dorn. And as the world conteyneth the number of all things, the
species, order, harmonie, proportion, vertues and effects; so begin-
ning from the creation: I will number all the parts thereof, so farre
as methodicall reason requireth, according to the order of the cre
ation, and will contemplate physically, that the causes of things
may be knowne, whereof consisteth that science of sciences wise-
dom, which directeth every thing to a good end, by a provident
wisedom, which doth facilitate the way to the ends. This is the
maine scopy I ayme at. Afterward I will handle Coelestiall things
in their ranke: then the Astronomicks; which appertayne to conjec-
ture by the Starrs. Fourthly, treate of things Elementarie, lastly
the Geographicks, and so (as in a mirrour) will set before your
eyes, the whole world, that in making vse of some rudiments, ye
may finde out the causes of things, and so by attayning vnto wise
dom and prudence, by this meanes leade the Reader to higher spe-
culations.
Noten
Dr. P.C.J. van der Krogt (Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen,
Vakgroep Kartografie, Universiteit Utrecht, Postbus 80.115, 3508
TC Utrecht) maakt als kaarthistoricus deel uit van de redactie van
het Kartografisch Tijdschrift.
1. Bos, E.S. [et al.] (1991), Kartografisch woordenboek. [S.l.]:
Nederlandse Vereniging voor Kartografie. Definitie 8.5.1.
2. Croon, J.H. (1962), Elseviers Encyclopedie van de Antieke
Wereld. Amsterdam enz.: Elsevier.
3. Gerretsen, J.W. (ca. 1930?), Algemeen mythologisch woor
denboek. Amsterdam: Cohen Zonen. In Der Kleine Pauly:
Lexikon der Antike vindt men een samenvatting van de
bekendste mythen waarin Atlas een rol speelt.
4. E. Schwyzer (1968), Griechische Grammatik. München:
Beck.
5. H. Frisk (1960), Griechisches Etymologisches Wörterbuch.
Heidelberg: Winter. Met dank aan dr. G. Mussies voor het
verschaffen van de informatie uit de in noten 4 en 5 genoem-
de werken.
5. Het belangrijkste overzichtswerk over Mercator is tot op
heden H. Averdunk en J. Müller-Reinhard (1914), Gerhard
Mercator und die Geographen unter seinen Nachkommen.
Gotha (herdruk: Amsterdam: Theatrum Orbis Terrarum,
1969). Nieuwere gegevens zijn o.m. te vinden in het speciale
nummer van Duisburger Forschungen dat in het Mercatorjaar
1962 verscheen en in de gepubliceerde voordrachten van de
Mercator-Symposia, die in 1992, 1993 en 1994 te Duisburg
georganiseerd zijn in verband met de naamsverandering van
de universiteit aldaar. Voor de enorme hoeveelheid literatuur
die aan de persoon Mercator en zijn werk gewijd is, verwijs
ik verder naar P.C..I. van der Krogt [et al.] (1993), Bibliogra-
fie van de Geschiedenis van de Kartografie van de Nederlan-
den. Utrecht: HES Uitgevers.
6. Over de naam atlas verscheen eerder: W. Horn (1951), Die
Geschichte des Atlas-Titels, in: Petermanns Geographische
Mitteilungen 95, pp. 137-142.
7. Mercators ideeen komen naar voren in de inleiding tot zijn
Chronologia (1569) en in de Mercator biografie, geschreven
door Walter Ghim, die in de Atlas van 1595 is opgenomen.
8. Brief van 14 juli 1578, gepubliceerd in: M. van Durme
(1959), Correspondance Mercatorienne. Anvers: De Neder-
landsche Boekhandel.
9. Koeman, C. (1969), Atlantes Neerlandici, vol. II. Amsterdam.
Me 9 en Me 11(De auteur bereidt een nieuwe uitgave van dit
werk voor.).
10. Idem, Me 13.
11Dit scheppingsverhaal was met name onderwerp van Studie
tijdens de Mercator-Symposia te Duisburg (zie noot 5).
12. Zie Diodorus ofSicily with an English translation by
C.H. Oldfather. Vol. II. London: William Heinemann Ltd.,
1961 (Loeb Classical Library).
13. Boek III, hoofdstuk 60, par. 2.
14. Boek III, hoofdstuk 60, par. 3.
15. Boek IV, hoofdstuk 27.
16. Deze titelpagina is gebruikt door A.E. Nordenskiöld voor zijn
Facsimile-Atlas (Stockholm, 1889).
17. De titel is: Geografia. Tavole moderne di geografia de la
maggior parte del mondo...
18. Thans in het Museo Archeologico te Napels. Een van de
meest recenties studies over de Atlante Farnese is: V. Valerio
(1987), Historiographie and numerical notes on the Atlante
Farnese and its celestial sphere. In: Der Globusfreund 35-37,
pp. 97-124.
19. Koeman, Atlantes Neerlandici, Me 16. Ook de verdere uitga-
ven van de Atlas zijn hierin te vinden.
20. Voor de atlassen van Blaeu, zie Koeman, Atlantes Neerlan
dici, vol. I.
21. M. Pastoureau (1984), Les atlas franfais, XVIe-XVIIe siecles.
Paris: Bibliotheque nationale, p. 233.
22. Koeman, Atlantes Neerlandici, Me 183. E.G.R. Taylor
(1940), The English Atlas of Moses Pitt. In: Geographical
Journal 95, pp. 292-299.
18
KT 1994.XX.3