Automatisering bij de Dienst der Hydrografie van de Koninklijke Marine A.J. Laiesse Bij de Dienst de Hydrografie is men meer dan twee decennia geleden voorzichtig begonnen met automatisering. Dat was in eerste instantie niet voor de geautomatiseerde produktie van de kaart, maar voor het bepalen van de diepten van de zeebo- dem, de hydrografie. Inmiddels is men op weg naar een volledig automatische vervaardiging van de papieren kaart en andere publikaties. Daarnaast wordt er in breder verband gewerkt aan een elektronisch navigatiesysteem en het opzetten van een informatiesysteem, waaruit meer digitale produkten kunnen worden afgeleid. Hieronder volgen de feiten. Trefwoorden: kaartproduktie; hydrografische kartografie; praktijk Bij de Hydrografische Dienst wordt voor de produktie onderscheid gemaakt tussen hydrografie en kartografie. Hydrografie is in dit verband het produceren van minuut- bladen. Op een minuutblad staan de dieptecijfers die met een vaartuig zijn opgenomen in een bepaald gebied (zie figuur 1). De rest van de activiteiten om tot een kaart te komen valt onder de kartografie. De belangrijkste taak van de Dienst is het produceren van zeekaarten. Elk schip dat op zee vaart is volgens internatio nale wetten verplicht een zeekaart van het gebied waarin het vaart aan boord te hebben. Naast zeekaarten worden ook hydrografische kaarten (niet te verwarren met de minuutbladen) van de kust- en binnenwateren geprodu- ceerd. Deze zijn in het algemeen bestemd voor gebruik door de kleine vaart (motor- en zeiljachten). Ten behoeve van een veilige navigatie worden tevens nog allerlei andere nautische publikaties uitgebracht, zoals stroomatlassen, 'The Netherlands Coast Pilot' en de Vaargids (zie het arti- kel van Witteveen eiders in dit tijdschrift). In dit artikel zal eerst de automatisering ten behoeve van de hydrografie worden beschreven, daarna die ten behoeve van de kartografie. Tot slot zullen nieuwe ontwikkelingen onder de loep worden genomen. Daaruit zal blijken dat een reor- ganisatie de Dienst moet klaarstomen voor de toekomst. De automatisering van de hydrografie Dieptemeting Het opnemen van diepten van de zeebodem met behulp van schepen levert een grote hoeveelheid gegevens op. Niet alleen de diepten en de plaats van het schip worden vastge legd, maar ook de bewegingen van het schip, het getij enzo- voort. Die gegevens moeten op een zeer rekenintensieve manier worden verwerkt tot dieptepunten en -lijnen op de kaarten. Elke diepte die op de kaart voorkomt is gecorri- geerd voor al de gemeten bewegingen en voor andere facto- ren, die op het moment van opnemen invloed hebben op de gemeten waarde. De gemeten diepten worden gereduceerd naar een bepaald referentievlak. In Nederland is dat het 'Gemiddeld Laag Laagwater Spring'. Daarmee wordt een veilige navigatie mogelijk gemaakt, d.w.z. dat er statistisch gezien altijd 'meer water Staat' dan de zeekaart aangeeft. Rekenautomaat De hoeveelheid te verwerken gegevens is in de loop der tijd alleen maar toegenomen. Geen wonder dat de Computer uit- komst bracht om de groeiende stroom aan gegevens op effi- ciente wijze het hoofd te kunnen bieden. Vroeger werden alle waamemingen met de hand vastge- legd. In 1969 werd het opnemingsvaartuig 'Hr.Ms. Snelli- us' met een IBM 1130 rekenautomaat uitgerust, waarmee op semi-automatische wijze de diepten werden verwerkt. De echogrammen (visuele presentaties van dieptemetingen met het echolood) en getijkrommen werden handmatig gedigitaliseerd en met de automaat doorgerekend. Zodoen- de kwarn men tot de gecorrigeerde diepten in de minuutbla den. Hydraut-I In 1973 en 1974 werd aan boord van de toen nieuwe Noordzee-opnemingsvaartuigen 'Hr.Ms. Buyskes' en 'Hr.Ms. Blommendal' het datalogging systeem Hydraut ingevoerd. Daarmee werd twee keer per seconde de waar- genomen diepte en de verticale versnelling (deining van het schip) vastgelegd op een cassetteband. De positie werd een keer per seconde vastgelegd. Daarvoor werd gebruik gemaakt van een DEC PDP-computer met een intern geheugen van 8 Kb. Tegenwoordig hebben de PC's die op de markt worden aangeboden standaard al zo'n 4000 Kb intern geheugen. In eerste instantie werden de cassettes van de schepen naar het Bureau gebracht voor verdere bewer- king van de gegevens. De verwerking vond plaats op een PDP-computer met 16 Kb geheugen. Deze verwerking bestond, en bestaat nog steeds, uit het berekenen van de positie, het corrigeren van diepten voor getij, deining en andere afwijkingen en een selectie van de lodingsgegevens. Daarna wordt met een plotter een minuutblad getekend. Dit minuutblad wordt door de kartografen gebruikt als basis voor het in de kaarten weer te geven dieptebeeld. KT 1994.XX.4 37

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1994 | | pagina 39