De deelnemers aan de bijeenkomst van
midden ICA-president Fräser Taylor.
Een derde produkt, Our home, our
communities, Staat momenteel op
Stapel.
Jammer genoeg was er te weinig tijd
om op de feitelijke produktie van deze
interessante voorbeelden van electro-
nische atlassen dieper in te gaan.
Olev Koop pleitte in zijn lezing voor
een nieuwe kijk op atlassen. Het doet
er niet toe of we het hebben over elec-
tronische of papieren atlassen, beide
zijn ontsluitingsvormen van de
enorme hoeveelheid ruimtelijke data.
Een GIS dient daarbij het verzamelen
en analyseren van het ruwe gegevens-
materiaal en vormt zo de basis voor
het geheel. Om alle gegevens zinvol te
integreren is het gebruik van een 'kar-
tografische gereedschapskist' aan te
raden. Uit zo'n systeem zullen zowel
papieren als electronische Produkten
komen. De eerste hebben als voordeel
hun handelbaarheid en wat Olev
omschreef als 'lazy armchair value',
de tweede hun goedkope distributie-
mogelijkheid en hun flexibiliteit.
Zo'n gereedschapskist zou door de
kartografische gemeenschap ontwik-
keld en 'gepromoot' moeten worden,
om het steeds opnieuw uitvinden van
het wiel, zoals dat nu te vaak gebeurt,
te voorkomen. Hij zou geschikt
moeten zijn voor meerdere platforms
en gebaseerd op standaarden.
In het tweede deel van zijn praatje liet
Olev zien wat een studentenproject
aan de vakgroep Kartografie in
Utrecht tot nu toe heeft opgeleverd.
Dit project is opgezet om enkele multi-
-commissies in Visegrdd, met in hun
media technieken in de praktijk uit te
testen. Als voorbeelden toonde hij een
presentatie over de Watersnoodramp
en een experiment met geluid als kar
tografische variabele.
Wolter Arnberg's lezing ging over de
concepten die ten grondslag hebben
gelegen aan de PC-atlas van Zweden.
Elet sloot goed aan bij het vorige ver-
haal, want deze PC-atlas is gemaakt
op basis van een groot Arc/Info-
informatiesysteem, waaruit ook de
analoge Zweedse Nationale Atlas
wordt afgeleid. De PC-atlas is bedoeld
als aanvulling op de boekdelen en laat
zien hoe de data, waarop het geheel is
gebaseerd, kartografisch kunnen
worden gepresenteerd. Wolter ging
verder in op de technische achtergrond
van het systeem, waaruit bleek dat het
een op zogenaamde 'scripts' gebaseerd
programma is, dat communiceert met
de onderliggende databestanden. Als
zodanig is het systeem een soort schil
die ook voor andere datasets bruik-
baar kan zijn.
Als laatste in deze sessie vertelde
Timothy Trainor iets over het
'Common Border Database Project'.
Ofschoon het een interessant verhaal
was over de opzet van een gemeen-
schappelijke database van topografi-
sche en statistische gegevens voor het
grensgebied tussen Canada en de
USA, viel het een beetje buiten het
onderwerp van deze sessie.
ICA
Sessie 5 - Gebruik en analyse van
ruimtelijke data in electronische
atlassen
De laatste zitting van Visegräd was
aan atlasgebruik gewijd, en werd door
Jim Carter voorgezeten. De selectie
van de onderwerpen was niet helemaal
consistent: een bijdrage van Du Daos-
heng uit Wuhan betraf een beschrij-
ving van het Map T karterings-
pakket. Dat was in zoverre interessant
dat daarmee een instrument
geschapen is waarmee alle Chinese
overheidsinstanties nu gaan werken,
waardoor het dus een enorme stan-
daardiserende invloed zal hebben op
de Chinese kartografie. Maar dat is
waarschijnlijk het enige gebruiks-
aspect hieraan.
Geweidig interessant was de bijdrage
van Jacky Anderson, die liet zien hoe
ze 6- en 7-jarigen vertrauwd maakte
met kaarten en met kaartgebruik. Dat
gebeurde door de kinderen eerst, met
de Mac, een kaart te laten opbouwen
door Symbolen te kiezen, en vervol-
gens met de kaart (een grootschalige
kaart van het gebied rond de school)
de straat op te laten gaan om aan de
hand van de kaart en de weergegeven
werkelijkheid opdrachten uit te
voeren. Maar ook dit was geen atlas
gebruik.
Uit de bioscoop kennen we het genre
'rampenfilms'; door Ute Dymon werd
dit genre nu ook overgebracht op de
kartografie. Ze had een spectaculair
en boeiend, zij het gechargeerd, ver
haal over de praktijk van de rampen-
bestrijding in de USA: ze woonde de
inspanningen bij om slachtoffers van
Hurricane Andrew in Florida te
helpen, en ervoer daarbij een volledig
ontbreken van ruimtelijke informatie-
middelen. Kaartmateriaal noch
bestanden, op basis waarvan men red-
dingsoperaties zou kunnen opzetten,
bleken beschikbaar. Ze bepleitte
daarom de produktie van electroni
sche rampenatlassen ('electronic
emergency atlases'), die per county
aan zouden kunnen geven waar de dis-
tributiecentra, Scholen, rode kruis-
posten, waterdistributiepunten, veld-
keukens enz. gelocaliseerd zijn.
Dymon gaf een overzicht van het soort
kaarten waar men behoefte aan had
tijdens de reddingswerkzaamheden,
en van de manier waarop die uit een
tot electronische rampenatlas omge-
bouwd GIS werden afgeleid.
Tenslotte de bijdrage van Corne van
Elzakker, die geheel onder de noemer
KT 1993.XIX.3
9