bond gebruikelijke klassen. Hiervoor zijn de scores uitgezet in een frequentiediagram. Door de breukpunten in het fre- quentiediagram vast te stellen zijn de eindresultaten geclas- sificeerd (figuur 9). Horizontaal is de totaalscore van de kaarten uitgezet. Het aantal punten is de som van de acht kwaliteitscores, waarbij de score van elk onderdeel verme- nigvuldigd werd met een wegingsfactor. Op de verticale as is de frequentie, het aantal kaarten dat dezelfde eindscore heeft, weergegeven. Figuur 9. Frequentiediagram eindresultaten. Classificatie Score siecht 52 punten matig 53 - 69 ptn. voldoende 70 - 84 ptn. goed 85 - 99 ptn. zeer goed 100 ptn. De meeste kaarten werden beoordeeld als 'voldoende' of 'goed', terwijl slechts drie kaarten als 'siecht' werden geclassificeerd. Conclusie Tijdens het onderzoek zijn 113 kaarten getest op hun kwali- teit. Uit de resultaten kan worden geconcludeerd dat de kwaliteit van de kaarten aanzienlijk varieert. Verder is duidelijk gebleken dat diverse onderdelen van de test elkaar bei'nvloeden. Zo is vastgesteld dat de leesbaar- heid wordt bei'nvloed door de volledigheid, de hoeveelheid relevante gegevens in de kaart en de schaal van de kaart. De theorie van Bertin (bertin, 1973) leert ons dat de weer gegeven informatie op een goed leesbare kaart beperkt moet worden. Omdat de toerist gebaat is met zoveel ntoge- lijk nuttige informatie hebben we hier te maken met tegen- strijdige belangen. De leesbaarheid kan worden vergroot door de toepassing van een grotere schaal, waardoor minder woorden per oppervlakte-eenheid in de kaart staan. Hier- door wordt de totale grootte van de kaart bei'nvloed, welke, zoals vermeld bij de hanteerbaarheid, niet te groot mag worden. Verder kan de leesbaarheid bei'nvloed worden door het aan tal kleuren dat in de kaart aanwezig is. Uit de test is geble ken dat tevens de verzadiging van de achtergrondkleuren een duidelijke invloed heeft op de leesbaarheid. De symbolisatie is zeer belangrijk bij de stadsplattegron- den. De dichtheid van gegevens is in een stadsplattegrond zeer groot. De relevante objecten kunnen echter bijna alle- maal door een symbool worden weergegeven, waardoor meer gegevens per oppervlakte-eenheid kunnen worden afgebeeld. Door het gebruik van pictogrammen, die voor de respondent herkenbaar zijn, is de kaart beter leesbaar. Eerder is aangegeven dat het kaartlezen een zeer subjectief gebeuren is. De kaartlezer zal bij het kopen van een kaart afgaan op eerdere ervaringen met kaarten, waarbij bekend- heid met een ontwerp grote invloed heeft. Bij het onderzoek naar de leesbaarheid kunnen voor de respondent onbekende merken siecht scoren. Verder kan de waardering van de acht verschillende onder delen per onderzoeker verschillen, waardoor hij onbedoeld enige invloed op het eindresultaat uitoefent. De leesbaarheid, het aantal kaartgegevens en de volledig heid zijn aspecten die elkaar bei'nvloeden. Wil de kaartko- per een goede leesbare kaart aanschaffen, dan moet hij wel- licht concessies doen aan de volledigheid en het aantal kaartgegevens. Het omgekeerde kan ook het geval zijn; de kaartkoper streeft er naar om de meest complete kaart aan te schaffen, waarbij de leesbaarheid minder belangrijk is dan de volle digheid. Uitgevers zullen er naar streven om de drie bovengenoemde aspecten zo goed mogelijk in de kaart naar voren te bren- gen. Hoe moeilijk dit is spreekt uit het feit dat slechts 20 van de 113 onderzochte kaarten in alle drie onderdelen als 'goed' of 'zeer goed' zijn geclassificeerd. Noot Drs. Y.T. Bouma is toegevoegd onderzoeker bij de vakgroep Kar- tografie van de Universiteit Utrecht (Postbus 80.115, 3508 TC Utrecht). Literatuur Bertin, J. (1973), Semiology of Graphics. The University of Wis consin Press, Madison. Bosma, H.M. (1983), Voorstel voor een onderzoek van wegen- kaarten. Doctoraalscriptie kartografie. Vakgroep kartografie, Fac. der Ruimtelijke Wetenschappen, Universiteit Utrecht, Utrecht. Essen, R.J. van (1991), Wegenkaarten. Verslag van een onder zoek naar de kwaliteit van de in 1990 in Nederland verkrijgbare wegenkaarten van de acht populairste vakantielanden. Vakgroep kartografie, Fac. der Ruimtelijke Wetenschappen, Universiteit Utrecht, Utrecht. Fran^ois, W. (1975), De toeristenkaart; informatiebron en com- municatiemedium. Kartografisch Tijdschrift I, nr. 2, pp. 9-12. 54 KT 1994.XX.2 10- 9- 8- 7- 6- 50 60 70 80 90 100 110 TOTAALSCORE

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1994 | | pagina 56