Ruimte voor 2015, een impressie van de ruimtelijke
ontwikkeling van Nederland
D. Schenk M. van Lingen
Hier en daar prijkt de al aan de wand, de nieuwe kaart die de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland tot 2015 in beeld
brengt. De 'oudebeleidskaart toonde een min of meer letterlijke, picturale weergave van het ruimtelijk beleid zoals dat is
neergelegd in de PKB Nationaal Ruimtelijk Beleid. Met Symbolen en kleuren was daarin nauwgezet weergegeven wat prio-
riteit krijgt, en hoe we met de ruimte om moeten gaan. Maar hebben we met die beleidskaart nu het Nederland van 2015 in
kaait gebracht zoals dat ons met al z n ruimtelijke kwaliteiten voor ogen Staat? Het vergt nogal wat vertaalwerk om die toe
komstige werkelijkheid in de oude beleidskaart te herkennen. Het loonde daarom de moeite om een nieuwe kaart, die juist
die ruimtelijke kwaliteit van het Nederland van morgen tot uitgangspunt heeft, te ontwikkelen. Vandaar de kaart Ruimte
voor 2015, die als bijlage bij clit nummer van het Kartografisch Tijdschrift is gevoegd.
Trefwoorden: visualisatie, planningskartografie, praktijk
De inhoud
Hoe breng je ruimtelijke kwaliteit, en tevens het beleid dat
tot die ruimtelijke kwaliteit leidt, in beeld? Ruimtelijke
kwaliteit beleven we op schaal 1:1. Het bevindt zieh op het
niveau van onze dagelijkse leefwereld, en we maken er
foto's van om anderen te verteilen hoe goed toeven het daar
is. De ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving van zo'n
16 miljoen Nederlanders, en daarmee van Nederland als ge-
heel, zouden we dus kunnen vastleggen door 16 miljoen
foto's aan elkaar te plakken. Maar we zouden ze ook kun
nen samenvatten in een beeld: de satellietfoto van Neder
land.
Het ruimtelijk beleid is, welbeschouwd, opgebouwd uit drie
lagen. Uit de Vierde Nota (VINO) kennen we enerzijds de
dagelijkse leefomgeving, en anderzijds het ruimtelijk ont-
wikkelingsperspectief waarmee we Nederland in Noord-
west-Europa positioneren. In de Vierde Nota Extra
(VINEX) is daaraan het tussenniveau, waarop vorm wordt
gegeven aan de struetuur van Nederland, toegevoegd. Dit
betreft zowel de stedelijke als de landelijke gebieden. Hier-
mee werd het beleid van de structuurschetsen voor de lan
delijke en voor de stedelijke gebieden - aangepast en her
zten in het beleid van de VINO getntegreerd. Deze
gelaagdheid bepaalt de opbouw van de nieuwe kaart (zie
figuur 1).
Als onderlegger dient het satellietbeeld 'de dagelijkse leef
omgeving van Nederland' (zie fig. 2). Daaroverheen wer
den de dementen geprojecteerd die het meest direct de
struetuur van Nederland bepalen. Voor de stedelijke gebie
den gaat het om de stadsgewesten, de infrastruetuur en de
open ruimten. Voor de landelijke gebieden zijn 'koerskleu-
ren' gebruikt, als indicaties van de wijze waarop met de
struetuur van het landelijke gebied dient te worden omge-
gaan. Tot slot werd hier overheen het ruimtelijke ontwikke-
lingsperspectief - 'de positiebepaling' van Nederland -
geprojecteerd door middel van de drie concepten Neder
land-Waterland: de grote rivieren tezamen met de geaccen-
tueerde wateren; Nederland-Distributieland: de "mainports'
en de hoofdtransportassen; en Nederland-Stedenland: de
stedelijke knooppunten. Dit alles werd niet weergegeven
met abstracte Symbolen, maar zo concreet mogelijk door de
feitelijke situatie te accentueren (werkelijke tracs, precieze
situeringen enz.). Drie lagen op elkaar, een bijna onmogelij-
ke opgave om alles in een beeld te brengen.
Ter versterking en ter verklaring van het nieuwe beeld zijn
twee reeksen afbeeldingen aan de kaart toegevoegd. De
afbeeldingen boven de kaart hebben betrekking op de speci-
fieke dementen van het beleid voor de dagelijkse leefom
geving. Het gaat enerzijds om de A-, B-, en C-locaties voor
Figuur 1. Ondergrond, tussenlaag en toplaag.
38
KT 1994.XX.2