Uniforme vormgeving van officiele topografische
kaartseries in Europa?
D. Grothenn
Inleiding
Het bovengenoemde thema is bewust van een vraag-
teken voorzien. Inderdaad bevat het zelfs verschillende
zichtbare en onzichtbare vraagstellingen. Zicht-
bare vragen zijn bijvoorbeeld of er eigenlijk wel
behoefte is aan deze uniforme vormgeving, of ernaar
gestreefd moet worden en of hij te realiseren zal zijn.
Maar er zit ook een vraag in verstopf: wat zijn eigenlijk
tegenwoordig 'officiele topografische kaartseries'? Zijn
het werkelijk alleen de sinds twee eeuwen bekende 'uni
form vormgegeven kaarten van gelijke schaal en uit-
snede', zoals het in de Duitse kadasterwetten heet,
waarin iedere deelstaat de recentste uitkomsten van
topografische kartering van zijn territorium weergeeft,
of gaat het eerder om de nieuwe, op de toekomst
gerichte geo-informatiesystemen, zoals het 'Amtliche
Topographisch-Kartographische Informationssystem
(ATKIS)' van de Duitse karteringsdiensten, waarvan
sommigen zelfs vermoeden dat ze de conventionele
kaarten zullen verdringen?
Ter beantwoording van de laatste vraag het volgende:
het thema zal hier zo gevarieerd behandeld worden, als
de variatie van bewerking en aanbod van officiele topo
grafische gegevens van een grondgebied - immers de
tegenwoordige taak van de officiele topografische karto-
grafie daartoe aanleiding geven. Dat betekent echter
ook dat het begrip 'vormgeving' zoals het in het thema
geformuleerd is, niet letterlijk op moet worden gevat, en
dus niet alleen tot de grafische kant van de kaart beperkt
zal blijven. Anderzijds moet men er echter ook van uit-
gaan dat, ondanks de weihaast onbeperkte keuze- en
presentatiemogelijkheden die voor de toekomstige
gebruikers van topografische gegevens open lijken te
staan, de topografische diensten van de deelstaten ook
in de toekomst de taak zullen hebben om een standaard-
serie van analoge topografische kaarten aan te bieden.
Dit standaardaanbod wordt bedoeld wanneer in het
onderhavige geval sprake is van topografische kaarten.
Stand van zaken
De vraag naar een standaardisering van de Europese
kaartseries wordt vandaag niet voor de eerste keer ge-
steld - hij is hoogstens nog actueler dan vroeger, bij
voorbeeld gedurende de wederopbouw van onze kaart
series na de Tweede Wereldoorlog.
Reeds op de 6e jaarvergadering van de 'Deutsche Ge
sellschaft für Kartographie' - in 1956 in Remagen,
behandelde strzygowski (1956) een dergelijk thema. Hij
begon toen met de constatering: "Hoe eerder de Euro
pese staten het eens worden over een uniforme uitvoe-
ring van topografische en thematische kaarten, des te
beter, hoe later, des te moeilijker en kostbaarder worden
veranderingen". Aan het slot van zijn betoog erkende
hij echter ook: "In Europa bestaat op het moment niet
veel hoop op standaardisering van de kaartseries van de
verschillende staten".
Wij zijn vandaag 37 jaar verder; de Europese binnen-
markt is werkelijkheid, het IJzeren Gordijn is ver-
dwenen. Maar kartografisch?
Europa telt in geografische zin, dus niet beperkt tot de
Europese Gemeenschap, tegenwoordig 34 republieken,
7 koninkrijken, 1 groothertogdom, 2 vorstendommen,
1 vrijstaat en 1 kerkelijke Staat. Een overzicht van de
officiele topografische kaartseries van deze 46 staten
toont een overeenkomstig veelzijdig beeld.
Nog duidelijker zelfs worden de verschillen indien men
de aanwezige of geplande geo-informatiesystemen
bekijkt, met name grootte, precisie, structurering en
presentatie van hun gegevens. Ja, er bestaat zelfs nog
geen uniform Europees uitwisselingsformaat voor topo
grafische gegevens.
Dit brengt iemand gemakkelijk tot de gechargeerde uit-
spraak: behalve het kaartthema - de topografische
beschrijving van het grondgebied - zijn er praktisch
geen echte punten van overeenkomst. Daaruit komt men
weihaast ongezien tot de oproep: kartografische stan
daardisering is dringend geboden. Maar hoe pakt men
die het beste aan?
Wegen naar eenwording
Het voorbeeld van de militaire kartografie?
"De oorlog is de vader van alle dingen." Deze bekende
uitspraak van Heraclitus is in ieder geval van toepassing
op de topografische kartografie en ook de tot nu toe
bereikte standaardisering is vaak terug te voeren tot de
militaire gebruikssfeer.
Zo zou de eenheid van de Duitse kaartseries, die vanaf
het einde van de 19e eeuw tot stand is gekomen, nooit
mogelijk zijn geweest zonder het grote militaire belang
bij de totstandkoming van een stafkaart voor het hele
rijk, de Karte des Deutschen Reichs 1:100.000, ook wel
'Generalsstabkarte' genoemd.
Ook de militaire bondgenootschappen NAVO en War-
KT 1994.XX. 1
42