Meetauto voor gravimetrische waarnemingen in een moeilijk toegankelijk gebied Zuid-Sumalra Oorspronkelijk werd het gehele project op ruim vier jaren geschat, in werkelijkheid duurde het bijna zeven jaar. Maar toen waren ook bijna alle oorspronkelijke doelen bereikt, en op onderdelen meer. Uitvoering van de werkzaamheden In de uitvoering waren er twee grote vertragende fac- toren. Het begin van de luchtfotografie-operaties werd vertraagd doordat de vliegvergunning niet op tijd ter beschikking kwamen, dat vertraagde natuurlijk ook de datum waarop de fotokaarten klaar waren. Daarnaast kwamen de resultaten van de aerotriangulatie van het Canadese project veel te laat binnen. Dit vertraagde de kaartvervaardiging in niet geringe mate. De luchtfotografie was nodig voor detailplanning in transmigratiegebieden en voor het opvullen van gaten in bestaande fotografie ten behoeve van de kaartvervaardi ging. Een aanzienlijk gedeelte werd gevlogen met twee camera's met verschallende films (zwart/wit en false colour). Het programma verliep nogal moeizaam omdat er boven veel van deze tropische gebieden bijna altijd wölken hangen, of mist, of heiigheid, of rook; kortom altijd wat. Gedeeltelijk werd dat ondervangen door met zwart/wit-infrarood-film te vliegen en op de lange duur werden bijna alle bijgestelde doelen bereikt. Bijgesteld, want in de periode tussen de oorspronkelijke plannen- makerij en de uitvoering was natuurlijk nogal wat tijd verlopen. In die tijd standen de technische ontwikke- lingen niet Stil en zeer grote gebieden zijn dan ook met een inmiddels ter beschikking gekomen Synthetic Aper- ture Radar (SAR) opgenomen, waarna er 'radarkaarten' van deze gebieden werden gemaakt op schaal 1:50.000 en 1:250.000 (dubbele bedekking). Sommige van deze gebieden waren door het immer aanwezige wolkendek nooit eerder gezien vanuit de lucht. De aankoop van SPOT-beeiden van heel Indonesie, ook niet voorzien in de oorspronkelijke planning, verliep niet voorspoedig. Deze optische satelliet had veel last van het wolkendek en uiteindelijk werd minder dan de helft van Indonesie opgenomen in de vijf jaar dat het geprobeerd werd. Waar beschikbaar werden de beeiden gebruikt voor transmigratieplanning en voor het reviseren van bestaande kaarten. De vervaardiging van basiskaarten werd ernstig ver traagd doordat de resultaten van de aerotriangulatie niet op tijd beschikbaar waren, en doordat er van grote gebieden helemaal geen complete fotobedekking kon worden verkregen. Deze Problemen werden op verschil- lende manieren opgelost. Waar geen goede fotobedek king te krijgen was werden, zoals eerder vermeld, SAR- beelden opgenomen waarvan 'radarkaarten' werden ver- vaärdigd, zonder hoogtegegevens. Voor de hoogtegegevens die voor de aerotriangulatie nodig waren, had men oorspronkelijk gehoopt gebruik te kunnen maken van de hoogtemeter van de Seasat- satelliet. De resultaten daarvan waren niet voldoende en daarom werd een nieuw plan gemaakt, waarbij de hoogtes vanuit een vliegtuig en door middel van lasers gemeten zouden worden. Dit vereiste veel administra- tieve voorbereidingstijd en daarom werden gedeeltes door Bakosurtanal alvast met barometrische hoogteme- ting verkend. Na de door Bakosurtanal uitgevoerde aerotriangulatie van deze gebieden konden de karteer- werkzaamheden dan worden gestart. Desalniettemin werd het hele programma bijna twee jaar vertraagd. Voor de x,y-coördinaten was er een Dopplernet werk, dat begin jaren tachtig met hulp van Canada was gemeten. De karteringen werden uitgevoerd door particuliere Indonesische ondernemingen, in samenwerking met bui- tenlandse partners (verder 'contractors' genoemd). In Indonesie hadden alleen de Topografische Dienst en Bakosurtanal ervaring met (kleinschalige) topografische karteringen. Daarom moesten de buitenlandse partners voor de vakmatige inhoud zorgen. AI doende werden de Indonesische fotogrammeters, topografen en karto- grafen opgeleid. Dit vereiste ook een zeer intensief supervisieprogramma van Bakosurtanal, waarin het TAT een grote inbreng had. Meer hierover valt te lezen in het artikel van Oxtoby in dit nummer. Van een aantal gebieden met weinig topografische details werden fotokaarten vervaardigd; al naar gelang de omstandigheden volledig gecontroleerd, uit ont- hoekte foto's, met hoogtelijnen en geografische namen of een (veel) eenvoudiger vorm. Na uitvoerige analyse van de voorgenomen waterpasnet- werken werden deze aangepast en in totaal werden ruim 13.500 km gewaterpast. De gemeten netten bestaan uit meer dan 3.000 waterpaspunten die in het terrein zijn verzekerd (afstand tussen de punten is 2-6 km). Boven- dien zorgden negen zelfregistrerende peilschalen voor de verbinding met zeeniveau. Ten behoeve van dit waterpasnetwerk werd er een eerste orde zwaartekrachtnetwerk gemeten. Tussen alle water paspunten werd het zwaartekrachtverschil bepaald; de vereffende hoogtes zijn gecorrigeerd voor de zwaarte- krachtverschillen. De waterpaslijnen volgen de wegen, maar in afgelegen gebieden waren die wegen in de regentijd zo goed als onbegaanbaar. Soms werd een weg versperd door een aardverschuiving. Als er dan geen alternatieve wegen KT 1993.XIX.3 42

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1993 | | pagina 44