Watson, D.F., Contouring, A guide
to the analysis and display of spatial
data. Computers in the geosciences
volume 10. Oxford: Pergamon Press,
1992. ISBN 0 08 040286 0.
Voor de weergave van continue ver-
schijnselen zoals de hoogte van het ter-
reinoppervlak of de gemiddelde neer-
slag of temperatuur in een gebied,
wordt in de kartografie vooral gebruik
gemaakt van isolijnen. Deze zijn
meestal geconstrueerd uit een set
meetpunten, zoals waarnemingen in
diverse weerstations. Behalve voor
visualisatietoepassingen wordt de
ruimtelijke interpolatie in een GIS-
omgeving vaak gebruikt als tussenstap
in een ruimtelijke analyse. Een voor-
beeld hiervan is het converteren van de
waargenomen punten naar een regel-
matig grid voor de aanmaak van een
digitaal terreinmodel. Er zijn tien-
tallen verschillende interpolatieme-
thoden in gebruik, omdat er niet een is
die voor alle toepassingen een bruik-
baar resultaat oplevert. Dit maakt het
noodzakelijk de voor- en nadelen van
de diverse methoden tegen elkaar af te
wegen teneinde een optimaal resultaat
te verkrijgen. De keuze van een me-
thode is namelijk afhankelijk van de
aard en het type gegevens, de gewenste
mate van nauwkeurigheid en de
beschikbare hoeveelheid rekencapaci-
teit. Het boek van Watson doet
hiertoe een poging. Het boek ziet als
doel van contouring, ofwel ruimte
lijke interpolatie, het vinden van de
functie die het beste hele 'oppervlak'
vertegenwoordigt en die de waarden
voorspelt op andere punten of voor
andere gebieden. Functie Staat hier
voor statistisch oppervlak.
Watson beschrijft de inhoud van het
boek zelf als: "Dit boek verzamelt,
groepeert en geeft een samenvatting
van het brede bereik van concepten en
mechanismen welke de effectiviteit
van ruimtelijke interpolatiepro-
gramma's bepaalt. Deze principes
worden via voorbeelden uitgelegd aan
de technisch geörienteerde lezer". Een
twaalftal Basic-programma's is bijge-
leverd om de lezer ook daadwerkelijk
met de algoritmen te laten speien. De
structuur van het boek gaat er inder-
daad van uit dat de gebruiker met de
programma's aan het werk gaat.
Deel I van het boek geeft aanwij-
zingen hoe de programma's gebruikt
moeten worden en hoe de bijgeleverde
of eigen gegevens op de interpolatie
voorbereid kunnen worden. Diverse
tips worden gegeven om de pro
gramma's aan de eigen werkomgeving
aan te passen. Toen ondergetekende
met de programma's aan het werk
wilde, bleek het programma pas te
werken nadat een aantal variabelen op
aanwijzing van de Basic-compiler van
naam was veranderd. Vervolgens
werd geconstateerd dat de pro
gramma's op een 486 IBM-compatible
PC zeer traag werkt. Zelfs met een
kleine dataset van vijftien punten
duurde het enkele minuten voordat er
isolijnen op het scherm getoond
werden. In het eerste deel van het boek
wordt ook een aantal elementaire for-
mules gegeven voor het berekenen van
oppervlakken en volumes op basis van
de isolijnen.
Deel II van het boek is de kern van het
werk. Het begint met een uitgebreid
overzicht van de algemene beginselen
van de isolijnen. In het historische
overzicht wordt Bruins' dieptelijn in
het Spaarne uit 1584 aangehaald als de
eerste isolijnenkaart. Ook het begrip
gradient krijgt aandacht. Een gradient
wordt omschreven als de lijn of het
vlak tussen twee punten die de maxi-
mumhelling beschrijft. De interpola-
tiemethoden die beschreven zijn, zijn
te verdelen in punt- of lokale- en ge-
bieds- of globale interpolaties. Bij
beide geldt dat men daarnaast onder-
scheid maakt tussen exacte en bena-
derde methoden. De eerste leveren
met de geinterpoleerde gegevens als
uitgangspunt de oorspronkelijke
metingen weer als resultaat. Bij de
benaderde methoden is dit niet het
geval. Het aantal besproken algo
ritmen is ruim 30 en omvat onder
andere op af stand gebaseerde
methoden, 'fitted function methods'
zoals Lagrange en Kriging, op trian-
gulatie gebaseerde methoden, op
rechthoeken gebaseerde methoden
(zoals 'Bezier patches', 'B-spline pat-
nabijheid gebaseerde methoden
(zowel liniair en niet-lineair). Deel II
sluit af met uitvoeropties, waarbij ook
de zogenaamde blending functies, die
de vorm van het uiteindelijke opper
vlak bepalen, worden besproken. Tot
slot volgt een discussie over de effi-
ciency van de diverse benaderingen.
Het boek bevat verder een overzicht
van termen en definities die betrek-
king hebben op ruimtelijke interpo
latie, een lijst van gepubliceerde For-
tran-programma's op dit gebied, meer
dan 500 referenties naar publikaties
over dit onderwerp en de Estings van
de op diskette (5.25") bijgeleverde
Basic-programma's. Een index sluit
het boek af. Als conclusie kan gesteld
worden dat het boek de technisch
geörienteerde lezer een ondersteuning
biedt bij de keuze van een interpola-
tiemethode. Het biedt bovendien
inzicht in deze methoden zodat de
algoritmen die toegepast worden in
bijvoorbeeld GIS-pakketten niet meer
als black-boxes gebruikt behoeven te
worden.
M.J. Kraak
Wastenson, L. (hoofdred.), The Na
tional Atlas of Sweden. 17 Delen, met
in totaal 2800 pagina's in kleur. Ge-
bonden, 24,5 x 33 cm. Stockholm:
Almqvist Wiksell International (uit-
gever Engelse editie), 1990-1996.
Prijs: ongeveer f90, - per deel (bij
voorintekeningof flOO, - per deel
(los). ISBN 91-87760-04-5 (alle delen
samen, Engelse editie).
In dit tijdschrift is nog niet eerder spe-
ciaal aandacht besteed aan de verschij-
ning (sinds 1990) van de tweede editie
van de nationale atlas van Zweden.
De eerste nationale atlas, de Atlas över
Sverige, bestond uit losse kaart-
bladen, die werden gepubliceerd
tussen 1953 en 1971. Hoewel slechts
wetenschappers en het hoger onder-
wijs de doelgroep vormden, werden er
van de eerste editie toch al 5000 exem-
plaren verkocht.
De verkoopcijfers van de tweede editie
liggen inmiddels al veel hoger: er zijn
ongeveer 10.000 inschrijvers op de
totale serie van 17 losse boekdelen en
de oplage per deel bedraagt ongeveer
20.000 (15.000 exemplaren van de
Zweedse editie en 5000 stuks in het
Engels). Dit is een echt wereldrecord
voor nationale atlassen. De hogere
verkoopcijfers zijn het gevolg van de
nagestreefde 'popularisering'; de
atlasdelen moeten nu ook gebruikt
kunnen worden op de Zweedse mid-
delbare Scholen en bij de volwassenen-
educatie. Een soortgelijke popularise
ring vond enige jaren geleden ook
plaats bij de uitgave van de tweede
editie van de Atlas van Nederland,
waarvan de oplage tussen de 8000 en
9000 lag.
Van het eerste deel van de tweede
editie van de Nationale Atlas van
Zweden, getiteld 'Maps and Mapping'
KT 1994.XX.1
67