A a <i{f NGT GEODESIA KARTOGRAFISCH TIJDSCHRIFT '99?-' ^©7^® 1)©® %>®©0 werkwijze onderworpen is aan een strakker regime. In het analoge tijdperk waren alternatieven gemakkelijker voorhanden. Nu zijn er „work aroundsdat wil zeggen dat het pro- bleem wordt omzeild. Het beste is er- voor te zorgen dat er niets onvoorziens gebeurt. Dat bereik je door goed ma- nagement; tot op zekere hoogte, want perfectie is een fictie. Mijn ervaring is dat een digitaal pro- duktieproces alleen draait wanneer de mens, de produktiemedewerker en zijn chef, anticipeert op de gebeurtenissen van morgen. De souplesse van de men- selijke geest is vervangen door de rigide bits van de Computer. Ook hoger in de organisatie is het noodzakelijk vroegtij- dig op ontwikkelingen in te speien. Het tijdpad dat nodig is om veranderingen te realiseren, is langer en gecompli- ceerder geworden. Het tankertje van vroeger is nu een mammoettanker. Het beleid moet tijdig op koers worden gebracht. De eisen aan management- kwaliteiten zijn daarmee toegenomen. Van kaartgericht naar bestandsgericht Kaartgericht denken is gebaseerd op de normen van de kartografie. De kaartge- bruiker is in Staat op grond van percep- tie verbanden te leggen die impliciet in de kaart aanwezig zijn. De kaartgebrui- ker herkent een wit vlak als weg, zelfs als bospad wanneer het witte vlak een groen vlak doorsnijdt. In de legenda zul je dergelijke informatie vergeefs zoe- ken. Gis-vraagtalen zijn niet in Staat dergelijke relaties te vinden. Impliciete relaties moeten in bits en bytes expliciet worden gemaakt. Er ligt nog een inte ressant wetenschappelijk terrein braak om de menselijke perceptie door com- putertechnieken te vervangen. In zijn algemeenheid kan worden gesteld dat op topografi- sche kaarten de topografie ondergeschikt is aan de kartogra fie. Neem bijvoorbeeld bermsloten. De kaartlezer treft ze niet aan. Bermsloten worden namelijk afgebeeld als wegcon- touren. Zo bestaan er meer voorbeelden van „kartografische kaarten". Aan een bestand wordt de eis gesteld dat een topo- grafisch element wordt opgeslagen met attribuutgegevens. De overgang naar bestandsgericht denken hebben de topo- grafen bij tdn heel treffend meegemaakt. Topografen sporen de veranderingen in de topografie op. Daartoe interpreteren zij luchtfoto's en trekken ze her veld in. Zij zijn gewend de nieuwe topografie in te tekenen op luchtfoto's. Dit gedeelte van de werkzaamheden is onveranderd gebleven. Toch gaan ze anders om met hun werk. Elk object wordt gecodeerd. Het begin- en eindpunt van een Fig. 2. (lijn)element moet worden aangegeven. Elk vlak moet ge- Cultuuromslag: sloten zijn. Tunnels en bruggen zijn kruisingen van objecten welke knoppen geworden. De topograaf moet zieh er tijdens de verkenning moeten omi rekenschap van geven dat hij ook de aanwijzingen voor de bestandsopbouw moet noteren. De topograaf loopt bij de verkenning tegen nog een aspect van bestandsgericht denken aan. Achteraf de puntjes op de i zetten, zoals in het analoge proces gebruikelijk was, past niet meer in het produktieproces. Tijdens het digitaliseren moet duidelijk zijn wat de topograaf bedoeld heeft. De Computer dwingt hem tot een systematische werkwijze tijdens de verkenning. De topograaf controleert, in principe net als vroeger, zijn eigen verkenning met behulp van plots van het bestand. Het verschil is dat hij nu de digitalisatie controleert en in veel mindere mate dan voorheen in Staat is zijn eigen werk te completeren. Bestandsgericht denken in plaats yan kaartgericht denken betekent voor de topograaf het inleveren van een stukje vrijheid terwille van de consistentie van de bestanden. Opleiding Het informaticatijdperk steh hogere eisen aan de organisatie. Know how op informaticagebied is een must. De mogelijk- heden van hard- en Software bepalen in hoge mate de effecti- viteit van de applicatie, of dat nu een produktieproces is of een Gis-toepassing. Het inhuren van know how heeft als nadeel dat bij vertrek van de huurling de kennis weg is. Huur een nieuw iemand in, en je zult te hören krijgen dat het een wonder is dat het huidige systeem draait. De aanbeveling zäl zijn de zaak maar eens goed op poten te zetten. Wat doe je dan als je zelf geen verstand van de materie hebt? Eigen know how heeft het voordeel van continui'teit. De kennis gaat niet verloren. Belangrijk is ook mensen in de organisatie te hebben, die in Staat zijn het verband te zien tussen de bedrijfsapplicatie en informatica. Kennis van beide (verenigd in individuen) steh de organisatie in Staat om te antieiperen op toekomstige ontwikkelingen. De opleiding van kartografen moet vanuit een ander per- spectief worden benaderd. Handmatig vectoriseren is geen ambacht zoals kartografisch tekenen. Voor een ambacht is een betrekkelijk lange opleiding nodig om handvaardig- heden eigen te maken. Voor het opbouwen van bestanden is wiskundig inzicht nodig. Het bedienen van een Werkstation wordt betrekkelijk snel aangeleerd. Ongeachr leeftijd! De omschakeling van analoog naar digitaal is hoofdzakelijk van mentale aard. Hiervoor zijn geen cursussen. Ons beleid is de werknemers duidelijk te maken wat de toepassingen zijn van de bestanden en waar de gebruikers om vragen. Zo wor den topografen en kartografen ingezet als standbemanning 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Kartografisch Tijdschrift | 1995 | | pagina 17