toegankelijk zijn voor een snelle conventionele omzet-
ting. Bovendien zijn ze vooral voor het plaatselijke ge-
bruik en kunnen ze het beste toegankelijk gemaakt
worden voor een individuele presentatie door de gebrui-
ker.
Kaartinhoud
Voor de topografische beschrijving van een land moet
een bepaalde hoeveelheid landschapselementen in kaart
gebracht en volgens gedefinieerde kenmerken gestructu-
reerd worden.
Hoewel deze taak uiteindelijk in alle landen hetzelfde is,
is de inhoud van de topografische kaarten in Europa niet
overal gelijk, om maar te zwijgen over hun structu-
rering. Deze constatering kan aan de hand van twee
voorbeelden toegelicht worden:
Voorbeeld 1. In de Duitse topografische kaart 1:25.000
worden taluds van verkeerswegen vaak heel precies aan-
gegeven om de terreinvormen die bij hun aanleg ont-
staan zijn, duidelijk naar voren te laten komen; in de
oostelijke deelstaten gebeurt dit zelfs met opgave van
taludhoogte. De Zwitsers gaan er daarentegen van uit
dat iedereen weet dat een verhoogde weg aan beide
zijden geflankeerd wordt door taluds. Zij geven die
daarom vaak niet weer.
Voorbeeld 2. Op de Oostenrijkse kaart 1:50.000 worden
binnen de bebouwde kommen de afzonderlijke
gebouwen met hun individuele omtrekken en de aan
grenzende open ruimten zeer gedetailleerd en weinig
gegeneraliseerd weergegeven. In Groot-Brittannie
worden daarentegen op die schaal de bebouwde
gebieden tussen de wegen siecht schematisch weerge
geven.
Beide voorbeelden tonen aan dat er principieel verschil-
lende opvattingen bestaan over de hoeveelheid details
die weergegeven moeten worden. Men zou de Duitse en
Oostenrijkse opvattingen ongeveer met de woorden 'zo
veel als de schaal toelaat' kunnen omschrijven, terwijl
de beide andere landen eerder het principe huldigen van
'slechts zo veel als beslist nodig'.
Aangezien met betrekking tot beide genoemde voor
beelden in Duitsland in kringen van kartografen al
bediscussieerd wordt of de huidige opvatting ook in de
toekomst wel gehuldigd moet worden, zou men ook hier
tot een voorzichtig optimisme over een Europese toena-
dering geneigd kunnen zijn.
Het grafische ontwerp van de kaart
Beter dan enig ander criterium is het grafische ontwerp
van de kaart geschikt om de kaartgebruiker de uiteenlo-
pende opvattingen over een doelmatige en geslaagde
kaart te tonen. Afgezien van de boven genoemde doel-
stelling van 'cultuurdocument' worden de kartografi-
sche weergavetechnieken op veel verschillende manieren
ingezet. Dit kan met enkele voorbeelden aangetoond
worden:
Voorbeeld 1. Op de topografische kaart 1:50.000 van
Zwitserland worden zowel de gebouwen als het
wegennet in zwart weergegeven. De woonkernen gaan
daardoor tamelijk onopvallend op in het kaartbeeld. De
Portugezen en Spanjaarden daarentegen gebruiken tra-
ditioneel voor gebouwen en wegen de kleur rood, zodat
woonkernen op de kaart duidelijk in het oog springen.
Voorbeeld 2. Op de Finse topografische kaart 1:20.000
worden de naald- en loofbossen met behulp van sil-
houetsymbolen van elkaar onderscheiden. Op de Franse
topografische kaart 1:25.000 worden voor loofbossen
grondvlaksymbolen gebruikt.
Voorbeeld 3. Op de topografische kaart 1:50.000 van
Polen Staat een streep-stippellijn voor een gemeente-
grens. De Oostenrijkers gebruiken echter hetzelfde sym-
bool om een karrespoor weer te geven.
Voorbeeld 4. De Tsjechische topografische kaart
1:25.000 is met betrekkelijk weinig kleuren vervaardigd,
de Nederlandse daarentegen met duidelijk meer.
De vier voorbeelden laten zien dat de kartografische
weergavetechnieken in Europa sterker uiteenlopen dan
de andere kaartelementen. Aangezien ze meer dan al het
andere door nationale tradities bei'nvloed zijn, lijkt een
positieve uitspraak over een mogelijke toenadering
moeilijk te zijn. Die visie wordt gesteund door de erva-
ring dat zelfs bij de thans lopende ontwikkeling van een
nieuw grafisch ontwerp voor de topografische kaartse-
ries van Duitsland (grimm, 1993) weliswaar over de
landsgrenzen gekeken wordt om ideeen bij de buren op
te doen maar dat een uniform Europees kaartontwerp
geenszins op de voorgrond Staat.
Voorstel
Voor alle bovengenoemde parameters geldt dat een gro-
tere eenheid gunstig zou zijn. Ze zijn zo geordend dat
degene die het eerst genoemd zijn diegene zijn, die met
de hoogste prioriteit behandeld zouden moeten worden.
Daaruit valt een gefaseerd plan voor de standaardisering
van officiele topografische kaartseries in Europa af te
leiden, dat achtereenvolgens de distributie-organisatie,
bladindeling en bladnummering, meetkundige grond-
slagen, schaalseries, kaartinhoud en tenslotte ook het
grafische ontwerp omvat. In een hoe verdere fase men
komt, des te meer zou men in Europa ook op het gebied
van kartografie naar elkaar groeien.
Vooruitzicht
De vooruitzichten van een kartografische vereniging van
Europa leiden tot een blik op enige parallellen in de
Duitse geschiedenis.
Parallellen met de Duitse geschiedenis
Het naar elkaar toe groeien van zelfstandige staten tot
KT 1994.XX. 1
45