besprekingen
Supplement Wolters-Noordhoff
Wereldatlas. Groningen: Wolters-
Noordhoff Atlasprodukties, 1992.
40 pp., 6 pp. landendocumentatie,
30 pp. kaarten. Formaat 38 x 28 cm,
ISBN 90 Ol 96897 7.
Dit Supplement vormt de eerste
nieuwsbrief bij de Wolters-Noordhoff
Wereldatlas. Het werd in Oktober
1992 gratis aan de kopers van de
wereldatlas toegezonden, en werd in
juli 1992afgesloten, eenjaar naafslui-
ting van de wereldatlas zelf. In deze
roerige tijd is dat blijkbaar nodig,
maar het legt (ook financieel) een
zware druk op kartografische
bedrijven die een dergelijke geweidige
Service bieden.
Het Supplement bevat nieuwe staat
kundige overzichtskaarten van
Europa, Azie en de wereld, nieuwe
landendocumentatie van de nieuwe
staten, nieuwe overzichtskaarten van
de Benelux en nieuwe kaarten van
Oost-Europa en van het gebied van de
voormalige Sovjet-Unie. De nadruk
wordt een beetje gelegd op de voorma
lige Sovjetunie, maar het enige dat de
kaarten van dat gebied brengen is een
verandering van de grenzen, en van de
namen van de hoofdsteden en staat
kundige eenheden. Op de detail-
kaarten is verder niets veranderd, ook
al vanwege het feit dat de informatie
daarover nog gebrekkig op gang
komt. Van de 20 met 'Lenin' begin
nende namen zijn er bijvoorbeeld
slechts 2 veranderd, terwijl de veran-
deringen voor de overige 18 inmiddels
ook wel doorgevoerd zullen zijn. Ook
aan de in de vorige bespreking (KT
1992.XVIII.2) geuite bezwaren over
de behandeling van de Russische geo-
grafische namen is nog niets gedaan.
De echte vernieuwing zit hem in de
deelkaarten van de Benelux. Die zijn
nu geheel op dezelfde wijze nieuw
bewerkt. Het hele karakter van de
kaarten is veranderd: van een wegen-
kaart is het een geografische over-
zichtskaart geworden, met veel
minder overheersende hoogtekleuren.
De agglomeraties van alle plaatsen
met meer dan 25.000 in woners zijn
opgenomen, en het gedeelte industrie-
gebieden in deze agglomeraties is
apart onderscheiden. Het overdreven
wegennet van de vorige kaarten is
sterk uitgedund, en het aantal aange-
geven plaatsnamen is met 1200 ver-
hoogd. Er is een goed leesbaar kaart-
beeld ontstaan dat meer in lijn is met
de overige kaarten in de atlas. Het valt
te hopen dat Wolters-Noordhoff deze
kaarten van de Benelux - in het kader
van de een of andere promotie-activi-
teit - nog eens aaneengesloten als
poster zal uitgeven. Ze zijn het zeker
waard. De discrepanties die nu nog in
de agglomeraties/industriegebieden in
de overlap zitten kunnen er dan
meteen worden uitgehaald.
F.J. Ormeling
Fl Iis, R., E.M. Kaiser A.C. Grun-
wald, Pictorial communication in Vir
tual and real environments. London:
Taylor Francis, 1991. 603 pp.,
243 ill. (zw-w). Formaat 23 x 15,5 cm.
ISBN 0-7484-0008-7. Prijs £41, -
Er ontstaan steeds nieuwe weten-
schapsrichtingen waar kartografie
deel van uitmaakt: we hebben al de
communicatiewetenschap gehad en de
visualisatiewetenschap, en sedert kort
onderscheidt men ook de 'instru-
mented aiding of optically guided spa-
tial behaviour', de wetenschap van het
aan de hand van instrumenten onder-
steunen van optisch gestuurd ruimte-
lijk gedrag. Onze auto-navigatiesys-
temen zijn een mooi voorbeeld van
waar deze richting zieh mee bezig-
houdt. Het materiaal in deze bundel
van 40 artikelen over deze nieuwe rich
ting heeft betrekking op een in 1987 in
Californie gehouden NASA-confe-
rentie over 'Spatial displays and spa-
tial instruments'. Het heeft vier jaar
geduurd voordat het materiaal werd
uitgegeven en nog eens twee jaar voor
de bespreking kwam, maar Californie
ligt wat dit betreft zover voor, dat het
toch nog de moeite waard kan zijn hier
kennis van te nemen. Met name om na
te gaan hoe onderzoek wordt gedaan
om de Problemen op met de karto
grafie verwante gebieden op te lossen.
Het materiaal is in 4 delen opgesplitst:
I. Environments, II. Knowing,
III. Acting (vehicular control, mani-
pulative control, visual/motor map-
ping, orientation), en IV. Seeing (pic
torial space, primary depth cues). Het
meest leesbaar van de bundel, voor
degenen die niet zozeer in dit soort
onderzoek zitten, is het stuk van Gre
gory, al jaren een coryfee op waarne-
mingsgebied, wiens boeken ook op de
populair-wetenschappelijke markt in
Nederland versehenen zijn. Zien is
volgens hem een actief proces; het
beeld wordt opgebouwd doordat het
wordt vergeleken met hypothesen over
de aard van de waargenomen
objecten. Die hypothesen worden dan
op basis van extra informatie geaeeep-
teerd of verworpen.
Hoewel lang niet alles direct op de kar
tografie of op navigatiesystemen toe-
pasbaar is, valt tussen de regels door
wanneer men er moeite voor doet toch
veel nuttigs op te pikken. Zo wordt
nog weer eens het voordeel van kleur
bewezen: objecten worden aan de
hand van een kleurencamera op een
20 m grotere afstand ontdekt dan met
een zwart-wit camera. Er blijkt in het
waarnemen sprake te zijn van een
aantal relatief onafhankelijk van
elkaar opererende waarnemingska-
nalen ('dedicated Channels', bijvoor
beeld voor positie, hoeken en con-
touren, richting, snelheid, stereosco-
pische diepte, helderheid en kleur), elk
van welke een bepaalde soort visueel-
geleid gedrag ondersteunt. Dat blijkt
onder andere uit het feit dat visuele
waarneming en door waarneming
geleid gedrag op verschillende visuele
voorstellingen gebaseerd zijn. Het
zien van diepte wordt vanuit twee ver-
KT 1994.XX. 1
63