Oosten. De verbreking van de verbinding met Nederland had wel diepgaande gevolgen voor allerlei organisaties die voordien vanuit Nederland werden geleid. Hiertoe behoorde ook het Koninklijk Nederlands Aardrijks- kundig Genootschap. De geograaf van de Topografi- sche Dienst fungeerde al enige jaren als vertegenwoor- diger in Indie en ik had in die functie in 1938 te maken gehad met een groep deelnemers aan het Internationaal Geografisch Congres in Amsterdam en in 1939 met de Nieuw-Guinea-expeditie van het genootschap. Na mei 1940 werd door de in Indie en eiders buiten Nederland wonende leden van het genootschap een bestuur gekozen en een geografisch tijdschrift uitgegeven, de Neder- lands-Indische Geografische Mededelingen, waarbij de auteur de functie kreeg van secretaris, resp. redacteur; er zijn tot de Japanse inval zes afleveringen versehenen. Een kaart die geheel buiten het programma van de Kar- tografische Afdeling viel, was de Automobielkaart van Java en Madoera op 1:500.000, "samengesteld en uitge geven door de Koninklijke Nederlands-Indische Motor Club met medewerking van den Topografischen Dienst". Daar het door deze vereniging gemaakte ont- werp topografische gebreken had, is het door de Topo- grafische Dienst overgetekend en gedrukt, maar van het wegennet (in rood en oranje) zijn de afstanden, de wegenclassificatie (naar hun eigen observaties) en 'bij- zonderheden' van het oorspronkelijke ontwerp afkom- stig. Het relief is weergegeven door een bij de Kartogra- fische Afdeling uit de hand getekende schaduwering, afgedrukt in grijsbruin en ontleend aan bestaande kaarten en het geomorfologische karakter van het ter- rein. Het resultaat is bevredigend voor de grote Vul kanen maar voor het lagere bergland achteraf gezien nog wat te veel versnipperd. De kaart was juist afgedrukt toen op 7 december 1941 de oorlog met Japan uitbrak en de gehele oplage voor mili- tair gebruik moest worden gereserveerd. Of de mili- tairen werkelijk gebruik hebben gemaakt van deze kaart of andere nieuwe gegevens is de vraag. Vijf dagen voor de Japanse landing in West-Java bij Eretan Wetan, waar blijkens de kaarten een grote weg vlak bij de noordkust komt, bleken de legercommandant en de staf- chef slechts over kaarten te beschikken waarop "de wegen die in die Streek.in de jongste tijd waren aan- gelegd, ontbraken.aldus geciteerd door L. de Jong (de jong, 1984). Het punt was althans praktisch onver- dedigd zodat de Japanse troepen op de dag van de lan ding reeds tegen de middag het militaire vliegveld Kalid- jati in handen hadden; acht dagen later capituleerde het Nederlands-Indische leger. Had de legerleiding nieuwere kaarten gehad, dan zou de uitkomst van de gebeurte- nissen vermoedelijk niet anders zijn geweest, maar wel het verloop. De autokaart van Java en Madoera is in 1945 door de Britse generale staf herdrukt met een Engelstalige legenda. Bij het uitbreken van de oorlog met Japan werd de dienst overgebracht naar Bandoeng en gehuisvest in de societeit annex schouwburg in het centrum van de stad. De mobilisatie verliep zo voorspoedig dat de karto- grafen en tekenaars van de Kartografische Afdeling al na enkele dagen aan hun tekentafels aan het werk waren en op de 12e dag gedrukte kaarten van de pers kwamen, welke in de schouwburgzaal was opgesteld. Het waren natuurlijk spoeddrukken, zoals herziene bladen van de luchtvaartkaart 1:1 miljoen, nieuwe schetskaartbladen, nieuwe kaarten van Banka en Billiton met een ruitennet volgens het Britse systeem. Een Britse squadron leader werd bij de afdeling geplaatst voor het maken van 'Target-maps' met lichte lijnen op zwarte ondergrond voor nachtvluchten. Hoe snel zo'n spoeddruk gemaakt kan worden (panne- koek, 1981) bleek, nadat op een late middag in januari 1942 een codetelegram werd ontvangen van een geheim vliegveld in het binnenland van Borneo dat al bijna omsingeld was door Japanse troepen en waar het garni- zoen alleen kon ontsnappen naar Zuid-Borneo via een met oerwoud bedekte bergketen. Het telegram luidde ongeveer: 'drop morgenochtend kaarten van dit gebergte'. Heiaas was dit gebergte een van de streken waarvan nog geen schetskaarten waren getekend of gedrukt. In het archief was alleen een kaart van het boswezen, met dun potlood getekend op dik tekenpapier dat door het klimaat donkerbruin was verkleurd, zodat fotograferen uitgesloten was. Deze kaart werd nu zodanig in stukjes gesneden dat elk stuk door een teke- naar die nacht in een paar uren op transparant papier kon worden overgetekend. Van de samengeplakte kaart werd door het intussen opgeroepen drukkerij-personeel een zinkplaat gemaakt die dezelfde nacht werd afge drukt. Het hoofd van de dienst had inmiddels met de chef luchtmacht geregeld dat een vliegtuig klaar stond dat in de ochtendschemering met de kaarten naar Borneo vertrok. Nog diezelfde dag werd bericht ontvangen dat de kaarten goed waren aangekomen. De afloop hoorden we veel later: de tocht over het gebergte is goed verlopen, maar toen de groep weken later in Zuid-Borneo aan- kwam werd zij däär gevangen genomen, want ook dat gebied was intussen in Japanse handen gevallen. Na de capitulatie (8 maart 1942) werd het militaire per- soneel geinterneerd. Het hoofd van de dienst had inmid dels ir. Erb aangewezen om, zolang dit mogelijk was, de leiding van het overgebleven personeel van de dienst op zieh te nemen. Deze heeft gedaan gekregen het nog aan- wezige personeel administratief onder te brengen bij het regionale bestuur van Bandoeng, zodat er salarissen konden worden uitbetaald. Er werd alleen niet-militair werk gedaan: voor het bestuur werden onder andere grote met de hand gekleurde wandkaarten van de land- bouwondernemingen gemaakt. Zelf kon ik telkens naar de naburige Dienst van de Mijnbouw gaan om een ont werp te maken voor een geomorfologische kaart van Java. Dit ontwerp is na de oorlog toevallig terugge- vonden en kon in Nederland worden afgemaakt en gepu- bliceerd (pannekoek, 1949). Pas in december 1942 werd de dienst door Japanse topo- grafen overgenomen en werd de schrijver van dit verslag geinterneerd3. KT 1993.XIX.3 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1993 | | pagina 39