besprekingen
Kartographisches
Taschenbuch
1992/93
Kartographisches Taschenbuch
1992/93. Im Auftrag der Deutschen
Gesellschaft für Kartographie herausge
geben und bearbeitet von Jürgen Dodt
und Werner Herzog. Bonn: Kirschbaum
Verlag, 1992. 348pp., 11,9 x 17,0 cm.
ISBN 3-7812-1308-0. Prijs DM 26,-.
In 1988 verscheen voor het eerst het bij-
zonder handige kartografische zakboekje
van de Duitse Vereniging voor Kartogra-
fie (DGfK). De eerste editie was
bestemd voor de jaren 1988 en 1989 en
de tweede editie voor de twee jaren daar-
op. Inmiddels is ook al de derde editie
(voor 1992 en 1993) beschikbaar en de
volgende editie voor de volgende twee
jaar zal eind 1994 verschijnen.
De opzet van het zakboekje is steeds het-
zelfde gebleven: een deel met uitgebrei-
de adressenbestanden en een ander deel
met meer inhoudelijke kartografische
overzichten in de vorm van artikelen.
Qua omvang, en misschien ook wel qua
gebruik, het meest belangrijke bestand-
deel zijn de bijna 200 pagina's met
namen en adressen (20 bladzijden meer
dan in de vorige editie). Hoewel ook
enige informatie is opgenomen over de
ICA, alsmede over alle Europese topo-
grafische diensten, hebben deze namen
en adressen alleen betrekking op de kar-
tografie in het Duitse taalgebied (Duits-
land, Zwitserland en Oostenrijk). Eerst is
er een overzicht van de kartografische
(en aanverwante) verenigingen, met hun
werkgroepen, studiecommissies, locale
en regionale afdelingen. Hierbij opgeno
men is ook een lijst van ereleden van de
DGfK, met daarbij de naam van het
enige niet van oorsprong Duitstalige ere-
lid prof. dr. F.J. Ormeling sr. Dan vol-
gen de adressen van de belangrijkste kar
tografische overheidsinstellingen en een
lijst van opleidings- en onderzoeksinsti-
tuten met de namen van hun medewer-
kers. Verder kunnen in het zakboekje
worden aangetroffen de adressen van
250 particuliere makers, uitgevers en
verkopers van kartografische produkten
en literatuur, alsmede de adressen van
meer dan 100 leveranciers van kartogra
fische en reprotechnische hulpmiddelen,
inclusief Computer hardware en Soft
ware. Maar het dikste (110 pagina's)
deel van het bestand is de ledenlijst van
de Duitse (inclusief Oostenrijkse en
Zwitserse) kartografische vereniging,
met de namen, geboortedata, adressen,
titulatuur en soms kartografische specia-
lisatie en functie van meer dan 2600 kar-
tografen, in toenemende mate ook diege-
nen die afkomstig zijn uit de voormalige
DDR. Als dit de contacten tussen de
Duitstaljge kartografen onderling niet
bevordert....
In het andere deel van het zakboekje
staan een zevental informatieve over-
zichtsartikelen, die veelal voortborduren
op, of aansluiten bij, hetgeen werd gepu-
bliceerd in de eerdere twee edities. Zo
wordt in deze uitgave het in de vorige
zakboekjes geboden overzicht van de
topografische kaartseries en de organisa-
tiestructuren van de officiele kartografie
in de oude Bondsrepubliek gecomple-
menteerd door een overzicht van de
series uit het voormalige Oost-Duitsland
en van de huidige organisatiestructuren
van de officiele kartografische diensten
in dat gebied. Tevens wordt er doorge-
gaan met het bieden van informatie over
de topografische karteringsinstanties van
Duitsland's buurlanden: na Oostenrijk en
Zwitserland is in deze editie Nederland
het eerste niet-Duitstalige buurland dat
aan de beurt komt en wel met een helder
artikel van de hand van de directeur van
de Nederlandse Topografische Dienst,
de heer Geudeke. Een overzicht van de
kartografische verzamelingen in Oosten
rijk volgt op dat van de verzamelingen in
Zwitserland in de vorige editie en ook is
er weer een lijst van in Duitsland veelge-
bruikte afkortingen, ditmaal op het ter-
rein van de computerkartografie.
Tenslotte zijn er twee waardevolle
inventariserende bijdragen over modern
reprotechnisch filmmateriaal en over
analoge en digitale kleurkopieertechnie-
ken, met in beide gevallen een uitgebreid
marktoverzicht. Het artikel over het
filmmateriaal lijkt misschien voor ons
wat achterhaald, maar is toch tamelijk
revolutionair in een land dat vooral nog
gewend is aan de positiefkopie op PVC.
De informatieve waarde van al deze arti
kelen is groot. Het enige wat er wellicht
ten nadele over kan worden gezegd, is
dat een specifieke bijdrage na het ver
schijnen van steeds meer nieuwe zak
boekjes in de loop van de tijd misschien
wat moeilijk traceerbaar wordt. De uit
gevers hebben dit opgelost met een dui-
delijke inhoudsopgave van vorige edi
ties, maar het wäre ook te overwegen om
zieh per zakboekje te beperken tot een
aantal artikelen met betrekking tot een
hoofdthema. Bijvoorbeeld in een boekje
een overzicht over de topografische kar
tografie in alle buurlanden. in het vol
gende boekje marktoverzichten van alle
mogelijke soorten repromaterialen enz.
Mogelijk dat dan ook gedacht kan wor
den aan een periodieke herziening van
deze naslagwerken.
In KT 199EXVII.2 (pp. 56-57) besprak
Ormeling sr. de uitgave 1990/91 van het
Kartographisches Taschenbuch en sug-
gereerde navolging in Nederland. Gelet
op de potentiele waarde van het zak
boekje wil ik deze suggestie hierbij nog
eens van harte ondersteunen. Met het
oog op de privacy-gevoelens in ons land
kan publikatie van de adressen van de
individuele leden mogelijk bezwaren
oproepen (in Duitsland waren er overi-
gens maar 2 personen die niet in de lijst
in het zakboekje wilden worden opgeno
men). Maar ik neem aan dat er bij ons
toch zeker geen problemen zullen zijn
met betrekking tot het opnemen van de
namen en adressen van kartografische
bedrijven en instellingen (met de namen
van hun medewerkers). En er zal toch
KT 1994.XX.2
57