en andere vragen heeft de commissie getracht een ant- woord te vinden. Daarbij is een werkwijze gevolgd waarin zoveel mogelijk de mening van anderen en erva- ringen van eiders konden doorklinken in het eindoordeel van de commissie. Concrete activiteiten waren met name: een enquete onder de leden van de NVK, gesprekken met de besturen van de Engelse en de Duitse kartografische vereni- gingen, analyse van de situatie in de internationale vak- wereld, contacten met collega's uit verwante vakge- bieden. De grote respons op de enquete onder de leden (van de 530 verzonden formulieren werden er 237, d.i. 44,7%, geretourneerd) is aanleiding geweest om met name die gegevens in het rapport van de commissie een centrale plaats te geven. Voor lezers van het KT die de vragen uit de enquete niet meer zo helder voor de geest staan, noem ik nog even een aantal onderwerpen die representatief zijn voor het karakter van de enquete: waarom is men lid van de NVK? frequentie van deelname aan bijeenkomsten; deelname aan werkgroepen; gemis aan werkgroepen; nut van via NVK verkregen informatie; gewenste veranderingen in de toekomst. Bij veel van deze onderwerpen werd de mogelijkheid gegeven om naast het plaatsen van een kruisje bij voor- gedrukte antwoorden, ook eigen meningen en toelich- ting te geven. De enquete besloot met een aantal vragen over de ach- tergrond van de beantwoorder (leeftijd, opleiding in de kartografie, werkkring). Resultaten van de enquete Bij het opstellen van een enquete weet je uiteraard niet welke kritiek vervolgens wordt losgemaakt. Wel, laat ik maar direct met de deur in huis vallen: 94% van de ontvangen enqueteformulieren spreken een positieve waardering uit voor de NVK. Dat mag tot tevredenheid stemmen. Het geeft tegelijkertijd de sfeer aan waartegen kritische opmerkingen die wel degelijk zijn gemaakt, geplaatst mögen worden. Passend bij deze algemene waardering is ook de trend zichtbaar in het ledental van de vereniging: in de jaren tachtig was sprake van een geleidelijke groei van het aantal persoonlijke leden tot 545, een aantal dat zieh de laatste 5 jaar heeft gestabili- seerd (het aantal institutionele leden schommelt al vele jaren tussen de 100 en 105; het aantal losse abonne- menten op het Kartografisch Tijdschrift blijft nog steeds licht stijgen en zit nu op ca. 145). Over een vergelijkbare periode zakte het ledental van de Britse kartografische vereniging (BCS) van 1087 naar 780 (de BCS heeft 50 institutionele leden), een terugval die in hoge mate gere- lateerd lijkt aan een paar forse contributieverhogingen. Het Kartografisch Tijdschrift (KT) blijkt een topper te zijn: 92% van de antwoorden wijst op een grote belang- stelling en waardering voor het KT. Het is een belang- rijke reden voor het lidmaatschap van de NVK. Goed gewaardeerd worden daarnaast ook de diverse georgani- seerde activiteiten (48%) en de contacten binnen de ver eniging (38%). Een ruime meerderheid (70%) van de leden neemt deel aan NVK-bijeenkomsten: 43% neemt eenmaal per jaar aan een evenement deel, 25% woont meer dan een bij- eenkomst bij. Gevraagd naar de belangstelling voor de werkgroepen, valt op dat bij na iedereen wel interesse heeft voor ten- minste een van de werkgroepen. Hoog scoort de werk- groep Automatisering (75%), gevolgd door de werk groepen Onderwijs Onderzoek en Reproduktietech- nieken (beide met 32%). Desalniettemin worden ook suggesties gedaan voor aan- vullingen op het werkgroepenbestand. Daarvan wijst 28% in de richting van GIS/LIS-technologie, voor een deel voorzien van de argumentatie dat het werkterrein van de werkgroep Automatisering te breed wordt gevonden. Voorts worden suggesties gedaan voor meer aandacht voor onderwerpen als kaartontwerp, vormgeving en gra fische beeldtaal. Als we deze samen nemen - en daar is best reden voor - gaat het hier om 23% van de ant woorden. Tenslotte wordt in 13% van de antwoorden aanbevolen om in de toekomst meer aandacht te besteden aan het onderwerp kaartgebruik. Alle overige suggesties hebben een frequentie van 1 2 keer en zijn dus te subjectief om er in dit verband veel mee te kunnen doen. Van de antwoorden duidt 73% op tevredenheid met de door de NVK via KT, werkgroepen en bijeenkomsten aangeboden informatie. Dit aanbod wordt nuttig gevonden voor de dagelijkse werkzaamheden. Van de 25% die een andere mening is toegedaan (dat wil dus zeggen dat die groep de aangeboden informatie niet nuttig vindt voor de dagelijkse werkzaamheden) blijkt dat daarvan ruim 40% werkzaam is buiten de karto grafie en 16% afkomstig is van de groep gepensio- neerden. De negatieve reactie van deze beide groepen is dus begrijpelijk. Bovenstaande houdt niet vanzelfsprekend in dat de op zieh nuttige informatie ook van een voldoende hoeveel- heid wordt geacht. De enquete Steide ook in deze rich ting vragen; 25% van de antwoorden houdt suggesties in voor meer informatie op speeifieke terreinen, zoals: meer informatie over automatiseringszaken, incl. GIS/LIS (40%); 20% vraagt meer aandacht voor wat er internatio- naal speelt; 20% vraagt om meer up-to-date (wetenschappelijke) informatie. Het is goed bij dit punt de aandacht te vestigen op het feit dat 50% van de ontvangen antwoorden afkomstig is van leden die een opleiding hebben op HBO en universi tär niveau. Hoe representatief dit percentage is in het gehele ledenbestand, is niet bekend. Het is mogelijk dat deze groep wat beter op de enquete heeft gereageerd en dus enigszins oververtegenwoordigd is. Interessant is de vraag hoe, naar de mening van de 26 KT 1994.XX. 1

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1994 | | pagina 28