teemgebruiker anderzijds: hieraan kun- nen met name kartografen dus bijdragen. Doris Dransch (Universiteit Berlijn) pre senteert een interessante kijk op karto- grafische animatie, met een constructie- ve, theoretische aanpak en een aantal nuttige onderzoeksvraagstukken. Anima tie houdt meer in dan de opeenvolging van een aantal statische kaarten op een beeldscherm. Speciale aandacht behoeft de mate van complexiteit van lay out en legenda die bij animaties mogelijk slechts beperkt van aard kan zijn om de leesbaarheid van een bewegende kaart te bevorderen. Andere onderwerpen in het theoriedeel betreffen experimentele kar- tografie, kleurstelling in digitale kaarten en kunstmatige intelligentie. In het deel 'Praktische toepassingen' komt het project ATKIS (Amtliches Topographisch-Kartographisches Infor mationssystem), waaraan de verschillen- de bondsstaten in meer of mindere mate meewerken, veelvuldig aan bod. Buch- roithner's (Universiteit Dresden) behan- deling van de remote sensing, kartogra- fie en GIS vormt daarop een van de uitzonderingen, die zeker de moeite waard is. In vergelijking met de Neder- landse situatie is in Duitsland de remote sensing al enige tijd een gei'ntegreerd en zeer veelvuldig gebruikt instrument in de kartografie, wat met de Duitse term 'Fer nerkundungskartographie' treffend wordt omvat. De rijk gei'llustreerde bij dragen van Kirchhoff (Universiteit Mün ster) en Rase (Bundesforschungsanstalt für Landeskunde und Raumordnung, Bonn) geven een realistische visie op de (on)mogelijkheden van de huidige com- merciele GIS met betrekking tot een degelijke kartografische visualisatie in praktijksituaties. Beiden temperen de euforie omtrent de technische bewer- kingsmogelijkheden en bepleiten voor de toekomst meer aandacht voor de grafi sche weergavetechnieken in GIS, die met name onervaren gebruikers moeten ondersteunen bij de vervaardiging van zinnige kaartprodukten. Naast een professionele vormgeving en vooral de gestandaardiseerde lay out van de bijdragen, wat het lezen veraange- naamt, biedt deze uitgave een verrassen- de kijk in de Duitse keuken. Niet alleen de wetenschap maar ook praktijk levert een wezenlijke bijdrage aan de theorie- vorming rond de integratie van kartogra fie en GIS. R.M. Hootsmans G.Hake, D.Grünreich, Kartographie. Serie De Gruyter Lehrbuch. Berlijn: De Gruyter, 1994. 600 pp., 305 ill., 24 kleu- renbijlagen, formaat 15 x 23 cm. Paperback ISBN 3-11-013397-0 (prijs DM 78,00), gebonden ISBN 3-11- 013398-9 (prijs DM 138). Samen met zijn opvolger bij de Univer siteit van Hannover, Dietmar Grünreich, heeft Günter Hake een volledig nieuwe versie van zijn overzichtswerk Over de kartografie uitgebracht. Jarenlang werd het in twee oranje deeltjes uitgegeven, en had meer een naslagwerkkarakter (ook al was het bij veel Duitse kartogra- fie-opleidingen voorgeschreven leer- stof). Nu zijn de twee delen samenge- voegd en bewerkt tot een kloek leerboek. Op het eerste gezicht lijkt het minder gei'llustreerd dan de voorgaande edities - mede door het kleinere formaat en het gecoate papier waren de figuren daar veel pregnanter - maar bij nadere beschouwing zijn er juist meer figuren bijgekomen: nu 305 (en 24 in kleur) in plaats van de eerdere 262 (19 in kleur). Eigenlijk gaat de vemieuwing nog ver- der, want er zijn een aantal illustraties verdwenen, en dat toont meteen wat niet meer (zo uitgebreid) wordt behandeld: reproduktie-apparatuur, traditionele reprotechnieken, de ontwikkeling van de hoogtevoorstelling en schriftzetmachi- nes. Er zijn een 70-tal illustraties bijge komen, met veel Schema's over data- structuren en -modellen, beeldverwer- king en andere digitale technieken voor verzameling, bewerking en analyse (GIS), moderne hardware en expertsys- temen. De tweedeling in de vorige editie tussen een topografisch en een thematisch deel- tje is verdwenen en er is geen sprake meer van een apart hoofdstuk computer- kartografie: dat is nu volledig gei'nte greerd. Er is nu een driedeling tussen een deel 'Algemene Kartografie' (370 pp.), een deel 'Toegepaste kartografie' (144 pp.) en een deel 'Huidige en vroe- gere kartografie'. De eerste hoofdstuk- ken zijn herschreven vanuit het uitgangs- punt van de geografische informatie. Dat geldt niet voor het laatste, de geschiede- nis van de kartografie, dat nog vanuit de ontwikkeling van het wereldbeeld, en van de gebruikte technieken uitgaat. In Hoofdstuk 1 wordt, na definities en een analyse van de weer te geven objec- ten en relaties, en behandeling van de verschallende indelingsmogelijkheden van kaarten, het communicatie-aspect van de kartografie met modellen uitge- legd. In Hoofdstuk 2, 'Relaties met de ruimte', begint men met de geoi'de en coördinatensystemen, driehoeksmeting en waterpassing, en komt via projecties bij de ruimtelijke relaties in informatie- systemen uit, en dus op vectoren, rasters en topologische relaties. In Hoofdstuk 3, 'Kartografische modelvorming', gaat het over de conceptionele aspecten van de vormgeving. Uitgangspunt vorrnen hier de grafische variabelen, de relatie tussen figuur en ondergrond, punten, lijnen en vlakken en schrift. Schaal is ook een fac- tor in het ontwerp, en dus komt ook de generalisering hier ter sprake. Op de informatica toegepast (die is dus echt overal gei'ntegreerd) betekent dat behan deling van datamodellen en datastructu- ren en modellen van de fysieke opbouw van bestanden. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen digitale objectmodellen en digitale kartografi sche modellen. In Hoofdstuk 4, 'Kartografische technie ken' vinden we dezelfde tweedeling tus sen traditionele en digitale produktie- wijzen (duidelijke schema's of stroom- diagrammen die beide vergelijken ont- breken helaas). Het geeft de nieuwste stand van de techniek weer, en het brengt het nodige over databankorgani- satie en vector/raster/vector- conversie. Hoofdstuk 5, 'Planning van kartogra- fisch werk' en hoofdstuk 7, 'Produktie van de kartografische voorstelling' ont- beren beide stroomdiagrammen; met name hoofdstuk 5 is wat summier over het ontwerpproces/redactionele compila- tie. Op het eind van hoofdstuk 7 komen ook expert Systems aan de orde. Hoofd stuk 6, 'Opname van gegevens' gaat ver- der in op al eerder behandelde meettech- nieken, tevens op remote sensing, digitaliseren en scannen. Het algemene deel eindigt met een hoofdstuk (8) over de 'Interpretatie van kartografische beei den' Het beschrijft tevens interpretatie- methoden van digitale ruimtelijke gege vens. In het deel Toegepaste Kartografie komen Topografische kaarten (hoofd stuk 9), Thematische (hoofdstuk 10), kaarten en atlassen (hoofdstuk 11) aan de orde, evenals kaartverwante weerga- ves (zoals de Duitsers dat zo aardig kun- nen zeggen; bedoeld worden panorama- kaarten, fotokaarten, globes, reliefs en blokdiagrammen; het Staat in hoofd stuk 12) en geografische informatiesys- temen (hoofdstuk 13). Waarom dat laat ste niet samen is gevoegd met het deel over de analyse van digitale ruimtelijke gegevens in hoofdstuk 6 blijft duister. KT 1994.XX.3 39

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1994 | | pagina 41