leesniveaus. Voor alle vragen op een na werd aan het
criterium van tenminste 75% juiste respons voldaan. Uit
analyse van de onjuiste antwoorden bleek, dat circa
80% van de fouten te verklaren was door perceptiepro-
blemen met het kleinste gebied op de kaart. De verwach-
ting dat met toenemende complexiteit van de vragen het
percentage juiste antwoorden zou afnemen, kwam
slechts gedeeltelijk uit; wel was er een toename in res-
ponstijd. Alle antwoorden konden binnen redelijke tijd
worden gegeven, al waren er grote verschillen tussen
respondenten.
Uit commentaar van de deelnemers bleek, dat de
kaarten op prijs gesteld werden vanwege hun handzame
formaat, de duidelijke Symbolen en het contrast. Drie
van de vier proefpersonen die ook hun gezichtsver-
mogen benutten bij de tests waren tevreden met de
visuele en de tactiele Symbolen. De Vierde persoon kon
de stippen niet scherp zien, hij gebruikte daarom vooral
de tastzin. Sommige deelnemers vonden het moeilijk om
de braillecodes te vinden in de patronen die de hoogste
dichtheid voorstelden. Tussen aanliggende gebieden met
deze patronen waren ook de grenzen minder gemakke-
lijk te onderscheiden. Grotere symboolscheiding zou dat
misschien kunnen verbeteren. Meestal is een afstand van
2,3 mm tussen Symbolen voldoende (nolan& morris,
1971), maar in de praktijk wordt vaak 3 mm gebruikt.
Hier was de afstand kleiner. Een ander commentaar
was, dat het niet gemakkelijk zou zijn om de verande-
ringen in bevolkingsdichtheid te onthouden. Toege-
voegde overzichten in een of andere vorm zouden
daaraan misschien positief kunnen bijdragen (monmo-
nier, 1992).
Het hier beschreven onderzoek kende enkele beper-
kingen. Het aantal respondenten was bijvoorbeeld rela-
tief klein, en het concept 'binnen redelijke tijd' was niet
precies gedefinieerd. De deelnemers behoefden de gege-
vens niet te interpoleren en de mate waarin de gegevens
werden onthouden, werd niet getest. Toch lijkt het erop,
dat verder onderzoek gerechtvaardigd is om meer
inzicht te verkrijgen. Dat onderzoek zou zieh kunnen
richten op interpolatie of op het onthouden van de gege
vens, maar ook op verschillende typen kaarten of meer
complexe kaarten waarin andere variabelen zijn ge
bruikt, inclusief misschien geluid, of op tactiele dynami
sche voorstellingen die bijvoorbeeld te realiseren zijn
met vibratie. Op dit gebied vindt al enig onderzoek
plaats. Het gebruik van relatief eenvoudige statische
choropletenkaarten voor zeer slechtzienden lijkt echter
mogelijk.
Noten
Drs. Connie Blok is als docent verbonden aan het ITC, afde-
ling Kartografie (Postbus 6, 7500 AA Enschede, tel. 053-
874444).
Dit artikel is een bewerking van de paper, die door de auteur
werd gepresenteerd op het 16e internationale ICA-congres in
Keulen, Duitsland (3 t/m 9 mei 1993).
De hier geillustreerde originelen van de op microcapsulepapier
gereprodueeerde testkaarten en legenda's zijn geredueeerd tot
circa 46%.
Voor een volledige tabel met de resultaten per vraag kan men
zieh wenden tot de auteur.
Literatuur
Barth, J.L. (1982), The development and evaluation of a tac-
ti'e graphics kit. Journal of Visual Impairment and Blindness
vol. 76, no. 9, pp. 269-273.
Bertin, J. (1974), Graphische Semiologie, (vertaald door
Georg Jensch et al.). Walter de Gruyter, Berlin.
Castner, H.W. (1983), Tactual maps and graphics, some
implications for our study of visual cartographic communica-
tion. Cartographica, vol. 20, no. 3, pp. 1-16.
DiBiase et al., D. (1991), Animated cartographic visuaiization
in earth System science. Proceedings 15th ICA Conference,
Bournemouth, vol. 1, pp. 223-232.
Fairbairn, D. en N. Deele.v (1991), Animation in the cartogra
phic drawing office. SUC Bulletin, vol. 25, no. 1, pp. 1-7.
Kraak, M.J. (1992), Kartografie en multi-media: de ruimte-
tijd kaart. Multi-media en kartografie, NVKpublikatiereeks
no. 5, pp. 23-30.
Langran, G. (1992), Time in Geographie Information Sys
tems. Taylor Francis, London.
Lederman, S.J. en D.H. Kinch (1979), Texture in tactual maps
and graphics for the visually handicapped. Journal of Visual
Impairmemt and Blindness, vol. 73, no. 6, pp. 217-227.
Monmonier, M. (1990), Strategies for the visuaiization of geo-
graphic time-series data. Cartographica, vol. 27, no. 1,
pp. 30-45.
Monmonier, M. (1992), Summary graphics for integrated
visuaiization in dynamic cartography. Cartography and Geo
graphie Information Systems, vol. 19, no. 1, pp. 23-36.
Nolan, C.Y. en J.E. Morris (1971), Final Report, Improve-
ment of tactual symbolsfor blind children. American Printing
House for the Blind, Louisville.
Schiff, W. (1982), A user's view of tangible graphics: the
Louisville Workshop. In: Schiff, W. en E. Foulke (eds.), Tac
tual pereeption: a sourcebook. Cambridge University Press,
Cambridge, pp. 430-453.
Slocum, T.A. en S.L. Egbert (1991), Cartographic Data Dis
play. In: Fräser Taylor, D.R. (ed.), Geographie Information
Systems, The Microcomputer and Modern Cartography, Per-
gamon Press, Oxford, pp. 167-199.
Wiedel, J.W. en P.A. Groves (1970), Tactual maps. In: Inter
nationales Jahrbuch für Kartographie X, Bertelsmann,
Gütersloh, pp. 116-123.
KT 1994.XX. 1
33