbeelden de produktie van zo'n atlas beschreven. Bengt Rystedt ging in zijn lezing kort in op een aantal multi-media tech- nieken, zoals die in de atlasproduktie gebruikt kunnen worden. Hij ging wat nader in op het 'Hyper'-concept, waarmee een systeem bedoeld wordt waarin de informatie niet sequentieel wordt aangeboden, maar waarin de gebruiker de te bewandelen route door de data bepaalt. Verder ging hij in op de mogelijk- heden van de CD-ROM techniek voor multi-media Produkten. Een reeds gerealiseerd voorbeeld van het gebruik van deze techniek werd voor het voet- licht gebracht: de hele Zweedse topo- grafische kaart 1:50.000, inclusief de index met 60.000 namen, is op CD- ROM versehenen. Nieuwe apparaten, zoals de foto-CD van Kodak en betaalbare CD-schrijvers van Philips maken volgens Bengt Rystedt dat de tijd rijp is voor CD-ROM produktie door kartografen. Eva Siekierska ging in op de wordings- geschiedenis van de electronische atlas Territorial Evolution of Canada. Zij plaatste deze in het bredere kader van de ontwikkeling van het Canadese Nationale Atlas Informatiesysteem. In de eerste fase was dit een op grafi sche werkstations gerealiseerd pro- ject, dat voornamelijk voor demo's en intern gebruik bedoeld was. Het had de functionaliteit van een analytisch karteersysteem. De tweede fase was een poging hieruit een produktieom- geving te destilleren, waarmee men een zeer veelzijdig systeem hoopte te creeren. Het systeem kon niet aan deze zeer hoge verwachtingen voldoen. In de huidige derde fase is men uitge- gaan van een Arc/Info omgeving waarin een grote ruimtelijke database wordt opgebouwd. Deze dient dan als basis om een aantal losse Produkten uit af te leiden, elk op zieh met een vastomlijnd onderwerp. De eerste twee daarvan zijn reeds versehenen: de eerder genoemde Territorial Evolu tion of Canada, een multi-media pre sentatie over het onstaan van Canada en Wildlife at Risk, een multi-media database (met geluiden en afbeel- dingen) van bedreigde diersoorten. 8 KT 1993.XIX.3

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1993 | | pagina 10