Het project Witsenkaart: zoeken naar de 'ideale' kaart van Nederland O.A. Bouma Dat Nederland nog niet af isdaar weten ze bij de Rijksplanologische Dienst in Den Haag over mee te praten: er wordt - soms tientallen jaren vooruit - nagedacht over de mogelijke inrichting van ons land in de toekomst. Ook de gedachte dat de kämt van Nederland af zou zijn, vindt daar geen voedingsbodem. Dit artikel beschrijft hoe vanuit een praktische vraag- stelling wordt geprobeerd om een nieuw kaartbeeld van de huidige ruimtelijke orde van Nederland te ontwikkelen. Trefwoorden:visualisatie, planningskartografie, onderzoek Kader: het idee voor een Witsenkaart In Oktober 1989 gaf de toenmalige directeur-generaal Ruimtelijke Ordening (DGRO), rar. J. Witsen, de aanzet voor de ontwikkeling van een nieuwe kaart van Nederland. Hij deed dit door zieh af te vragen of het mogelijk zou zijn een 'ideale' kaart, waarin de belevingswaarde van het Nederlandse landschap tot zijn recht zou komen, te maken. Zijn idee was om de ruimtelijke kwaliteit van Nederland in beeld te brengen; de ruimtelijke verscheidenheid - ver- schillen in schaal van het landschap. overgangen en gra- dienten, de verhouding stad en ommeland, de allure van historische binnensteden en de dynamiek van het verkeer - zou in een kaart getoond moeten worden. De eigenheid van ieder deel van Nederland en de eigenheid van Nederland als geheel zouden zichtbaar moeten worden gemaakt. De schets voor zo'n 'ideale' kaart kwam voort uit onvrede met bestaand kaartmateriaal, waarin infrastruetuur sterk wordt overdreven, stedelijke gebieden als homogene kleur- vlakken op een vaak witte ondergrond verschijnen en kleu- ren soms geen enkele associatie meer met de werkelijkheid lijken te hebben. Het zoeken naar een concreet ontwerp voor een kaart die zou voldoen aan Witsen's ideaalbeeld, een 'Witsenkaart', werd vervolgens door de Rijksplanologische Dienst (RPD) sterk gestimuleerd, omdat voor de planning van een toekomstige ruimtelijke orde van ons land een gei'ntegreerd totaalbeeld van de hui dige status-quo bijzonder nuttig is. In de beleidskaarten die tot nu toe in de diverse Nota's op de Ruimtelijke Ordening versehenen, wordt het beeld van die status-quo veronder- steld onder de uitgezette beleidslijnen; het is niet feitelijk aanwezig als referentie. De Witsenkaart zou daarin veran- dering moeten brengen. In het boek Land op zieht, zieht op land (vrom. 1990), dat verscheen ter gelegenheid van het afscheid van mr. J. Witsen als DGRO, wordt door auteurs met uiteenlopende achtergronden geprobeerd om het idee van Witsen uit te werken, met sterk wisselend resultaat. Twee ontwerpbu- reaus hebben een uitgewerkte proefkaart vervaardigd. VillaNova produeeerde een manuele bewerking van de topografische kaart voor een proefstrook op schaal 1:200.000; Bureau Mammoet bewerkte, eveneens manueel, een zwart-wit satellietbeeld van de Randstad op schaal 1:275.000. Binnen de RPD heeft de laatste kaart de meeste bijval geoogst; men vond de aanpak van Bureau Mammoet vernieuwend, en ook de mogelijkheid om het kaartbeeld te actualiseren werd gewaardeerd. Aan de uitwerking van Mammoet's idee zou echter nog veel verbeterd kunnen worden. In november 1991 richtte de RPD daarom een verzoek aan de vakgroep Kartografie van de Universiteit Utrecht om onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden voor reali- satie van een Witsenkaart. Het onderstaande geeft in grote lijnen de bevindingen van dit onderzoek, 'Project Witsenkaart', weer. Doel, doelgroep, schaal Voor het ontwerpen van een nieuwe kaart is het van funda- menteel belang om duidelijk vast te stellen welk doel met de kaart beoogd wordt, welke gebruikersgroep ermee zal gaan werken en op wat voor manier, en welk schaalniveau dan het meest geschikt is. De feitelijke kaartinhoud kan als een afgeleide hiervan worden beschouwd. Het doel van de Witsenkaart is het presenteren van een realistisch beeld van hoe Nederland is en hoe het onder- gaan wordt, of - zoals Witsen het uitdrukte - "een kaart die je niet alleen vertelt waar je bent [orientatie], maar ook hoe het er daar uitziet [beleving]". Bij orientatie gaat het om topografische aspecten (geometrie, referentie, topony- mie), bij beleving om thematische aspecten van de kaart (pereeptie, landschap, ruimtelijke kwaliteit). Over de doelgroep van de Witsenkaart wordt in het eerder genoemde boek Land op zieht, zieht op land weinig gezegd. Een 'mooie' kaart van Nederland. die de kwalitei- ten van ons land overtuigend in beeld brengt, bestaat ech ter nog niet en kent vele potentiele gebruikers. Daarbij valt niet alleen aan de RPD zelf of het Ministerie van VROM te denken, maar ook aan andere ministeries: Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Onderwijs en Wetenschappen (ten behoeve van beeldvorming over Nederland op Scholen en universiteiten) en Buitenlandse Zaken (als voorlich- KT 1994.XX.2 29

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1994 | | pagina 31