indeling toch die in de gebruikelijke themagebieden is:
A. Fysische en milieu-aspecten; B. Demografische aspec-
ten; C. Economische hulpbronnen en activiteiten, en
D. Cultureel en landschappelijk erfgoed. De inhoudsopgave
en de uitleg in de tekst tonen ook het streven om logische
verbindingen tussen de op elkaar volgende thema's te sug-
gereren. De atlas toont voortdurend aan de hand van thema
tische referenties waar men verwante thema's kan vinden.
Er is bovendien sprake van geografische referenties, terwijl
ook de toestand van Italie in een groter gebied wordt
getoond. Er is eveneens sprake van een toenemende verdie-
ping in de thema's (die vergelijkbaar is met een toenemen
de geografische detaillering) welke zorgt voor een open
structuur in de atlas. De atlas toont ook de neiging tot toe-
passing van synthesekaarten (van dat soort kaarten is de
nationale atlas van de DDR het beste voorbeeld) en een uit-
gesproken neiging tot het tonen van evoluties door middel
van tijdsseries. De nieuwe Italiaanse atlas wordt ook geken-
merkt door een speelse afwisseling van kaarten, diagram-
men en dwarsdoorsnedes. Dat toont dat een nationale atlas
geen saaie serie van choroplethen hoeft te zijn, en ook zon-
ATLAS NAT10NAUX
HISTOIRE, ANALYSE, VOIES
DE PERFECTIONNEMENT
ET D'UNIFICATION
Figuur 3. Titelpagina Atlas Nationaux door K.A. Salisjtsjef, Mos-
kou, 1960. Dit boekje bevat de door de Commissie voor Nationale
Atlassen van de International Geographical Union uitgewerkte
voorschriften voor nationale atlassen.
der de kwaliteitsmaatstaf te Verlagen toch boeiende lectuur
kan vormen.
Er is bij de als traditioneel gekenmerkte kaarten dus al spra
ke van een duidelijke overgang tot datgeen wat men nu ook
met digitale middelen op dit gebied realiseert. Het zijn geen
inventarissen meer die worden gebracht, maar antwoorden
op problemen van de samenleving. Het zijn niet meer in
eerste instantie overzichten van de economische produktie
van een land, maar overzichten van de mate van welzijn
van de mensen en hun milieu. Het zijn geen produkten meer
die gericht zijn op een kleine kring van wetenschappers,
maar (ook ter verantwoording van de kosten) er wordt thans
gedoeld op een groter publiek met het niveau van het mid-
delbare-schooleindexamen. Voor deze wezenlijk grotere
groep van gei'nteresseerden worden de nationale atlassen
van nu vervaardigd, en met deze nieuwe uitgangspunten
kan men de benodigde investeringen verantwoorden.
Nieuwe vormen van nationale atlassen
Terwijl men de hier als traditioneel vermelde atlassen reeds
als een overgangsvorm kan kenmerken, zullen we ons nu
buigen over de kenmerken van de nieuwste nationale atlas
sen. Het thans als achterhaald beschouwde model van
Salisjtsjef is eerst onder invloed van pianologische atlassen
met hun probleemgerichte doelstellingen veranderd, en later
ook door het streven naar een grotere interactiviteit tussen
kaarten, foto's, diagrammen en teksten. Men heeft nu nieu
we vormen van nationale atlassen ontwikkeld die geken-
merkt worden door een grotere toegankelijkheid en door
een centrale plaats van de mens. Een goed voorbeeld hier-
van is de in 1990 gereedgekomen tweede editie van de
nationale Atlas van Nederland. Het zwaartepunt van deze
atlas is dat het westeuropese deltagebied dat we sedert vier
eeuwen Nederland noemen, en dat nu een sterk gei'ndustria-
liseerd en ge-urbaniseerd gebied is, met betrekking tot het
welzijn van zijn 15 miljoen inwoners wordt weergegeven.
De bodemschatten en de overige fysische aspecten van dit
deltagebied worden alleen behandeld voorzover ze voor de
mens relevant zijn. Ook de Zweedse en Finse nationale
atlassen besteden relatief veel ruimte aan de levensomstan-
digheden en het welzijn van de mensen.
Wanneer er op vormaspecten wordt gelet, dan blijkt dat de
nieuwe trend wordt gekenmerkt door een uitgave in series
van katernen of banden. De Zweedse nationale atlas telt
17 delen, de Nederlandse 20 katernen, de Finse 25, en meer
dan 30 worden verwacht voor Spanje (40) en Noorwegen.
De in het verleden voor nationale atlassen gebruikelijke
grote formaten lijken definitief overboord gezet, en dat is
waarschijnlijk het beste bewijs dat het visite-kaartjes-idee
van zo'n atlas en het indruk willen maken door middel van
zoveel mogelijk Vierkante meters papier niet meer als zin-
vol wordt gezien. Er zijn zelfs bezwaren tegen de toch thans
bescheiden maten van nationale atlassen als de Nederland
se, die nog maar 36 bij 30 cm meet. De Nederlandse boek-
handels protesteerden tegen de maten van deze atlasdelen,
omdat men ze niet goed in kästen kon onderbrengen.
De door Salisjtsjef gestelde eisen werken nog in zoverre
KT 1994.XX.3
21
UNION GEOGRAPHIQUE
INTERNATIONALE.
COMMISSION
DES ATLAS NATION AUX
ACADEMIE DES SCIENCES
DE L'URSS.
COMITE NATIONAL DE
GfiOGRAPHES S0V1ETIQUES
Red ige la demande de la Gommission
dos Atlas nationaux de 1'Union G6ographiquc Internationale
sous la direction du Prof. K. A. Salichtcbev
fiDITION DE L'ACADEMIE DES SCIENCES DE L'URSS
Moicou 1960 Leningrad