berichten
5
In memoriam Emil Meynen
Op 23 augustus 1994 overleed op 91-
jarige leeftijd te Keulen prof. dr. Emil
Meynen, een wetenschapsman met grote
organisatorische gaven, enorme arbeids-
inzet en overtuigingskracht, die zowel op
geografisch als op kartografisch gebied
veel tot stand heeft gebracht. Wat de kar-
tografie betreft heeft hij in de jaren 1960
en 1970 in woord en geschrift bijgedra-
gen tot bevestiging van het wetenschap-
pelijk imago van onze discipline.
Meynen stamde uit een liberaal, huma
nistisch milieu, wars van de nationaal-
socialistische denkbeeiden die het leven
in Duitsland in de jaren 1930 overwoe-
kerden. Hij studeerde geografie aan ver-
schillende universiteiten. Zijn kartografi-
sche belangstelling en vorming
dateerden uit de jaren die hij te Berlijn
als student-assistent doorbracht bij prof.
Albrecht Penck, de initiator van het pro-
ject Wereldkaart 1:1 miljoen (IWK).
Hij promoveerde in 1927 summa cum
laude op het proefschrift Das Bitburger
Landeen eersteling van een uitgebreid
regionaal geografisch oeuvre. Een lang-
durig verblijf (1929-1933) in de Ver-
enigde Staten verruimde zijn gezichts-
veld en bezorgde hem internationale
contacten. Na terugkomst uit de Ver-
enigde Staten habiliteerde hij zieh met
een geschrift getiteld Deutschland und
das Deutsche Reichdat de nazi's onwel-
gevallig was. In 1937 werd het dan ook
door het 'Propagandaministerium' ver-
boden. Het was de eerste van een reeks
bittere ervaringen die het Hitlerregime
Meynen bezorgde. Als soldaat maakte
hij in 1939-1940 de veldtochten in Polen
en in Frankrijk mee. Na demobilistaie
vond hij onderdak, een tijdlang als onbe-
taalde kracht bij de Abteilung für Lan
deskunde van het Reichsamt für Landes
aufnahme te Berlijn. Bij een van de vele
bombardementen van de stad verloor hij
in 1943 huis en hof en ging ook de
Abteilung für Landeskunde inclusief
bibliotheek in vlammen op.
Na de oorlog gelukte het Meynen na
KT 1994.XX.4
5 jaren moeizaam onderhandelen met
zowel bezettingsautoriteiten als met de
deelstaten- en de Bondsregering, de
Abteilung für Landeskunde los te maken
van de Landesaufnahme en te verheffen
tot een Bundesanstalt für Landeskunde
und Raumordnung; een niet geringe
prestatie
Als directeur van deze Anstalt, die na
omzwervingen in Bonn- Bad Godesberg
terecht kwam, vond Meynen, intussen
benoemd tot 'Honorarprofessor' aan de
universiteit te Keulen, gelegenheid tot
volle ontplooiing. Het merendeel van
zijn oeuvre stamt uit deze na-oorlogse
jaren. Zijn kartografische publikaties
getuigen van veelzijdigheid. Hij redi-
geerde enige atlassen en schreef artike-
len over zowel kaartontwerp als kaart-
produktie, over kaartclassificatie,
documentatie en geografische namen.
Daarnaast ontwikkelde hij tal van initia-
tieven die zijn Anstalt in weinige jaren
bekendheid verschaften. Onder meer
startte hij de Bibliotheca Cartographica,
een jaarlijks verschonende internationale
kartografische bibliografie, die later
onder de titel Bibliographia Cartograp
hica door dr. Lothar Zögner, Berlijn, zou
worden voortgezet. Ter gelegenheid van
de V.N.-conferentie van de IWK te Bonn
in 1962 publiceerde Meynen vervolgens
een uiterst nuttige bibliografie over het
conferentie-onderwerp.
Zeer verdienstelijk maakte hij zieh in de
International Cartographic Association
(ICA), welker oprichting hij als interna
tionale uiting van bijval met de verzelf-
standiging van de kartografie toejuichte.
Hij vertegenwoordigde de Bondsrepu-
bliek op de eerste Algemene Vergade-
ring te Parijs in mei 1961 en verzuimde
sedertdien, tot op hoge leeftijd steeds
constructief deelnemend, nauwelijks een
bijeenkomst. Hij verzorgde de Ica
Bibliography 1956-1972de eerste
publikatie van de Association. In 1964
werd hij op voorstel van de scheidende
ICA-president Eduard Imhof tot voorzit-
ter benoemd van de commissie Defini
tion, Classification and Standardisation
of Cartographic Terms. In deze funetie
slaagde hij er in 22 lidstaten, zieh uit-
strekkende over 14 taalgebieden, tot
medewerking te bewegen. In elk dezer
landen spoorde hij aan tot de vorming
van een nationale werkgroep met welke
hij, inspirerend, raadgevend, ja soms
zelfs vermanend, in contact bleef. In
1973 resulteerde de gezamenlijke inzet
in de publikatie van het Multilingual
Dictionary of Technical Terms in Carto-
graphy, een werk met 1200 termen in 14
talen, dat ter gelegenheid van de regio
nale kartografische conferentie te Bang
kok aan de V.N. werd aangeboden. Zon-
der twijfel heeft deze geweidige
krachtsinspanning, waaraan circa 150
deskundigen meewerkten, in de deelne-
mende landen bijgedragen tot bezinning
op de inhoud en afbakening der karto
grafie, een proces waarmee het aanzien
van het destijds nog overwegend
ambachtelijke vak niet weinig was
gediend. Kort na de voltooiing van het
woordenboek nam Meynen, in samen-
werking met dr. Joachim Neumann,
Karlsruhe, de voorbereiding van een tot
23 talen uitgebreide tweede editie ter
hand. Na tien jaar kwam in 1982 ook het
manuscript voor deze uitgave gereed.
Door meningsverschillen met het ICA-
bestuur over de te geringe aandacht die
in de nieuwe uitgave zou zijn besteed
aan de elektronische verwerking van
gegevens, kortweg gezegd aan de com-
puterkartografie, bleef publikatie van dit
gigantische manuscript in 23 talen en
met liefst 8 niet-latijnse schriftsoorten
tot dusver achterwege.
Verdienstelijk maakte Emil Meynen zieh
ook op het terrein der toponymie. Jaren-
lang vertegenwoordigde hij de Bondsre-
publiek in de United Nations Group of
Experts on Geographical Names
(UNGEGN). Door zijn rijke ervaring als
voorzitter van de Ständige Ausschuss für
Geographische Namen in Duitsland ver-
wierf hij ook in deze kringen snel aan
zien. Zijn bibliografie van Gazetteers
and Glossaries of Geographical Names
werd warm ontvangen. Als teken van