netwerk
V.l.n.r.: M.G. Visser en W.Muller met cadeau namens collegae, A.H. Verroen en mw. J.
Verroen-van Gaalen
Verroen uit het bedrijfsleven bij de Kar-
tografische Sectie (toen Openbare Wer
ken) om te werken aan de kleinschalige
kaarten, waar hij in 1982 de taak van de
heer Smit overnam als hoofd Kartogra-
fie. Door de bezuiniging in die tijd
coördineerde hij ook enkele jaren de
grootschalige kartografie.
In 1992 deed de automatisering haar vol-
ledige intrede bij de afdeling en ook hier
had Verroen zijn inbreng op eigen wijze.
De Boer wees op de interesse van Ver
roen en zijn betrokkenheid bij de karto
grafie, hetgeen nog eens werd onder-
streept door de aan de muur opgehangen
kaarten.
De heer De Boer dankte Verroen voor
zijn bewezen diensten.
Collega Visser die jaren met Verroen
heeft samengewerkt memoreerde de tijd
dat de chefs (ook Verroen) nog in het
glazen kantoor zaten om oog te houden
op de voortgang van de kartografische
arbeid totdat het tijd werd om op eigen
benen te gaan staan. Een ophangsysteem
voor de ruiten vormde de oplossing voor
dit probleem; kaarten belemmerden het
A.H. Verroen met VUT
De heer A.H. Verroen (voor velen van
ons Andre) maakte op 1 mei 1994
gebruik van de VUT-regeling. Het schei
dend hoofd afdeling Kartografie deed dit
met een receptie op 28 april in de lunch-
room van het SVB-gebouw waar de
afdeling onlangs naar toe verhuisde.
Andre, zijn vrouw en familie werden
met hun receptiegasten (en dit waren
oude en jonge bekenden uit de kartogra
fische wereld) ontvangen met een wel-
komstwoord van zijn opvolgster mw.
Hazel de Jongh.
Hierna gaf het sectorhoofd ir. J. de Boer
aan dat de heer Verroen zieh in april
voor het afscheid nog even aanpaste aan
de nieuwe werkpiek. Hij vestigde de
aandacht op het personeelsblad Perso-
neel Actueel' met de Staat van dienst van
Verroen, die op 16-jarige leeftijd als kar-
tografisch tekenaar bij de Topografische
Dienst begon (in 1950). Na vijf jaar
wilde Andre wel eens iets anders, en
daarna werd het 13 jaar Bootsma (Falk
plan voor de jonge lezer). In 1968 kwam
uitzicht naar beide zijden. Andre klapte
trouw iedere keer de opgehangen kaarten
terug, maar na körte tijd hadden zij hun
oude piek weer hervonden. Visser herin-
nerde aan de veranderingen in het werk
van trekpen en driehoek naar de gravure.
Andre had oog voor de veranderde tech-
niek en in het bedrijf was veel mogelijk.
Hij sprak verder van het menselijk
gevoel dat Verroen altijd aan de dag
legde, het hobbyisme en de vaktrots, en
bedankte voor de collegialiteit en het
vele werk voor de sector verricht. Hij
wenste Andre en zijn vrouw nog vele
gelukkige jaren en bood hem namens
allen een workmate aan voor zijn vrije-
tijdsbesteding.
Daarna volgden enige toepasselijke
woorden van prof. Ormeling sr. en prof.
Piket, oud NVK-bestuursleden die Ver
roen jaren lang meemaakten, en nog
even de harde strijd in herinnering
brachten die kartografen moesten voeren
om erkenning, en de voorschriften waar-
aan ze zieh moesten houden; daaruit
kwam tenslotte toch Kaartbulletin (Kars-
sen, Ras, Verroen) van de grond. De ver
anderingen kwamen vaak hard aan, maar
Piket onderstreepte de karaktereigen-
schappen van Verroen: bestendigheid en
betrokkenheid. Dit mocht ook blijken uit
de redactionele taak die hij vele jaren
vervulde, en uit zijn medewerking aan
de in de jaren zeventig gestarte PBNA-
cursus, de opleiding voor jonge kartogra-
fisch tekenaars, waar hij veel tijd aan
besteedde en waar hij ook nu nog
betrokken is bij de laatste afsluitende
examens.
Verroen, tenslotte, merkte op dat hij aan
het voorgaande weinig had toe te voe-
gen. Hij was verbaasd dat hem gevraagd
was aan het thema 'grenzen' mee te wil
len meewerken. Het had echter een
andere bedoeling: voor hem was de
grens de diensttijd van 43,5 jaar. Hij
keek nog even terug in de tijd: de Topo
grafische Dienst, de tijd bij Freitag
Drabbe van wie je een steen mee naar
huis kreeg om te oefenen; de ploegen-
diensten; de overgang op kunststof, de
Problemen met de etsende inkt destijds,
KT 1994.XX.2
19