Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol
Het doel van de GES is na te gaan of de bijdrage van Schip
hol aan de lokale verontreiniging van het leefmilieu tot
nadelige effecten op de volksgezondheid kan leiden (staat-
sen et al., 1993). De belangrijkste (milieu)factoren die
hierbij een rol speien zijn geluid, luchtverontreiniging,
kerosinegeur en de kans op een vliegtuigongeval. Daarnaast
zijn ook de mogelijke effecten van electromagnetische stra-
ling van radiogolven (radars) onderzocht. De gecumuleerde
blootstelling aan milieuverontreiniging kan lichamelijke
effecten hebben, en tevens leiden tot een verhoogde
bezorgdheid bij de bevolking over potentiele gezondheids-
schade door verontreiniging of ongevallen.
Om een indruk te krijgen van de gezondheidseffecten is
allereerst per milieufactor, aan de hand van gegevens over
de niveaus van verontreiniging in het studiegebied en de
beschikbare kennis over de effecten, vastgesteld of de stof
mogelijk een bedreiging voor de gezondheid vormt. Ver
volgens is met behulp van gegevens uit beschikbare en
geschikte gezondheidsregistratiesystemen onderzocht of er
verschillen in gezondheidstoestand tussen (kleine) gebieden
rondom Schiphol zijn waar te nemen, en of deze verschillen
samen kunnen hangen met de luchthaven. Ruimtelijke
patronen in de gezondheidstoestand van de bevolking,
geassocieerd met de afstand tot Schiphol of met patronen
gevormd door milieuverontreinigende factoren afkomstig
van Schiphol, kunnen aanwijzingen geven of een waarge-
nomen gezondheidseffect gekoppeld kan zijn aan de lucht
haven.
De toepassing van GIS bij gezondheidskundig
onderzoek
De verschillende onderzoeken zoals die hierboven zijn
beschreven, leveren een grote diversiteit aan gegevens op.
Het merendeel van deze onderzoeksgegevens heeft, zowel
aan de blootstellings- als aan de effectkant, een duidelijke
ruimtelijke component.
De blootstelling aan de diverse milieufactoren varieert
plaatselijk zeer sterk. Voor de meeste componenten zijn
maar beperkte gemeten of berekende gegevens beschikbaar.
Een GIS biedt echter mogelijkheden voor een gedetailleer-
de beschrijving van de blootstelling in kleine geografische
gebieden (als benadering van de individuele blootstelling)
via functies als interpolatie en buffering. Daarnaast kan met
behulp van GIS het aantal personen binnen een bepaalde
blootstellingsklasse ('number of people at risk') bepaald
worden. Zo kunnen bijvoorbeeld door middel van overlay -
technieken demografisch gegevens (gekoppeld aan een
bestand met de locaties van woningen) gesneden worden
met een kaartlaag met geluidscontouren.
Een GIS biedt verder de mogelijkheid om gegevens te pre-
senteren in kaartvorm, hetzij op papier, hetzij op het beeld-
scherm van een Computer. De visualisatie van gegevens
speelt een belangrijke rol in het onderzoek. Kaarten ver
schaffen een duidelijk beeld van de ruimtelijke variatie en
samenhang in blootstellingsgegevens en gezondheidstoe
stand. Presentatie van onderzoeksgegevens in kaartvorm
42
draagt in algemene zin bij tot de beeldvorming, en biedt een
snelle mogelijkheid tot het herkennen van aandachtsgebie-
den voor nader onderzoek. Bij de GES komt dit bijvoor
beeld naar voren in de visualisatie van belangrijke bronnen
van milieuverontreiniging in het studiegebied (een gebied
van ca. 55 x 55 km rond Schiphol) en de weergave van
de milieuverontreiniging in relatie tot de locatie van woon-
gebieden.
Overigens dient hierbij opgemerkt te worden dat kaarten
soms ook een onjuist, onvolledig of vertekend beeld van de
werkelijke situatie kunnen geven, bijvoorbeeld als gevolg
van een verkeerde classificatie of door onjuiste interpretatie
door de kaartgebruiker. Bij kaarten die de ruimtelijke sprei-
ding van ziekten weergeven moet men bijvoorbeeld beden
ken, dat onderliggende niet weergegeven factoren, zoals
leefgewoonten, ook bij kunnen dragen aan de waargenomen
patronen.
Dit alles heeft ertoe geleid dat een GIS is toegepast bij het
onderzoek rond Schiphol. Daarmee is het een van de eerste
keren dat GIS in Nederland is ingezet in milieu-epidemiolo-
gisch onderzoek.
Gegevensacquisitie en gegevensintegratie
In dit onderzoek is een grote diversiteit aan informatiebron-
nen geraadpleegd. Bekende problemen bij het gebruik van
gegevensbestanden van verschillende bronnen kwamen
daarbij duidelijk aan het licht. Er was een grote variatie in
de kwaliteit, de temporele dekking en de geografische dek-
king van de gegevensbestanden. Beschikbare meetgegevens
of berekende variabelen sluiten veelal niet aan op de speci-
fieke wensen van de gebruikers. Zo zijn om de persoonlijke
blootstelling aan milieuverontreiniging te benaderen gege
vens op een zo klein mogelijk aggregatieniveau gewenst.
Bij dit onderzoek is gekozen voor gebruik van 4-cijferige
postcodegebieden. omdat dit het laagst haalbare aggregatie
niveau bleek te zijn.
Voor de Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol en de
opbouw van het presentatiesysteem kan een onderscheid
worden gemaakt tussen de volgende typen gegevens:
topografische gegevens;
demografische gegevens;
milieugegevens;
gegevens over de gezondheidstoestand van omwonenden
van de luchthaven.
Over het algemeen leverde de acquisitie van topografische
gegevens op een gewenst schaalniveau weinig problemen
op. Enerzijds is binnen de huidige GIS-omgeving van het
RIVM een ruime hoeveelheid topografische informatie van
het gebied beschikbaar. Anderzijds is veel topografische
informatie van Nederland te verkrijgen bij externe over-
heidsinstellingen en bedrijven. Twee bestanden zijn in dit
opzicht belangrijk om te noemen: een bestand met de gren
zen van viercijferige postcodegebieden (en daaruit af te lei
den gemeentegrenzen), en een bestand met de 'zwaartepun-
ten' van die gebieden. De locaties van de 'zwaartepunten'
binnen elk postcodegebied zijn bepaald aan de hand van
twee criteria: de bebouwingsdichtheid en optimale toegang
KT 1994.XX.2