Met de NVK naar de 21e eeuw
E.S. Bos
Het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Kartografie (NVK) Steide begin 1993 een kleine commissie in, de
commissie 'NVK-2000', met de taak om het bestuur te adviseren over de voor de toekomst gewenste koers van de
NVK. Veranderingen in het vakgebied van de kartografie, in het beroepsprofiel van de kartograaf en in de wereld
rondom de kartografie vormden de directe aanleiding voor het instellen van deze commissie. De commissie 'NVK-
2000' bracht eind 1993 zijn eindrapport uit waarvan in het navolgende een schets wordt gegeven.
Inleiding
Het is al zo vaak gezegd: "de kartografie is sterk veran-
derd en daarmee ook het beroep van kartograaf".
Gedoeld wordt daarbij op de effecten van automatise-
ring en van een nieuwe benadering van ruimtelijke-
informatiemanagement met behulp van geautomati-
seerde Systemen.
Wellicht minder spectaculair, maar dat hangt ook af van
de invalshoek van waaruit men tegen de kartografie wil
aankijken, zijn de veranderingen in de kartografie die
zieh in eerdere perioden hebben voorgedaan: een meer
wetenschappelijke benadering van de kartografie met
onderwerpen als grafische beeldtaal, pereeptie en com-
municatie. Dat was de tijd dat kartografen van geografi-
sche huize de kartografie binnendrongen. Welk een
bedreiging was dat niet voor de toen aanwezige generatie
traditionele kartografen. Traditioneel? De introduetie
van maatvaste graveerfilm, strippingfilm, nieuwe foto
grafische technieken had nog maar net daarvoor
gezorgd voor een technische omwenteling.
Kortom, veranderingen zijn de kartografie in de laatste
40 jaar niet vreemd. Voor wie er mee te maken kreeg,
waren ze van grote invloed op doen en denken. Nu ook
de meest recente golf veranderingen zieh een vaste plaats
in de toegepaste kartografie lijkt te hebben verworven,
is ogenschijnlijk de rust wat teruggekeerd (misschien is
het beter om te spreken van: is de onrust sterk ver-
dwenen). Een goed moment om de balans eens op te
maken: waar Staat nu de kartografie en, in het verlengde
daarvan, waar Staat de NVK en in welke richting zal zij
moeten gaan?
Commissie 'NVK 2000'
Het bestuur van de NVK heeft zieh in de afgelopen jaren
bij herhaling bezig gehouden met de vraagstelling van de
invloed van het veranderende vakgebied van de karto
grafie, het veranderende beroepsprofiel van de karto
graaf en het veranderende patroon van relaties met ver-
wante vakgebieden op de plaats van de NVK temidden
van andere beroepsverenigingen. Een ding is duidelijk.
De veranderingen zijn meer dan alleen technische. Met
name de introduetie van GIS-technologie heeft geleid tot
een geheel ander denken over ruimtelijke informatie. De
kaart is niet langer eindprodukt, laat staan het ultieme
doel van het proces van verzamelen van ruimtelijke
informatie. De kaart is vooral een (nog steeds erg handig
en soms tijdelijk) instrument in het proces van gebruik
en beheer van informatie. Naast kartografen hebben
diverse andere vakgebieden in dit proces hun rol en is
sprake van een zeker relatiepatroon. Karakteristiek is
daarbij, dat het niet zozeer gaat om een relatieketen,
maar om een relatiepatroon gekenmerkt door integratie
van activiteiten.
Begin 1993 besloot het bestuur van de NVK tot de instel-
ling van een tijdelijke commissie, de commissie 'NVK-
2000', die de taak kreeg voor het einde van dat jaar het
bestuur te adviseren over het funetioneren van de vereni
ging tegen de achtergrond van het zieh sterk verande
rende vakgebied van de kartografie.
De volgende personen namen op verzoek van het
bestuur zitting in de commissie: F. Boersma (Intergraph
bv, Hoofddorp), E.S. Bos (ITC, Enschede), R. de
Jonge (Staring Centrum, Wageningen), M.J. Kraak,
voorzitter (TUD, Delft) en A. van der Veen (RIVM,
Bilthoven).
Het eindrapport van de commissie werd in december
1993 aan het bestuur overhandigd en het onderhavige
artikel is een samenvatting van de resultaten voor de
Iezers van het Kartografisch Tijdschrift (KT).
Werkwijze van de commissie
De opdracht die de commissie meekreeg leidde al snel tot
een aantal kritische vragen, zoals: heeft de NVK nog wel
een toekomst als zelfstandige beroepsvereniging?
Moeten niet op zijn minst doelstellingen en imago van de
vereniging drastisch worden aangepast? Moet nauwere
samenwerking, ja wellicht zelfs fusie met andere vereni-
gingen bepalend worden voor de koers? Wat is de plaats
van het (kostbare) Kartografisch Tijdschrift? Op deze
KT 1994.XX. 1
25