geval zouden de eerste vier series deel een vormen. Het
opmerkelijke is daarbij dat het Pars altera vöör de andere
stukken gebonden werd. Een meer waarschijnlijke moge-
lijkheid is, dat de tekst over de schepping als het eerste deel
van de Atlas beschouwd moet worden en de kaarten als het
tweede deel. De ondertitel van dit deel, Geographia Nova
Totius Mundi (Nieuwe geografie van de gehele wereld), is
dan de eigen titel van dit deel.
Waarom Atlas
In de inleiding noemde ik de Titaan Atlas, die volgens de
mythologie de hemel of volgens andere lezingen de aarde
op zijn schouders droeg. Het zou te verklaren zijn dat deze
werelddragende Atlas zijn naam gegeven had aan een boek
dat de wereld in zieh draagt. In zijn inleiding, de Praefatio
in Atlantem, verklaart Mercator deze keuze echter anders.
Hij volgde de Griekse geschiedschrijver Diodorus van Sici-
lie12, die twee mythen over Atlas vertelt, die sterk afwijken
van de algemene mythen die men in de diverse lexica vindt,
waarin Atlas de zoon van de Titaan Japetus is. Diodorus
verhaalt dat Atlas, de koning van Mauritania, de zoon was
Figuur 2. Hercules met leeuwenhuid) neernt tijdelijk de last van
het hemel geweif over van Atlas (gravure van onbekende herkamst
K.O.K.W., Sint-Niklaas).
van Terrenus (ook Coelus) en diens zuster Titea (en daar-
mee een broer van Japetus). Deze Atlas was een uitermate
geleerd astronoom en de eerste mens die de 'leer van de
sfeer' beschreef. Diodorus meende dat daarom het idee ont-
stond dat de hemel op zijn schouders rustte13.
Mercator vervolgt met een warrig verhaal over Atlas'
broers en zussen (de Titanen) en zijn kinderen, waaronder
Atlas (jr.) en Hesperus, die beiden ook zeer ervaren in de
astronomie waren. Mercator combineert hier twee mythes,
die op verschillende plaatsen in Diodorus' werk aangehaald
worden. Van Hesperus, de zoon van Atlas, wordt verteld
dat hij zijn waarnemingen deed bovenop de berg Atlas, daar
door een plotselinge windvlaag vanaf geblazen werd waar-
na er volgens Diodorus nooit meer iets van hem vernomen
is14. Mercator is het daar niet mee eens en schrijft dat Hes
perus koning van Spanje geworden is (waar hij met een
gunstige wind aankwam) en daarna naar Etrurie moest
vluchten voor zijn broer Atlas. Op een andere plaats ver
haalt Diodorus over Hercules15. Daar wordt gesproken over
de broers Hesperus en Atlas. Hercules zorgde ervoor dat
Atlas zijn dochters terugkreeg. Over deze Atlas wordt het-
zelfde verteld als in het derde boek, namelijk dat hij zeer
ervaren was in de wetenschap van de astronomie en dat het
gewone volk daarom dacht dat hij het hemelgewelf op zijn
schouders droeg; iets wat overigens ook over Hercules ver
teld werd, omdat deze Atlas' kennis van de sfeer naar Grie-
kenland bracht (figuur 2).
Aan het slot schrijft Mercator dat zijn doelstelling was deze
Atlas te volgen, waarbij het niet duidelijk is of hij Atlas sr.
of Atlas jr. bedoelt. Beide Atlassen waren echter ontstaan
uit Mercators eigen poging beide verhalen van Diodorus te
combineren, deze kende slechts een Atlas. Diens familiere-
latie met Hesperus wordt in de verschillende mythes anders
opgegeven, maar iemand die een beetje bekend is met de
Griekse godenwereld weet dat er uitermate zonderlinge
relaties bestaan. Uit de Engelse vertaling van 1636 (zie het
aanhangsel bij dit artikel) zou overigens gelezen kunnen
worden dat Mercator in Hesperus zijn voorbeeld ziet. In
ieder geval wordt op de titelpagina van de Atlas van 1595
een man afgebeeld gezeten op een berg, die met een passer
een (hemei)globe bestudeert en een aardglobe aan zijn voe-
ten heeft liggen. We zouden hierin Hesperus op de berg
Atlas kunnen zien (maar dan zou de grafische voorstelling
in tegenspraak zijn met de titel "Atlas' en Mercators eigen
toelichting).
Mercator gaat overigens niet in op Atlas als drager van het
hemelgewelf. Hij vond dat kennelijk niet van belang omdat
dat geen enkele relatie had met zijn keuze voor Atlas als
voorbeeld.
Mercator wilde zijn kosmografisch werk dus de naam
geven van Atlasomdat hij deze als de eerste kosmograaf
beschouwde. In de laatste zin van zijn praefatio geeft hij
nog eens zijn plannen weer: 1het scheppingsverhaal,
2. de rangorde van de hemelverschijnselen (astronomie),
3. de astrologie (in de Latijnse tekst: 'astromantica, quae ad
divinationes ex astris pertinent'), 4. de elementaire zaken en
tenslotte, als vijfde deel, de geografie. Mercator beperkte de
naam Atlas dus zeker niet tot het gedeelte met de kaarten.
We zagen hierboven dat hij de vier series kaarten alle de
KT 1994.XX.3
13